Commentaar van art. 5, WIB 92 (bijwerking)

Bijwerking Com.IB 92 dd. 01.09.2016

TITEL II: PERSONENBELASTING

HOOFDSTUK I: Aan de belasting onderworpen personen

Art. 5, WIB 92

Deze bijwerking heeft betrekking op art. 5, WIB 92, zoals van toepassing voor het aanslagjaar 2015. Het is van kracht in deze versie sinds het aanslagjaar 1992 (art. 1, KB 10.04.1992 – BS 30.07.1992).

I. WETTEKST

5/0

Art. 5. - Rijksinwoners zijn aan de personenbelasting onderworpen op grond van al hun in dit Wetboek als belastbaar vermelde inkomsten, zelfs indien sommige daarvan in het buitenland zijn behaald of verkregen.

II. PRINCIPE

5/1

Art. 5, WIB 92, bekrachtigt het territoriale karakter van de PB.

In hoofde van de rijksinwoners treft de belasting alle in het WIB 92, als belastbaar vermelde inkomsten, met inbegrip van die welke in het buitenland zijn behaald of verkregen.

Nochtans doen de bepalingen van art. 5, WIB 92, geen afbreuk aan sommige bijzondere regelingen, zoals bijvoorbeeld:

- de belastingvrijstelling bepaald in de internationale overeenkomsten die België met vreemde staten heeft gesloten ter voorkoming van dubbele belasting; ingevolge art. 155, WIB 92, worden de aldus vrijgestelde inkomsten evenwel in aanmerking genomen voor het bepalen van de belasting, maar deze wordt verminderd naar de verhouding tussen de inkomsten die zijn vrijgesteld en het geheel van de inkomsten. Voor meer informatie wordt verwezen naar de circulaire nr. Ci.R.9.Div./577.956 (AOIF 21/2006) d.d. 11.05.2006;

- inkomsten vrijgesteld krachtens andere internationale verdragen of akkoorden, voor zover zij een clausule van progressievoorbehoud bevatten;

- beroepsinkomsten betaald of toegekend aan leden en voormalige leden van het Europees Parlement of hun rechthebbenden en die worden onderworpen aan de Europese Gemeenschapsbelasting;

- de krachtens art. 156, WIB 92, toegestane vermindering tot de helft voor de belasting die evenredig betrekking heeft op sommige inkomsten uit het buitenland;

- de 'Hypotax' praktijk (soms ook 'tax equalisation' genoemd), een bezoldigingsregeling die ernaar streeft dat de internationale tewerkstelling geen enkele positieve of negatieve invloed heeft op het beschikbare arbeidsinkomen van de betrokken werknemers als gevolg van een verschillend belastingregime (met een lagere of hogere fiscale druk) in het buitenland. De werknemer krijgt aldus een 'gegarandeerde nettobezoldiging' die niet meer wordt beïnvloed door de toepassing van de verschillende belastingstelsels (binnen- en buitenlandse). Voor meer informatie wordt verwezen naar de circulaire nr Ci.RH.241/598.238 (AAFisc nr. 44/2011) d.d. 12.09.2011.