Artikel 210, WIB 92
Art. 210 is van toepassing vanaf 01.05.2019 (art. 43, 1° tot 3°, en 5° tot 9°, en 119, § 1, 1ste lid, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)
Art. 210, § 1, 3°, is van toepassing op de wijzigingen van rechtsvorm doorgevoerd vanaf 01.05.2019 of, in het geval van een vennootschap, vereniging of stichting bedoeld in § 2, vanaf de dag waarop het Wetboek van vennootschappen en verenigingen op haar van toepassing wordt (art. 43, 4°, en 119, § 1, 6de lid, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)
[Zolang het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling II, van de wet van 23 maart 2019, niet van toepassing is op een vennootschap, vereniging of stichting, moet elke verwijzing naar een bepaling van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen die voorkomt in een bepaling van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, het Wetboek van Successierechten, het Wetboek diverse rechten en taksen en het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, de ter uitvoering ervan genomen besluiten en de bijzondere wetgeving van toepassing op deze belastingen, worden gelezen, voor wat deze vennootschap, vereniging of stichting betreft, als een verwijzing naar de bepaling van het Wetboek van vennootschappen of andere bijzondere wetgeving die in zulke fiscale wetgeving voorkwam voor de inwerkingtreding van deze wet (art. 119, § 2, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)]
[Zolang, overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling II van de wet van 23 maart 2019, een vennootschap, vereniging of stichting, die door het Belgisch recht wordt beheerst, een rechtsvorm heeft die het Wetboek van vennootschappen en verenigingen niet erkent, worden de bepalingen van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, het Wetboek van Successierechten, het Wetboek diverse rechten en taksen en het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, de ter uitvoering ervan genomen besluiten en de bijzondere wetgeving van toepassing op deze belastingen, die voor de inwerkingtreding van deze wet deze rechtsvorm vermeldden, geacht deze rechtsvorm te blijven vermelden voor wat deze vennootschap, vereniging of stichting betreft, zoals voor de inwerkingtreding van deze wet (art. 119, § 3, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)]
§ 1. De artikelen 208 en 209 zijn mede van toepassing:
1° bij fusie door overneming, bij fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap, bij splitsing door overneming, bij splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, bij gemengde splitsing of bij met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting;
1°bis bij met (...) splitsing gelijkgestelde verrichting (...);
2° bij ontbinding zonder gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen, anders dan in gevallen als vermeld onder 1° en 1°bis;
2°bis in geval van overdracht zonder ontbinding, van het geheel of een gedeelte van het maatschappelijk vermogen in het kader van een verrichting gelijkaardig aan deze bedoeld in 1°bis;
3° bij het aannemen van een andere rechtsvorm, behalve in de gevallen als vermeld in de artikelen 14:2 tot 14:14, 15:32 tot 15:33 en 16:10 tot 16:11 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en in de andere gevallen waarbij een andere rechtsvorm wordt aangenomen op voorwaarde dat deze omzetting plaatsvindt zonder onderbreking van de rechtspersoonlijkheid en in overeenstemming met het rechtspersonenrecht dat de omzetting beheerst;
4° bij het overbrengen van (...) de voornaamste inrichting of de zetel van bestuur of beheer naar het buitenland;
5° bij de erkenning door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of in niet genoteerde aandelen, of als gereglementeerde vastgoedvennootschap, tenzij zij op het ogenblik van de erkenning reeds erkend was als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of in niet genoteerde aandelen, of als gereglementeerde vastgoedvennootschap, of reeds ingeschreven was bij de FOD Financiën als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds;
6° bij de inschrijving bij de FOD Financiën als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, tenzij zij op het ogenblik van de inschrijving reeds door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten erkend was als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of in niet genoteerde aandelen, of als gereglementeerde vastgoedvennootschap.
7° in geval van erkenning als landbouwonderneming als bedoeld in artikel 8:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, behoudens wanneer de vennootschap aan de vennootschapsbelasting onderworpen blijft;
8° wanneer een landbouwonderneming als bedoeld in artikel 8:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, niet langer aan de vennootschapsbelasting is onderworpen.
§ 2. In de in § 1 vermelde gevallen, wordt de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen op de datum waarop de bedoelde verrichtingen hebben plaatsgevonden, gelijkgesteld met een bij verdeling van maatschappelijk vermogen uitgekeerde som.
§ 3. In afwijking van § 1, zijn de bepalingen van de artikelen 208 en 209 in geval van met splitsing gelijkgestelde verrichting als vermeld in § 1, 1°bis en overdracht bedoeld in § 1, 2°bis, niet van toepassing op het maatschappelijk vermogen dat ingevolge de verrichting niet door de overdragende vennootschap wordt overgedragen.
