Parlementaire vraag nr. 1738 van de heer Wouter Vermeersch van 26.10.2023
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/124 d.d. 29.11.2023, blz. 143
Terugbetaling kosten thuis opladen elektrische en hybride wagens
VRAAG (van de heer Vermeersch)
In antwoord op vraag nr. 472 van collega Joris Vandenbroucke van 1 juni 2021 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2020-2021, nr. 60) gaf u aan dat wanneer een werkgever naast een elektrische bedrijfswagen eveneens een thuislader (een zogenaamde home charger) of een elektrische laadpaal ter beschikking stelt van zijn werknemer én deze thuislader of laadpaal beschikt over een specifiek communicatiesysteem dat aan de werkgever communiceert hoeveel elektriciteit er wordt verbruikt én het beleid voor de bedrijfswagen (de zogenaamde car policy) voorziet in de terugbetaling van de met de thuislader opgeladen elektriciteit, dat er dan slechts één voordeel van alle aard wordt belast, namelijk het forfaitair geraamde voordeel van alle aard voor de elektrische bedrijfswagen. In die omstandigheden doet de terugbetaling van de elektriciteit géén bijkomend belastbaar voordeel ontstaan voor zover de terugbetaling gebeurt op basis van de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer.
1. Moet die vrijgestelde terugbetaling van de elektriciteitskosten worden beschouwd als een terugbetaling van een kost eigen aan de werkgever en dient deze bijgevolg op een fiscale fiche 281.10 (281.20 ingeval van een bedrijfsleider) onder de rubriek 24 b) eigen kosten voor de werkgever "vergoedingen op basis van bewijstukken" (onder de rubriek 18 eigen kosten voor de werkgever "vergoedingen op basis van bewijstukken" ingeval van een bedrijfsleider) te worden vermelden?
2. Geldt de bovenvermelde administratieve tolerantie (slechts één voordeel) ook in geval van een plug-in hybride personenwagen? En is de terugbetaling van die elektriciteitskosten dan in hoofde van de werkgever beperkt aftrekbaar in functie van CO2-uitstoot, motortype en datum aanschaf van die plug-in hybride personenwagen of 100 % aftrekbaar?
3. Wat als een werkgever X een elektrische bedrijfswagen ter beschikking stelt aan zijn werknemer Y alsook een laadpaal en de overige voorwaarden voor de administratieve tolerantie zijn voldaan (dus slechts één belastbaar voordeel ten belope van het forfaitair geraamd voordeel van alle aard voor de ter beschikking stelling van de bedrijfswagen) maar na verloop van tijd er een eigendomsoverdracht van de laadpaal gebeurt van de werkgever X naar de werknemer Y. Kunnen de terugbetaalde elektriciteitskosten door werkgever X na de eigendomsoverdracht van de laadpaal naar Y dan nog steeds onder de administratieve tolerantie vallen en zijn er eventueel bijkomende voorwaarden daartoe te vervullen?
4. Een particulier investeert zelf in een laadstation en krijgt daarvoor de belastingvermindering voor een particulier laadstation. Nadien krijgt hij van zijn werkgever een elektrische bedrijfswagen ter beschikking alsook een oplaadpaal (en de overige voorwaarden voor de administratieve tolerantie zijn voldaan). Moet de werknemer dan zijn laadpaal verkopen (eigendomsoverdracht doen) aan zijn werkgever opdat de terugbetaling van kosten van thuis opladen door de werknemer geen bijkomend voordeel veroorzaakt maar deel uitmaakt van één voordeel ten belope van het forfaitair geraamd voordeel van alle aard voor de ter beschikkingstelling van de bedrijfswagen?
5. Een werknemer krijgt bij zijn werkgever X een elektrische bedrijfswagen alsook een oplaadpaal thuis ter beschikking (en voldoet aan de overige voorwaarden voor de tolerantie, dus slechts één belastbaar voordeel ten belope van het forfaitair geraamd voordeel van alle aard voor de ter beschikkingstelling van de bedrijfswagen). Vervolgens verandert hij van werkgever. Zijn nieuwe werkgever Y stelt hem eveneens een elektrische bedrijfswagen alsook een oplaadpaal thuis ter beschikking. Moet werkgever Y dan een bijkomende laadpaal ter beschikking stellen of de laadpaal overnemen van werkgever X, opdat de terugbetaling van de oplaadkosten voor thuis opladen maar aanleiding zou geven tot één belastbaar voordeel ten belope van het forfaitair geraamd voordeel van alle aard voor de ter beschikkingstelling van de bedrijfswagen?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)
Hierna herhaal ik voor alle duidelijkheid nogmaals het principe van de administratieve tolerantie waarnaar u verwijst, zoals ik heb toegelicht in mijn antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 472 van 20 juli 2021 van Volksvertegenwoordiger Joris Vandenbroucke (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2020-2021, nr. 60). Wanneer een werkgever:
- naast een elektrische bedrijfswagen eveneens een elektrische laadpaal ter beschikking stelt van zijn werknemer;
- die over een specifiek communicatiesysteem beschikt dat aan de werkgever communiceert hoeveel elektriciteit er wordt verbruikt;
- en de van toepassing zijnde car policy bovendien voorziet in de terugbetaling van de met de laadpaal 'getankte' elektriciteit;
Dan aanvaardt mijn administratie dat de terbeschikkingstelling van de elektrische bedrijfswagen met laadpaal en de terugbetaling door de werkgever van de met die laadpaal getankte elektriciteit fiscaal op dezelfde wijze wordt behandeld als de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen met bijhorende tankkaart. Er zal in dat geval slechts één voordeel van alle aard worden belast, namelijk het forfaitair geraamde voordeel van alle aard dat van toepassing is voor de elektrische bedrijfswagen. De terugbetaling van de elektriciteit doet in die omstandigheden geen bijkomend belastbaar voordeel ontstaan, voor zover uiteraard die terugbetaling uitsluitend betrekking heeft op de elektriciteit getankt voor de ter beschikking gestelde elektrische bedrijfswagen. De terugbetaling door de werkgever moet gebeuren op basis van de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer. Hiervoor zijn alle bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed, toegestaan.
