Parlementaire vraag nr. 1425 van de heer Dieter Vanbesien van 29.03.2023
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/117 d.d. 31.08.2023, blz. 290
De resultaten van de Klimaattafels
VRAAG (van de heer Vanbesien)
Op 27 januari 2023 nam de federale regering akte van de resultaten van de Klimaattafels. Deze werden in het najaar van 2022 georganiseerd voor de opvolging en de herziening van het klimaatbeleid in het algemeen, en de actualisatie van de federale bijdrage aan het ontwerp van Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) in het bijzonder. Centrale conclusies waren onder meer dat het beleid verder geconcretiseerd moet worden en er meer planmatig aan de slag moet worden gegaan. Ook stellen de Klimaattafels dat er een gebrek is aan publieke middelen voor investeringen in infrastructuur en personeel. De huidige federale beleidscyclus wordt gezien als een goede start, maar moet verder versterkt worden.
1. Gaat u akkoord met genoemde conclusies van de Klimaattafels? Specifiek met betrekking tot de overheidsinvesteringen stellen de Klimaattafels dat er een gebrek is aan een correcte inschatting van de precieze behoeften aan overheidsinvesteringen voor de transitie op zowel korte, middellange als lange termijn. Welke stappen zal u ondernemen om binnen uw bevoegdheden zowel de inschatting van de financieringsbehoeften, als de monitoring en bijstelling van deze schattingen te verbeteren?
2. Vanuit de noodzaak om onze fiscaliteit te vergroenen is de vliegtaks die door Vivaldi werd ingevoerd een positieve zaak. Het heeft tegelijkertijd geringe gedragseffecten, in het bijzonder wat betreft het gedrag van de grootste vervuilers.
a) Overweegt u om de fiscale aftrekbaarheid van zakelijke uitgaven voor vliegreizen af te schaffen of te beperken, of om een frequent flyer tax in te voeren?
b) Gaat u ermee akkoord dat dergelijke maatregelen de incentive van de grootste vervuilers om hun gedrag aan te passen vergroten?
c) Zoals u weet beweegt hieromtrent het een en ander Europees niveau, maar zullen de koolstofuitstoot van lange afstandsvluchten niet opgenomen worden binnen de uitrol van het Europese ETS voor de luchtvaart. Nochtans zijn lange afstandsvluchten verantwoordelijk voor het grootste deel van de uitstoot. Zal België een initiatief nemen voor lange afstandsvluchten?
3. De Klimaattafels adviseren om wat betreft het fiscaal beleid steeds te werken met zogenaamde sunset-clauses. Deze clausules moeten verzekeren dat een bepaald fiscaal voordeel haar economisch stimulerend effect niet voorbij gaat, zoals we in het verleden en heden bijv. zien wat betreft fiscale voordelen voor zonnepanelen of windmolens. Men stelt dus voor om het bestaan van het fiscaal voordeel te koppelen aan de ontwikkeling van enkele objectieve externe factoren, zoals doorbraken in de technologie en de aanwezigheid van betere, substitueerbare producten op de markt. Een ander voorbeeld van een dergelijke clausule zou het fiscaal voordeel kunnen koppelen aan het gemiddelde rendement van de gestimuleerde technologie. Hoe staat u in het algemeen tegenover de introductie van sunset-clauses, en kan u voorbeelden geven van fiscale regimes die u heeft geïntroduceerd of zal introduceren waarbij er dergelijke clausules zijn opgenomen?
4. De Klimaattafels spraken zich ook uit voor een klimaatbonus voor investeringen die een reductie van de koolstofuitstoot voor ogen hebben. Als algemeen uitgangpunt hanteren ze dat hier gedifferentieerd te werk moet gaan, om het Mattheuseffect van dergelijk stimuleringsbeleid enigszins te beperken. Zo zou er wat betreft kmo's gewerkt kunnen worden met een klimaatbonus van 45 % voor groene investeringen, afhankelijk van onder meer de grootte van de onderneming.
a) Wat is uw reactie op voorgestelde routekaart voor de klimaatbonus?
b) Wat vindt u van het uitgangspunt van een gedifferentieerd beleid dat in elk geval in het algemeen de grootste voordelen voorziet voor de kleinere actoren?
5. Wat betreft de verduurzaming van de financiële sector verwijst Fairfin naar het Nederlandse model, waar de overheid van de banken verwacht dat zij roadmaps opstellen om hun portefeuilles in lijn te brengen met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. In uw reactie op een open brief van onder meer Fairfin liet u optekenen dat u voorstander bent van een Belgische sustainable finance strategie, die de Europese regelgeving op dit beleidsdomein dient te ondersteunen, maar dus ook verder gaat dan deze regelgeving. Zal het opleggen van roadmaps aan de Belgische financiële spelers een onderdeel zijn van de Belgische sustainable finance strategie waar u aan werkt en waarom wel of niet?
