Artikel 63^12/2, KB/WIB 92
Art. 63^12/2 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2020 (art. 4 en 6, KB 28.06.2019 - B.S. 08.07.2019; Numac: 2019030580)
§ 1. De vanaf 1 januari 2018 opgerichte private privaks als bedoeld in artikel 298 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders moeten naar aanleiding van de gehele verdeling van hun maatschappelijk vermogen een document opstellen dat:
1° het bedrag van het kapitaal of de inbreng vermeldt dat door de belastingplichtige op de aandelen van de private privak werd volgestort;
2° de door de belastingplichtige ontvangen bedragen vermeldt naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van de private privak;
3° de door de belastingplichtige voorheen ontvangen dividenden vermeldt vanwege de private privak.
§ 2. Het in § 1 bedoelde document moet aan de inschrijver bezorgd worden uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van de private privak.
Een afschrift van het in § 1 bedoelde document wordt langs elektronische weg binnen dezelfde termijn aan de administratie bezorgd.