Parlementaire vraag nr. 1247 van de heer Georges Gilkinet van 18.10.2016
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2016-2017, QRVA 54/096 dd. 23.11.2016, blz. 255
Fietsvergoeding voor woon-werkverkeer. - Fiscale aftrekbaarheid
VRAAG (van de heer Gilkinet)
Krachtens de belastingwetgeving zijn de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer, ook als dat met de fiets gebeurt, fiscaal aftrekbaar. De kilometervergoeding die voor woon-werkverplaatsingen met de fiets wordt toegekend, is tot 0,22 euro per kilometer vrijgesteld van inkomstenbelasting en socialezekerheidsbijdragen (inkomsten 2016). Dat is een interessant instrument om werknemers ertoe aan te moedigen voor een ander vervoermiddel dan de wagen te kiezen. De wetgeving is echter nogal restrictief qua type fietsen dat recht geeft op dat belastingvoordeel: alleen hybride en stadsfietsen komen ervoor in aanmerking. Elektrische fietsen moeten aan drie cumulatieve voorwaarden voldoen: er moet sprake zijn van trapondersteuning, de hulpmotor mag slechts tot een snelheid van 25 km/u gaan en het vermogen mag maximaal 250 watt bedragen. Dat betekent dat mountainbikes, wegfietsen en speed pedelecs (waarvan de motor tot 45 km/u gaat) van die regeling uitgesloten zijn.
1. Hoeveel bedrijven per jaar hebben de afgelopen vijf jaar een fietsvergoeding aan hun personeel toegekend? Hoeveel van die bedrijven waren kmo's?
2. Welk bedrag per jaar hebben bedrijven de afgelopen vijf jaar aan kosten afgetrokken in het kader van hun beleid inzake fietsvergoedingen en -voorzieningen?
3. Hoeveel belastingplichtigen hebben de afgelopen vijf jaar fietsvergoedingen in hun belastingaangifte vermeld? Welke bedragen werden er van de belastingen afgetrokken? Hoeveel kilometer werd er gemiddeld gefietst en welk bedrag werd er gemiddeld afgetrokken? Kunt u de aangegeven fietsvergoedingen opsplitsen in functie van het type fiets (hybride/stadsfiets of fiets met elektrische hulpmotor)?
4. Klopt het dat mountainbikes en racefietsen niet in aanmerking komen voor belastingaftrek? Waarom niet? Zou er voor dat type fietsen ook geen belastingvrijstelling kunnen worden toegekend omdat ze evengoed als hybride en stadsfietsen voor het woon-werkverkeer kunnen worden gebruikt?
5. Zou men dat belastingvoordeel bovendien niet kunnen uitbreiden tot speed pedelecs aangezien deze eveneens de mobiliteit bevorderen en minder uitstoot genereren dan vervoermiddelen met een 'klassieke' motor zoals bijvoorbeeld bromfietsen?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
1. en 2. De kilometervergoeding voor de verplaatsingen per fiets, evenals de kosten gelinkt aan de fietsinfrastructuur vormen voor de bedrijven een beroepskost die aftrekbaar is. Er is echter geen specifieke code in de fiscale aangifte voorhanden teneinde dit soort uitgaven af te zonderen zodat deze dan ook samengenomen worden met de andere uitgaven onder de noemer "beroepskosten". De budgettaire kost van de aftrekbaarheid van deze vergoeding hangt ondermeer af van het belastingregime waaronder de werkgever sorteert (personenbelasting of vennootschapsbelasting). 3. De onderstaande tabel biedt voor de aanslagjaren 2012-2016 een overzicht van het aantal belastingplichtigen die een aanvraag hebben ingediend tot aftrek van hun verplaatsingskosten met de fiets alsook van het totale jaarlijkse bedrag en het gemiddelde bedrag van de fietsvergoeding dat werd toegekend gedurende de afgelopen vijf jaar. Een raming van het gemiddeld aantal kilometer dat jaarlijks wordt afgelegd door de betrokkenen wordt eveneens verstrekt.
Aanslagjaar | Aantal | Totaal afgetrokken bedrag | Gemiddeld afgetrokken bedrag | Gemiddeld aantal km |
2012 2013 2014 2015 2016 | 313272 337899 356458 382968 405843 | 62112424,57 70279255,14 76445918,61 86615309,19 93286408,29 | 198,27 207,99 214,46 226,17 229,86 | 944 990 975 1028 1045 |
Er bestaat echter geen uitsplitsing van de aanvragen in functie van het gebruikte fietstype (stad/hybride of elektrisch ondersteund).
4. Vooreerst moet worden opgemerkt dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de vrijstelling krachtens artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a) en deze van artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). a) Overeenkomstig artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a), WIB 92 is de kilometervergoeding toegekend voor de werkelijk met de fiets gedane verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling voor een bedrag van maximum 0,22 euro per kilometer (voor het aanslagjaar 2017) vrijgesteld van inkomstenbelasting. b) Het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een fiets en de toebehoren, met inbegrip van de onderhouds- en stallingskosten, die daadwerkelijk wordt gebruikt voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, is overeenkomstig artikel 38, § 1, eerste lid, 14°b), van het WIB 92 vrijgesteld. Het is enkel betreffende de terbeschikkingstelling van de bedrijfsfiets (namelijk artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, b) dat deze vrijstelling enkel kan worden verleend voor stads- of hybride fietsen (Een hybride fiets is een tussenvorm tussen een stadsfiets en een mountainbike.) De terbeschikkingstelling van een mountainbike of een koersfiets volgt wat de fiscale behandeling betreft de algemene regels en is in principe belastbaar als voordeel van alle aard.
5. Met het koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie en het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs (Belgisch Staatsblad van 9 september 2016) is een wettelijk kader voor de elektrische fiets gecreëerd. De speed pedelec wordt vanaf 1 oktober 2016 krachtens artikel 3 van het voormeld koninklijk besluit aangemerkt als bromfiets. Bijgevolg wordt de fietsvergoeding voor de speed pedelec in de huidige stand van de wetgeving niet vrijgesteld overeenkomstig artikel 38, § 1, eerste lid, 14° a), WIB 92. De vrijstelling van bijdragen op een fietsvergoeding wordt dus voorlopig alleen toegestaan voor fietsen zonder trapondersteuning en voor elektrische fietsen waarbij de trapondersteuning beperkt is tot 25 km per uur. De vrijstellingsregeling van de fietsvergoeding met betrekking tot de speed pedelec ressorteert in de huidige stand van de wetgeving onder artikel 38, § 1, eerste lid, 9°, c, van het WIB 92 en bedraagt maximum 250 euro per jaar (geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2017: 380 euro). Aangezien steeds meer belastingplichtigen gebruik maken van de elektrische fiets wordt een eventuele aanpassing van de fiscale wetgeving ter zake momenteel onderzocht. Van zodra dit onderzoek is afgerond, zullen de resultaten zo snel mogelijk worden medegedeeld.