Artikel 206/3, WIB 92
Art. 206/3, § 1, vierde streepje, treedt in werking op 01.01.2022 (art. 24 en 71, 6de lid, W 05.07.2022 - B.S. 15.07.2022; Numac: 2022032714)
§ 1. Van het resultaat dat overeenkomstig artikel 206/2 is vastgesteld, worden de bestanddelen afgetrokken waarop geen van de in de artikelen 199 tot 206, 536 en 543 bepaalde aftrekken, noch compensatie met het verlies van het belastbare tijdperk, mag worden verricht:
- het gedeelte van het resultaat dat voortkomt van abnormale of goedgunstige voordelen bedoeld in artikel 79;
- de verkregen financiële voordelen of voordelen van alle aard bedoeld in artikel 53, 24°;
- de grondslag van de in artikel 219 bedoelde afzonderlijke aanslag;
- het gedeelte van de winst dat bestemd is voor de uitgaven bedoeld in artikel 198, § 1, 9°, 9°bis, 12° en 17°;
- het gedeelte van de winst uit de niet-naleving van artikel 194quater, § 2, vierde lid, en de toepassing van artikel 194quater, § 4;
- de in artikel 217, eerste lid, 4°, bedoelde kapitaal- en interestsubsidies die, met inachtneming van de Europese reglementering inzake staatssteun, door de bevoegde gewestelijke instellingen aan landbouwers wordt toegekend;
- de grondslag van de in artikel 519ter, § 1, bedoelde belasting;
- het gedeelte van het bedrag van de in artikel 185, § 4, eerste lid, bedoelde groepsbijdrage dat het negatieve resultaat, vastgesteld vóór de opname van de groepsbijdrage in de belastbare grondslag van het belastbare tijdperk, overschrijdt.
Van het resultaat dat overeenkomstig artikel 206/2 is vastgesteld, worden eveneens de bestanddelen afgetrokken waarop geen van de in de artikelen 199 tot 206, 536 en 543 bepaalde aftrekken, noch compensatie met het verlies van het belastbare tijdperk, mag worden verricht met uitzondering van de overeenkomstig artikel 205, § 2, aftrekbare inkomsten:
- het gedeelte van het resultaat dat het voorwerp uitmaakt van een wijziging van de aangifte bedoeld in artikel 346 of een aanslag van ambtswege bedoeld in artikel 351 waarvoor de in artikel 444 bedoelde belastingverhogingen tegen een percentage gelijk of hoger dan 10 % effectief worden toegepast.
§ 2. Na toepassing van paragraaf 1 wordt vervolgens het totale bedrag van het resultaat vermeerderd met het bedrag van de verliezen die krachtens artikel 185, § 3, eerste of tweede lid buiten beschouwing worden gelaten.