In dat geval wordt de gelijkstelling met een bij verdeling van maatschappelijk vermogen uitgekeerde som als bedoeld in § 2, beperkt tot de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen dat ten gevolge van de verrichting bij de verkrijgende vennootschap is ingebracht.
Voor de toepassing van artikel 209, tweede lid, 1°, wordt met betrekking tot dergelijke verrichting het gestorte kapitaal van de overdragende vennootschap bepaald naar verhouding tot het evenredige aandeel van de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen dat ingevolge de verrichting bij de verkrijgende vennootschap is ingebracht, in het totaal van de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen van de overdragende vennootschap, vóór de verrichting.
Opneming van winst van het boekjaar of van gereserveerde winst die reeds aan de vennootschapsbelasting is onderworpen, wordt niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de belastbare winst tot het bedrag van de overeenkomstig het vorige lid op het gestorte kapitaal aan te rekenen uitkering die geen aanleiding heeft gegeven tot een werkelijke vermindering van het kapitaal.
§ 4. Bij fusie door overneming, bij fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap, bij splitsing door overneming, bij splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, bij gemengde splitsing en bij met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting, (...) wordt ten name van de overnemende of verkrijgende vennootschap:
- het door de inbreng gestorte kapitaal geacht overeen te stemmen met de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen bedoeld in § 2 of in § 3, tweede lid, dat bij deze vennootschap is ingebracht, voor zover de inbrengen worden vergoed met nieuwe aandelen die daartoe worden uitgegeven;
- de aanschaffingswaarde van de ingebrachte bestanddelen geacht overeen te stemmen met de werkelijke waarde die zij hadden bij de overgenomen of gesplitste vennootschap op de datum waarop de verrichting heeft plaatsgevonden.
§ 5. Voor de toepassing van artikel 209, bij de erkenning door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of als gereglementeerde vastgoedvennootschap, of bij de inschrijving van deze vennootschap bij de FOD Financiën als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, wordt, overeenkomstig § 1, 5° en 6°, het bedrag van het gestorte kapitaal, in afwijking van de artikelen 184, 184bis en 184ter, § 1, eerste lid, evenals het bedrag van de voorheen gereserveerde winst, verminderd ten belope van het positieve verschil tussen het bedrag van de herwaarderingsmeerwaarden en het bedrag van de afschrijvingen die reeds werden geboekt op deze herwaarderingsmeerwaarden voorafgaand aan de erkenning van deze vennootschap als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of als gereglementeerde vastgoedvennootschap of voorafgaand aan de inschrijving van deze vennootschap bij de FOD Financiën als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, en dit in de mate dat de sommen die overeenstemmen met dit verschil teruggevonden worden in het bedrag aan gestort kapitaal of van de voorheen gereserveerde winst.
Voor de toepassing van het eerste lid, in het geval een vereniging zonder winstoogmerk werd omgevormd tot een overeenkomstig artikel 8:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen erkende sociale onderneming, voorafgaand aan de erkenning door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van deze vennootschap, die al dan niet haar statuten de hoedanigheid als een overeenkomstig artikel 8:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen erkende sociale onderneming behoudt, als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of als gereglementeerde vastgoedvennootschap, of aan de inschrijving van deze vennootschap bij de FOD Financiën als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, wordt het bedrag van het gestorte kapitaal van deze vennootschap, in afwijking van de artikelen 184, 184bis en 184ter, § 1, eerste lid, evenals het bedrag van de voorheen gereserveerde winst, verminderd ten belope van het positieve verschil tussen het bedrag van de herwaarderingsmeerwaarden en het bedrag van de afschrijvingen die reeds werden geboekt op deze herwaarderingsmeerwaarden voorafgaand aan de omvorming van deze vereniging zonder winstoogmerk tot een overeenkomstig artikel 8:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen erkende sociale onderneming, en dit in de mate dat de sommen die overeenstemmen met dit verschil teruggevonden worden in het bedrag aan gestort kapitaal of van de voorheen gereserveerde winst.
Deze paragraaf is niet van toepassing op de vennootschappen die worden erkend als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed of als gereglementeerde vastgoedvennootschap, of die worden ingeschreven als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, en die sinds hun oprichting aan de vennootschapsbelasting worden onderworpen.
De toepassing van deze paragraaf heeft geen invloed op de vaststelling van het bedrag aan dividenden dat in hoofde van de vennoten en aandeelhouders wordt vastgesteld.