Artikel 206/4, WIB 92
Art. 206/4, derde lid (vervanging), is van toepassing vanaf aanslagjaar 2024 (art. 25 en 32, progW 22.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048600)
[Deze afdeling heeft de omzetting tot doel van de artikelen 7 en 8 van Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt (art. 21, progW 22.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048600)]
Het totale bedrag van het overeenkomstig de artikelen 206/1 tot 206/3 vastgestelde resultaat wordt eventueel volgens oorsprong onderverdeeld in:
1° in België behaald resultaat, indien positief hierna "Belgische winst" te noemen;
2° in het buitenland behaald resultaat dat niet vrijgesteld is krachtens internationale verdragen, indien positief hierna "niet bij verdrag vrijgestelde winst" te noemen;
3° in het buitenland behaald resultaat dat van belasting is vrijgesteld krachtens internationale verdragen, indien positief hierna "bij verdrag vrijgestelde winst" te noemen.
Alvorens die onderverdeling wordt gedaan, worden de verliezen van het belastbare tijdperk die in een land worden geleden, achtereenvolgens op het totale bedrag van de winst uit andere landen aangerekend in de hierna aangegeven volgorde:
a) verliezen geleden in een land waarvoor de winst bij verdrag vrijgesteld is: eerst op de bij verdrag vrijgestelde winst, daarna, indien die winst ontoereikend is, op de niet bij verdrag vrijgestelde winst en, tenslotte, op de Belgische winst;
b) verliezen geleden in een land waarvoor de winst niet bij verdrag vrijgesteld is: eerst op de niet bij verdrag vrijgestelde winst, daarna, indien die winst ontoereikend is, op de Belgische winst;
c) in België geleden verliezen: eerst op de Belgische winst, daarna, indien die winst ontoereikend is, op de niet bij verdrag vrijgestelde winst.
Indien de winst van een buitenlandse vaste inrichting in België niet is vrijgesteld op basis van de internationale verdragen, of indien de winst van deze buitenlandse vaste inrichting op grond van artikel 185/2 moet worden belast, wordt deze winst opgenomen in de categorie "niet bij verdrag vrijgestelde winst".
In het geval in de categorie "niet bij verdrag vrijgestelde winst", winst is begrepen waarvan de belasting op die winst bij toepassing van de internationale verdragen wordt verminderd, worden bij de toepassing van het tweede lid:
- ofwel de verliezen eerst aangerekend op de overige niet bij verdrag vrijgestelde winst, alvorens te worden aangerekend op de winst waarvan de belasting bij toepassing van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting wordt verminderd;
- ofwel wanneer de belastingplichtige hier in zijn aangifte op onherroepelijke wijze om verzoekt, de verliezen enkel aangerekend op de overige niet bij verdrag vrijgestelde winst, zonder te worden aangerekend op de winst waarvan de belasting bij toepassing van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting wordt verminderd.
Verliezen geleden in een land waarvoor de winst bij verdrag is vrijgesteld kunnen in toepassing van het tweede lid, a), enkel worden aangerekend op de Belgische winst of de niet bij verdrag vrijgestelde winst, indien de belastingplichtige in een bijlage bij zijn aangifte op onherroepelijke wijze het land vermeldt waarin deze verliezen werden geleden, evenals het bedrag van deze verliezen en het belastbare tijdperk waarin deze verliezen werden geleden.