6. De Klimaattafels stonden ook stil bij de rol van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) en Belfius bij de financiering van de klimaattransitie. Beide zijn momenteel volledig in handen van de overheid, en kunnen daarom een bevoorrechte rol spelen in het tegemoetkomen aan de financieringsbehoeften van de klimaattransitie. Het is momenteel te onwaarschijnlijk dat spelers die louter gedreven zijn door een winstmotief de nodige financiële risico's zullen aangaan die gekoppeld zijn aan de investeringen in de broodnodige infrastructuur en technologie. Gaat u akkoord met deze conclusie en hoe informeert die uw beleid? Wat is uw reactie op de evaluatie van de investeringsstrategie van FPIM? Hoe staat u vandaag tegenover het idee dat Belfius een belangrijkere rol kan spelen in het klimaatbeleid van België?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)
De Klimaattafels werden opgericht om maatschappelijke actoren, het middenveld, experten en academici te betrekken bij het federale klimaatbeleid. In het bijzonder werd er gevraagd om input en aanbevelingen te geven. Deze aanbevelingen gaven mee impuls aan de actualisering van het Federaal Energie- en Klimaatplan, dat als bijdrage dient om het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) te kunnen actualiseren.
1. Ik heb, samen met de federale regering, akte genomen van het samenvattend rapport over de resultaten van de klimaattafels. Voor wat betreft het gebrek aan een inschatting van de behoeften aan overheidsinvesteringen werd eerder al erkend dat er een gebrek is, en dit is niet enkel het geval in het kader van de klimaattransitie. Om aan het probleem tegemoet te komen werd een nieuwe afdeling opgericht onder de Hoge Raad van financiën. Deze studiecommissie Overheidsinvesteringen zal verslagen en adviezen publiceren over de noden van overheidsinvesteringen in het kader van de dubbele transitie (ecologisch en digitaal).
De leden van deze tijdelijke commissie werden in mei benoemd zodat de afdeling nu de werkzaamheden kan aanvatten.
2. Er zijn op dit moment geen plannen in die richting. De inschepingstaks werd nog maar net ingevoerd, en deze nieuwe taks en nieuwe wetgeving moet eerst de tijd krijgen om ingang te vinden. Nadien is een evaluatie uiteraard steeds mogelijk.
3. De koppeling van een fiscale ondersteuning in functie van het verwachte economische rendement voor bepaalde, gewenste investeringen, getuigt mijn inziens van een goed beleid. In mijn voorstel tot hervorming van de investeringsaftrek is dat bijv. één van de elementen die bepalend zijn welke investeringen kunnen worden opgenomen in de thematische investeringslijsten om zodus aanleiding te kunnen geven tot een verhoogde investeringsaftrek.
4. Mijn voorstel tot hervorming van de investeringsaftrek maakt inderdaad een onderscheid voor wat betreft het toe te passen tarief aan investeringsaftrek tussen KMO’s en grote ondernemingen.
5. Het voorstel voor een transitieplan voor banken werd opgenomen in het banking package door de Europese commissie. Met oog op een coherent en efficiënt beleid op vlak van transitie maar ook voor onze bankensector is het in ieders belang om ons beleid af te stemmen op het komende Europese beleid.
6. SFPIM heeft actief deelgenomen aan de Klimaattafels. Ik steun dan ook de transformatie van SFPIM naar een investeringsbeleid dat duurzamer is. Dit is reeds geconcretiseerd door de keuze van nieuwe strategische sectoren, de oprichting van het filiaal Relaunch, de oprichting van het volgende ecologische investeringscomité en de goedkeuring van het CSR-charter. SFPIM heeft daarenboven een ESG KPI systeem ontworpen voor haar volledige portefeuille. Vanaf volgend jaar, zal elke participatie van SFPIM onderworpen worden aan een meer uitgebreide rapportering. Niet alleen financieel, maar ook in termen van milieu, sociaal beleid en beheer. Ook wordt dit nieuwe KPI-systeem gebruikt voor de analyse bij elke nieuwe investering. Met betrekking tot Belfius, kan ik u meegeven dat zij in een zeer concurrentiële markt opereert die streng gereguleerd wordt door de ECB. Het is dus niet steeds mogelijk om bepaalde financiële risico's uit te breiden of op te vangen op het niveau van de overheid. Dit zou tevens ook niet kaderen binnen het ESG-kader, dat los van klimaatdoelstellingen ook doelstellingen wil realiseren binnen het sociale beleid en het beheer van instellingen. Het zou bijgevolg niet ESG-compliant zijn om Belfius toe te laten om meer uitgebreide risico's te nemen met geld dat gefinancierd wordt door haar klanten. Wel is het uiteraard zo dat Belfius zich steeds dient te conformeren naar dit kader en bijgevolg voldoende aandacht dient te besteden aan de verschillende ESG-criteria. Eens de centralisatie van Belfius gerealiseerd is, zal de SFPIM hier dan ook nauw over waken.