Parlementaire vraag nr. 2011 van mevrouw Karin Temmerman van 28.12.2017
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2017-2018, QRVA 54/157, d.d. 25.05.2018, blz. 297
De fiscale aftrekbaarheid van afgekochte studiejaren voor de lage inkomens
VRAAG
Op 1 december 2017 ging de nieuwe regeling voor het afkopen van de studiejaren van start. In de commissie Sociale Zaken werden heel wat uren besteed aan de bespreking van het wetsontwerp. Desondanks blijven er heel wat onduidelijkheden.
Studiejaren afkopen om op die manier een hoger pensioen te verkrijgen, zal niet voor iedereen zinvol zijn. Vanaf februari 2018 moet een online simulatietool hierover duidelijkheid scheppen.
Maar ook inzake de fiscale terugbetaling blijven vragen. De regularisatiebijdrage van 1.500 euro bruto is fiscaal aftrekbaar tegen marginaal tarief aan maximaal 50 %. Iemand met een belastbaar jaarinkomen hoger dan 38.830 euro krijgt via de belastingen zo'n 50 % van zijn regularisatiebijdrage terug.
Wie door zijn gezinslast of door een laag inkomen geen belastingen betaalt, kan het afkopen van zijn/haar studiejaren fiscaal niet inbrengen. Zij genieten geen belastingsvoordeel en betalen de volle pot eens ze hun studiejaren afkopen.
Hoe wilt u de ongelijke fiscale behandeling inzake het afkopen van studiejaren, die ontstaat in hoofde van personen met een laag inkomen, aanpakken?
ANTWOORD
De bijdragen die men betaalt om studiejaren te regulariseren voor het wettelijk pensioen zijn altijd al als beroepskosten aftrekbaar van het beroepsinkomen op grond van artikel 52, 7°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Dit wordt ook expliciet bevestigd in de Commentaar op het Wetboek op de inkomstenbelastingen 1992 (zie onder meer de nummers 52/114, 52/124 en 52/134). Ook de bijdragen die worden betaald in het kader van de regeling die eind 2017 door het Parlement werd aangenomen, zullen dus als beroepskost aftrekbaar zijn. Ik ben niet van plan om voor deze laatste bijdragen een specifiek fiscaal stelsel voor te stellen.
Vermits de bijdragen voor alle belastingplichtigen aftrekbaar zijn als beroepskost, lijkt me geen sprake te zijn van een ongelijke behandeling.