Parlementaire vraag nr. 259 van de heer Deseyn van 07.11.2007

Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 017, blz. 29-30

Fiscale co-ouderschapsregeling - Onderhoudsuitkeringen

VRAAG

Bij artikel 279 van de programmawet van 27 december 2006 werd het co-ouderschap met een gelijkmatige huisvestingsregeling ook op fiscaal vlak geïntroduceerd. Naar aanleiding van de gelijke verdeling van de huisvesting van het kind rijzen echter enkele vragen met betrekking tot de aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen. De uitkeringsgerechtigde mag normaal geen deel uitmaken van het gezin van de persoon die de uitkering verschuldigd is. De vraagt rijst hoe dit geïnterpreteerd moet worden voor kinderen die opgevoed worden in een stelsel van gelijkmatige en alternerende huisvesting? Kan de onderhoudsplichtige in dat geval kiezen voor de aftrek van onderhoudsgelden bij een gelijkmatige verblijfsregeling? En indien de ene ouder onderhoudsuitkeringen terecht aftrekt voor het kind, zal de andere ouder dan automatisch de volledige toeslagen ontvangen? De rechtspraak aanvaardt in de praktijk soms wel en soms niet de aftrek van deze uitgaven. Vindt de minister dat uitgaven die een ouder in het kader van zijn omgangsrecht heeft betaald, aftrekbaar moeten kunnen zijn als onderhoudsuitkering?

ANTWOORD (van de heer Jamar, minister belast met de Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude)

Een ouder die onderhoudsgeld betaalt in het kader van een gelijkmatige huisvesting, mag de onderhoudsuitkeringen aftrekken indien hij dat fiscaal interessant vindt. Wanneer de verdeling van de toeslagen formeel geregeld is, maar een van de ouders de onderhoudsuitkeringen aftrekt zoals bedoeld in artikel 104 WIB 1992, dan is dit artikel niet meer van toepassing, zoals bepaald in artikel 132bis. Vraagt de andere ouder desondanks in zijn of haar aangifte de toepassing van artikel 132bis, dan heeft hij of zij niet automatisch recht op de volledige toeslagen op de belastingvrije som voor de betrokken kinderen, al behoudt hij of zij wel het recht om een administratief beroep ter zake in te dienen.

Uitgaven in het kader van het omgangsrecht worden niet beschouwd als onderhoudsuitkeringen. Wel kan de belastingplichtige uitgaven voor buitenschoolse opvang vanaf het inkomstenjaar 2007 aftrekken indien hij of zij recht heeft op de helft van de toeslagen op de belastingvrije som zoals bedoeld in artikel 132bis, voor zover dit gebeurt als uitgaven voor de oppas van de kinderen.

CONCLUSIE (van de heer Deseyn)

Ik zal de technische details van het antwoord van de minister nauwkeurig bestuderen. Het blijft een zeer complexe wetgeving voor de ouders. Het zou daarom niet slecht zijn om hier een specifieke brochure aan te wijden.

De rechtbank van Leuven vonniste op 9 januari 2004 gunstig met betrekking tot de aftrekbaarheid van uitgaven tijdens het omgangsrecht, en dat in tegenstelling met de eerdere rechtspraak over dit onderwerp. Ik wil dat allemaal eens herbekijken in het licht van de uitspraken die de minister vandaag deed.

CONCLUSIE (van de heer Jamar)

Dat is iets voor een volgende programmawet.