Parlementaire vraag nr. 14591 van de heer Gustin van 13.03.2007

Parlementaire vraag nr. 14591 van de heer Gustin dd. 13.03.2007


Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 1233, blz. 16

Fiscaal statuut studenten

VRAAG

Met een arbeidsovereenkomst voor studenten kunnen jaarlijks tienduizenden jongeren een eerste werkervaring opdoen en wat bijverdienen, geld dat dikwijls goed van pas komt. De regering wilde voor dergelijke arbeidsovereenkomsten een aantrekkelijk
fiscaal statuut uitwerken.

Sinds het aanslagjaar 2006 bepaalt artikel 143 van het WIB dat bezoldigingen ontvangen door studenten tot een basisbedrag van 1.500 euro (nietgeïndexeerd) per jaar niet in aanmerking komen voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen van personen ten laste. Bevestigt u dat dat bedrag niet meegerekend wordt bij de bepaling van het nettobedrag van de inkomsten van de student, en dat de regel van "23 dagen x 2" enkel geldt voor de inhouding van de bedrijfsvoorheffing?

ANTWOORD (van de heer Jamar, Staatssecretaris)

Die regel geldt voor de eventuele inhouding van de bedrijfsvoorheffing en de betaling van de solidariteitsbijdrage op de inkomsten van een student.

Ze is niet toepasselijk wat het niet in aanmerking nemen als inkomsten van de student van het bedrag van 1.500 euro netto per jaar (nietgeïndexeerd) betreft. Studenten die het hele jaar door werken met een arbeidsovereenkomst blijven onder die bepaling vallen, die er alleen maar toe strekt vast te stellen of de betrokkene nog als ten laste van zijn ouders kan worden aangemerkt. De
inkomsten van de student blijven in principe belastbaar, zoals voor elke andere werknemer.