Artikel 177, KB/WIB 92
Art. 177, § 1, eerste en tweede lid, § 2, vierde lid, § 3 en 4, treedt in werking op 01.12.2021 (art. 10 en 25, KB 23.11.2021 - B.S. 02.12.2021; Numac: 2021034085)
Het opschrift van afdeling VII vervangen als volgt: "Afdeling VII.- Vestiging en invordering van de belasting van niet-inwoners op meerwaarden op onroerende goederen" [treedt in werking op 01.12.2021 (art. 9 en 25, KB 23.11.2021 - B.S. 02.12.2021; Numac: 2021034085)]
§ 1. Bij overdracht onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen of van zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen, zijn de personen die krachtens artikel 35 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, verplicht zijn de akte of een verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld, ter registratie aan te bieden en de desbetreffende rechten te betalen, verplicht, bij de registratie van die akte of van die verklaring op de financiële rekening van de bevoegde dienst, de belasting van niet-inwoners te betalen met betrekking tot de meerwaarde die belastbaar zijn als diverse inkomsten als bedoeld in artikel 228, § 2, 9°, g of i, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Artikel 169ter van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten is van toepassing op de belasting van niet-inwoners die bij de registratie van de akte of van de verklaring moet worden betaald.
§ 2. Wanneer § 1 moet worden toegepast, zijn de personen die verplicht zijn tot registratie van de akte of van de verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld verplicht, vóór registratie, aan de ontvanger van de registratie een aangifte in tweevoud voor te leggen waarbij kennis wordt gegeven van alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de belasting van niet-inwoners met betrekking tot de verwezenlijkte meerwaarde en eventueel de kosten en uitgaven te verantwoorden die de overdrager vraagt van de overdrachtprijs af te trekken of bij de verkrijgingsprijs te voegen.
Hangt de in de belasting van niet-inwoners belastbare grondslag geheel of gedeeltelijk af van de waardering van een levenslang recht, dan moet de aangifte de naam, voornamen, woonplaats, geboorteplaats en -datum vermelden van de personen die gezegd levenslang recht genieten.
Bij overdracht van een gebouwd onroerend goed als bedoeld in artikel 91 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moet, wanneer de ontvanger van de registratie erom verzoekt, een verklaring de verkoopwaarde vermelden van de los van de grond beschouwde gebouwen.
Het registratiekantoor kan de registratie van de akte afhankelijk stellen van de overlegging van een getuigschrift dat uitgaat van de bevoegde ambtenaar van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen en waarbij is vastgesteld dat de overdrager geen belastingplichtige is als vermeld in artikel 227, 1° of 3°, van hetzelfde Wetboek.
§ 3. De belasting van niet-inwoners verschuldigd op meerwaarden die belastbaar zijn als diverse inkomsten als bedoeld in artikel 228, § 2, 9°, g of i, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde Wetboek gevestigd door de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen, en wordt overeenkomstig het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen ingevorderd wanneer die belasting, om welke reden ook, niet is betaald overeenkomstig paragraaf 1, of wanneer het als gezegde belasting overeenkomstig paragraaf 1 betaalde bedrag lager is dan het verschuldigde bedrag.
§ 4. De bepalingen van titel VII, hoofdstuk VII, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zijn van toepassing op de belasting van niet-inwoners die (...) wordt geheven bij de registratie van een akte of van een verklaring waarbij de overdracht onder bezwarende titel van onroerende goederen of van zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen is vastgesteld.