Artikel 494, WIB 92
Art. 494, § 2, tweede lid, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (10.07.2021) (art. 90, W 27.06.2021 - B.S. 30.06.2021; Numac: 2021021157; erratum B.S. 12.07.2021)
§ 1. Buiten de algemene perekwaties gaat de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie over:
1° tot de schatting van het kadastraal inkomen van de nieuw opgerichte gebouwde onroerende goederen en van het in gebruik genomen nieuw materieel of outillage;
2° tot de herschatting van de kadastrale inkomens van de vergrote, herbouwde of aanzienlijk gewijzigde onroerende goederen van alle aard;
3° tot de herschatting van de kadastrale inkomens der gebouwde onroerende goederen waarvan het kadastraal inkomen werd vastgesteld vóór ze volkomen voltooid waren, zelfs zo de werken geen aanzienlijke wijziging aan het gebouw hebben teweeggebracht;
3°/1 tot schatting of herschatting van het kadastraal inkomen van de onroerende goederen waarvoor aangifte wordt gedaan op grond van artikel 473, § 2;
4° tot de schatting of de herschatting van het kadastraal inkomen van de onroerende goederen van alle aard, wanneer het ontbreken of de ontoereikendheid van de schatting voortvloeit uit het niet indienen van de in de artikelen 473 en 474 beoogde aangiften of onjuistheden die in deze aangiften voorkomen;
5° tot de verbetering van het kadastraal inkomen van de onroerende goederen van welke aard ook, wanneer bij de vaststelling van dat kadastraal inkomen op onomstootbare, aantoonbare en onweerlegbare wijze een schrijf- of rekenfout werd begaan of wanneer onroerende goederen bij vergissing werden verwisseld.
§ 2. Voor de toepassing van § 1, 2°, worden als aanzienlijke wijzigingen beschouwd:
1° die welke aanleiding kunnen geven tot een vermeerdering of tot een vermindering van het aan een gebouwd perceel of aan een materieel of outillage, toegekend kadastraal inkomen met een bedrag van 50 euro of meer of tenminste met een bedrag van 15 % van het bestaande inkomen;
2° de verenigingen of verdelingen van gebouwde percelen of van materieel en outillage, de grensveranderingen tussen percelen, alsmede elke verandering in de wijze van exploitatie, elke omvorming, verbetering, beschadiging of waardevermindering van ongebouwde onroerende goederen en elke wijziging van hun grootte.
In geval van vereniging of verdeling van gebouwde percelen of grensverandering tussen gebouwde percelen als gevolg van een wijziging van zakelijke rechten, tegelijk met werkzaamheden in uitvoering als bedoeld in artikel 473, bestaat de herschatting van het kadastraal inkomen uit de proportionele verdeling van het bestaand kadastraal inkomen tussen de nieuwe percelen.
§ 3. Het in aanbouw nemen van onbebouwde en ledige gronden en de bebossing van gronden brengen, uit hoofde van de nieuwe aard, slechts de herschatting van het kadastraal inkomen mee met ingang van 1 januari van het elfde of van het eenentwintigste jaar na de ontginning of de bebossing.
§ 4. De schattingen of herschattingen worden uitgevoerd volgens de procedure voorzien onder hoofdstuk II van deze titel.
§ 5. De uit een schatting of herschatting voortspruitende kadastrale inkomens worden geacht te bestaan vanaf de eerste dag van de maand die volgt op het feit waarvan de aangifte bij artikel 473 is voorgeschreven of op het einde van de vrijstelling wanneer de gestelde voorwaarden niet meer vervuld zijn.
De met toepassing van § 1, 5°, verbeterde kadastrale inkomens worden geacht te bestaan:
- wanneer uit de verbetering een lager kadastraal inkomen voortspruit, vanaf 1 januari van het aanslagjaar voor het welk de onroerende voorheffing kan worden gevestigd, rekening houdende met de termijn van artikel 354, eerste lid;
- wanneer uit de verbetering een hoger kadastraal inkomen voortspruit, vanaf 1 januari van het aanslagjaar dat volgt op het jaar van de verbetering.
Deze kadastrale inkomens zijn slechts geldig tot aan de eerstvolgende algemene perekwatie of buitengewone of speciale herziening van de kadastrale inkomens.
§ 6. In afwijking van § 5 hebben, voor de toepassing van dit Wetboek, met uitzondering van de bepalingen van titel VI, hoofdstuk I, afdeling II, de uit een herschatting voortspruitende verhoging van de kadastrale inkomens slechts uitwerking:
- vanaf de eerste dag van het zesde jaar dat volgt op het feit waarvan de aangifte bij artikel 473 is voorgeschreven, wat de onroerende goederen betreft die volledig zijn gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid in de zin van artikel 145^25 zoals het tot aanslagjaar 2014 van toepassing was;
- vanaf de eerste dag van het negende jaar dat volgt op het feit waarvan de aangifte bij artikel 473 is voorgeschreven, wat de onroerende goederen bedoeld in artikel 145^30 zoals het tot aanslagjaar 2014 van toepassing was.
Het eerste lid is slechts van toepassing indien aan beide onderstaande voorwaarden is voldaan:
1° het betreft een herschatting bedoeld in § 1, 2° of 3°;
2° het feit waarvan de aangifte bij artikel 473 is voorgeschreven, heeft zich uiterlijk op 31 december 2013 voorgedaan.
Aan de periodes van 6 en 9 jaar komt een einde bij de eerstvolgende algemene perequatie.