Parlementaire vraag nr. 170 van de heer Wim Van der Donckt van 13.01.2021

Kamer, Vraag en Antwoord, 2020-2021, QRVA 55/041 d.d. 04.03.2021, blz. 141

Pensioenen. - Bedrijfsvoorheffing (MV 12424C).

VRAAG (van de heer Van der Donckt)

Op de website van de FOD Financiën lezen we het volgende:

"In 2020 moest u minder bedrijfsvoorheffing betalen op uw pensioen. Daardoor moet u mogelijk wel meer bijbetalen voor uw personenbelasting in 2021. Hierover kwamen veel klachten van gepensioneerden die moesten bijbetalen.

De FOD Financiën heeft daarom de bedrijfsvoorheffing op de pensioenen voor 2021 aangepast. Zo willen ze vermijden dat u misschien opnieuw moet bijbetalen voor uw personenbelasting (op uw inkomsten van het jaar 2021).

Daardoor kan het zijn dat de bedrijfsvoorheffing voor u vanaf januari 2021 iets hoger is dan in december 2020. En dus dat uw nettopensioenbedrag iets lager is.

Dankzij deze nieuwe maatregel zult u minder moeten bijbetalen voor uw personenbelasting in 2022. Bron: Bruto – netto

Federale Pensioendienst (fgov.be)".

Het verbaast ons trouwens dat er in de voorbije maanden veel klachten zouden binnengekomen zijn van gepensioneerden. De inkomsten van 2020 moeten immers slechts worden vermeld in de belastingaangifte van 2021 die betrekking heeft op de inkomsten van 2020. De uiteindelijke afrekening volgt eind 2021 of begin 2022.

1. Hoeveel klachten zijn er in de voorbije maanden binnengekomen van gepensioneerden die vonden dat de tarieven van bedrijfsvoorheffing pensioenen onvoldoende de belastingafrekening reflecteerden?

2. Hoeveel % van de gepensioneerden dreigen eind 2021 extra te moeten betalen na ontvangst van hun belastingafrekening inkomsten 2020?

3. Tot welke meeropbrengst aan inkomsten uit bedrijfsvoorheffing in 2021 zal deze verhoging van deze tarieven bedrijfsvoorheffing aanleiding geven?

4. Kunt u aangeven welke categorieën van gepensioneerden hun bedrijfsvoorheffing zullen verhoogd zien met welk gemiddeld percentage? Geldt het zowel op schaal 1 als schaal 2? Geldt het voor alle inkomens of enkel voor pensioenen vanaf een bepaald bedrag?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

1. De burger kan de Algemene Administratie van de Fiscaliteit volgens de CRM-aanpak via verschillende kanalen, zoals e-mail en telefoon, aanspreken over zijn belastingdossier. Door deze verschillende contacten op verschillende niveaus is er momenteel geen centralisatie van alle klachten die over een bepaalde kwestie bij de verschillende belastingdiensten zouden worden ontvangen.

Er is wel een toepassing om klachten over onze dienstverlening te centraliseren via het online klachtenformulier op de website van de FOD Financiën. Deze tool laat wel toe om de binnengekomen klachten te centraliseren.

Gegeven het feit dat enkel de klachten, die via het online klachtenformulier binnenkomen, gecentraliseerd worden, kan er dus géén exact cijfer meegegeven worden. Niettegenstaande het voorgaande staat het wel vast dat er veel mails, telefoons, etc. van gepensioneerden zijn binnengekomen omtrent belastingsupplementen die betaald moesten worden de vorige jaren.

2. Er was vastgesteld dat een deel van de gepensioneerden steevast op het moment van de inkohiering van hun personenbelasting dienden bij te betalen en dat zorgde voor problemen. Teneinde die problemen te vermijden, is voor het inkomstenjaar 2021 een aanpassing op vlak van de bedrijfsvoorheffing doorgevoerd die ervoor zal zorgen dat zowat 600.000 à 650.000 gepensioneerden quasi geen saldo zullen moeten betalen na inkohiering van de personenbelasting voor het inkomstenjaar 2021 (aanslagjaar 2022). Deze groep vertegenwoordigt 30 % van de gepensioneerde belastingplichtigen. De bovenvermelde groep zal evenwel nog dienen bij te betalen voor het aanslagjaar 2021 (inkomsten 2020).

3. Vooreerst dient duidelijk gesteld dat de verhoging van de bedrijfsvoorheffing waarvan u spreekt, uiteraard zal resulteren in een evenredige verlaging van de bedragen die voorheen dienden bijbetaald ter gelegenheid van de inkohiering in de personenbelasting. Het gaat dus wel degelijk om een verschuiving in de belastingheffing.

Het is dus absoluut uitgesloten dat ook maar één gepensioneerde meer belasting zou moeten betalen. De globale verschuldigde personenbelasting blijft dus absoluut dezelfde. Precieze cijfers zijn momenteel nog niet voorhanden maar er is wel een raming gemaakt van de omvang van het bovenvermeld verschuivingseffect. De meeropbrengsten als gevolg van de verhoging van de tarieven inzake de bedrijfsvoorheffing op de pensioenen worden geraamd op ongeveer 30 miljoen euro en de minderopbrengsten inzake de kohieren personenbelasting zullen dus even groot zijn. Derhalve zullen de gepensioneerden globaal genomen dezelfde reëel verschuldigde belasting betalen.

Voormelde cijfers betreffen dus een raming vermits de persoonlijke situatie van de gepensioneerden tussen twee opeenvolgende inkomstenjaren behoorlijk veranderen en ook de samenstelling van de populatie van gepensioneerden wijzigt uiteraard ook van jaar tot jaar. Vandaar dat slechts een benaderende maar toch representatieve inschatting kan worden gemaakt van de genomen beslissingen.

4. Alle categorieën van gepensioneerden worden beoogd, zowel in schaal 1 als in schaal 2. De bedrijfsvoorheffing werd vastgesteld in functie van de uiteindelijk te betalen belasting. Dit varieert en bijgevolg kan hiervoor geen gemiddeld percentage worden verstrekt.

Aangezien de bedrijfsvoorheffing een voorschot is op de uiteindelijke verschuldigde belasting is het doel dat de betrokkenen minder zullen moeten bijbetalen bij de uiteindelijke afrekening.