Artikel 53/3, KB/WIB 92

Art. 53/3, § 1, eerste lid, 4°/1 en 5°, treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op de inkomsten die vanaf 01.01.2021 worden betaald of toegekend (art. 1, a en b, en 2, KB 23.12.2021 - B.S. 30.12.2021; Numac: 2021043650)


§ 1. Bij het einde van elk jaar stelt de vennootschap of VZW waarbinnen een overeenkomstig de artikelen 53/1 en 53/2, § 1, erkend platform is ingericht, met inbegrip van de vennootschap of VZW waarbinnen een platform werd ingericht waarvan de erkenning overeenkomstig artikel 53/2, § 2, gedurende dat jaar werd ingetrokken, voor iedere verkrijger van in artikel 90, eerste lid, 1°bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde inkomsten een fiche op waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld, en waarin de volgende gegevens worden vermeld:

1° de identiteit van de verkrijger van de inkomsten en zijn fiscaal nummer;

2° de datum van aanvang of van stopzetting van zijn activiteit;

3° de omschrijving van de door de verkrijger geleverde diensten;

4° het bruto bedrag van de vergoedingen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1°bis, van het hiervoor vermelde Wetboek, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst;

4°/1 het bedrag van de op de onder 4° vermelde vergoedingen ingehouden bedrijfsvoorheffing;

5° desgevallend, het bedrag en de aard van eventuele andere dan in 4°/1 bedoelde ingehouden sommen, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst.

De verkrijger van de inkomsten wordt geïdentificeerd aan de hand van:

a) zijn fiscaal nummer, zijnde het rijksregisternummer van de verkrijger of, voor niet-inwoners die geen rijksregisternummer hebben, het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid;

b) wanneer de verkrijger niet over een fiscaal nummer beschikt, zijn geboortedatum, voornaam en naam en volledige adres.

Voor de in het eerste lid, 3°, bedoelde omschrijving van de geleverde diensten, worden één of meer omschrijvingen gebruikt die in een lijst zijn vermeld die door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld.

§ 2. De in paragraaf 1 vermelde fiches worden vóór 1 maart van het jaar na het inkomstenjaar langs elektronische weg ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstenbelasting en langs elektronische weg of op papier bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.

§ 3. De in paragraaf 1 vermelde fiches voor het inkomstenjaar 2018 vermelden tevens het bedrag van de bedrijfsvoorheffing die overeenkomstig de artikelen 86, tweede lid en 87, 2°bis zoals ze bestonden vooraleer ze werden opgeheven bij het koninklijk besluit van 3 juli 2019 en hoofdstuk VII, afdeling 1/1 van de bijlage III bij dit besluit, zoals dat bestond vooraleer het werd vervangen bij het koninklijk besluit van 7 december 2018 werd ingehouden op de in paragraaf 1, eerste lid, 4°, bedoelde vergoedingen die voor dat inkomstenjaar werden betaald of toegekend.

In afwijking van paragraaf 2, kunnen de in het eerste lid vermelde fiches met betrekking tot de in artikel 90, eerste lid, 1°bis van het voormelde Wetboek vermelde inkomsten tot 14 augustus 2019 langs elektronische weg worden ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstenbelasting en langs elektronische weg of op papier worden bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.