1. Wanneer aan alle voormelde voorwaarden is voldaan zodat de terbeschikkingstelling van de bedrijfswagen (als bedoeld in artikel 65 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92)) met laadpaal en de terugbetaling van de elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van die ter beschikking gestelde bedrijfswagen op dezelfde wijze kan worden behandeld als de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen met bijhorende tankkaart, dan zal er slechts één voordeel van alle aard worden belast, namelijk het forfaitair geraamde voordeel van alle aard dat van toepassing is voor de elektrische bedrijfswagen. De terugbetaling van de elektriciteit doet in die omstandigheden geen bijkomend belastbaar voordeel ontstaan, maar wordt geacht vervat te zitten in het forfaitair geraamde voordeel van alle aard van de ter beschikking gestelde elektrische bedrijfswagen. Er is in dat geval dan ook geen sprake van een eventuele terugbetaling van een eigen kost van de werkgever die moet worden vermeld op een inkomstenfiche 281.10 of 20.
2. Voormelde administratieve tolerantie geldt mutatis mutandis voor een ter beschikking gestelde plug-in hybride bedrijfswagen. Als een werkgever een in artikel 65, WIB 92 bedoeld voertuig ter beschikking stelt voor het persoonlijk gebruik door een werknemer, is de in artikel 66, § 1, WIB 92 bedoelde aftrekbeperking volgens artikel 66, § 3, 3°, WIB 92 niet van toepassing op het bedrag dat overeenstemt met het voordeel van alle aard dat op naam van die werknemer wordt belast. In geval van toepassing van voormelde administratieve tolerantie bedraagt het voordeel van alle aard dat op naam van de werknemer wordt belast, evenveel als de werkgever de elektriciteitskosten voor het gebruik van de wagen terugbetaalt of niet. Als de werkgever die elektriciteitskosten eveneens terugbetaalt, zal die terugbetaling daardoor steeds aan de voormelde aftrekbeperking moeten worden onderworpen.
3. Ja. De voorwaarden zijn in dat geval de volgende:
- de werkgever stelt een elektrische/plug-in hybride bedrijfswagen ter beschikking
- de van toepassing zijnde car policy voorziet in de terugbetaling van elektriciteit voor het thuis opladen - les frais de la recharge à domicile de sa voiture d'entreprise peuvent être déterminés d'une manière vérifiable via le système de recharge qui est désormais la propriété du travailleur;
- via het laadsysteem dat nu eigendom is van de werknemer kunnen de laadkosten voor het thuis opladen van zijn bedrijfswagen op een verifieerbare wijze worden vastgesteld
- de terugbetaling door de werkgever gebeurt op basis van de werkelijke elektriciteitskosten
- de terugbetaling door de werkgever heeft uitsluitend betrekking op de elektriciteit getankt voor de door hem ter beschikking gestelde bedrijfswagen.
4. Nee. Zoals reeds verduidelijkt in mijn antwoord op de mondelinge parlementaire vraag nr. 24138 van Volksvertegenwoordiger Joy Donné (Integraal Verslag, Kamer, 2021-2022, CRIV 55 COM 701) moet de werkgever er over waken dat hij uitsluitend in de terugbetaling voorziet met betrekking tot het verbruik van de ter beschikking gestelde bedrijfswagens. Hij moet dus een zicht krijgen op het verbruik. Daarom is er de vereiste van een specifiek communicatiesysteem. Er kan ook worden aanvaard dat een andere vorm van communicatie wordt gebruikt, voor zover die verifieerbaar is. Een tussenteller behoort daarbij tot de mogelijkheden. De werknemer mag dus ook zijn eigen laadpaal gebruiken om zijn bedrijfswagen thuis op te laden. De werkgever hoeft geen laadpaal ter beschikking te stellen voor de toepassing van de administratieve tolerantie. De terbeschikkingstelling van een laadpaal is immers geen voorwaarde op zich voor de toepassing van die administratieve tolerantie. Daarmee heb ik enkel willen verduidelijken dat wanneer de werkgever wel een laadpaal ter beschikking stelt, die terbeschikkingstelling evenmin aanleiding zal geven tot het belasten van een afzonderlijk voordeel van alle aard, maar dat het voordeel geacht wordt vervat te zitten in het forfaitair geraamde voordeel van alle aard van de ter beschikking gestelde elektrische bedrijfswagen, althans voor zover aan alle voormelde voorwaarden is voldaan. Het is wel noodzakelijk dat het elektriciteitsverbruik voor het thuis opladen van de bedrijfswagen op een verifieerbare wijze te kan worden vastgesteld.
5. Nee. Zie punt 4.