Commentaar van art. 180, WIB 92

Art. 180, WIB 1992

I. WETTEKST

180/0

II. ALGEMEEN

180/1

III. BEDOELDE RECHTSPERSONEN

180/2-11

A. De intercommunales

180/2

B. De verenigingen opgericht tot exploitatie van de havens

180/3

C. De Nationale Delcrederedienst

180/4

D. De Belgische Maatschappij voor de Financiering van de Nijverheid

180/5

E. De Nationale Loterij

180/6

F. Het Participatiefonds

180/7-8

G. De openbare vervoermaatschappijen

180/9

H. De waterzuiveringsmaatschappijen

180/10

I. De effectenbeursvennootschappen

180/11

I. WETTEKST

Nummer 180/0

Art. 180. - Aan de vennootschapsbelasting zijn niet onderworpen :

1° intercommunales beheerst door de wet van 22 december 1986;

2° de Naamloze Vennootschap Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel, de Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtingen, de Haven van Brussel en de autonome havens van Luik, Charleroi en Namen;

3° de Nationale Delcrederedienst;

4° de Belgische Maatschappij voor de Financiering van de Nijverheid;

5° de Nationale Loterij;

5°bis het Participatiefonds;

6° de Waalse Regionale Maatschappij voor Openbaar Personenvervoer en de exploitatiemaatschappijen die eraan zijn verbonden;

7° de Vlaamse Vervoermaatschappij en de autonome exploitatieëntiteiten binnen de Maatschappij;

8° de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel;

9° waterzuiveringsmaatschappijen beheerst door de wet van 26 maart 1971;

10° Effectenbeursvennootschappen als vermeld in artikel 7 van de wet van 4 december 1990.

II. ALGEMEEN

Nummer 180/1

Art. 180, WIB 92, somt de vennootschappen op die onvoorwaardelijk uit de Ven.B worden gesloten.

Deze vennootschappen worden dus zonder enige voorwaarde of onderzoek, uit het toepassingsgebied van de Ven.B gesloten en aan de RPB onderworpen.

De belastbaarheid in de RPB vormt geen hinderpaal tot het heffen van de RV op de dividenden die die belastingplichtigen toekennen aan hun aandeelhouders die geen openbare machten zijn.

Elk van de in 180/0 vermelde belastingplichtigen wordt hierna afzonderlijk besproken.

III. BEDOELDE RECHTSPERSONEN

A. DE INTERCOMMUNALES

Nummer 180/2

Voorheen bepaalde art. 94, 2e lid, a, WIB, dat de intercommunale verenigingen beheerst door de wetten van 6.8.1897, 1.7.1899, 18.8.1907 en 1.3.1922, niet aan de Ven.B waren onderworpen. Art. 30, W 22.12.1986 betreffende de intercommunales (V 1908 - Bull. 664) heeft de voormelde wetten evenwel opgeheven (en voormeld art. 94, 2e lid, a, WIB werd door de W 22.12.1989 op overeenkomstige wijze aangepast). Bovendien schrijft art. 29, § 1 van diezelfde W 22.12.1986 voor dat de verenigingen van gemeenten, welke waren opgericht krachtens die wetten van 6.8.1897, 1.7.1899, 18.8.1907 en 1.3.1922, hun statuten met de bepalingen van de voormelde W 22.12.1986 in overeenstemming moeten brengen binnen een termijn van twaalf maanden die volgt op de inwerkingtreding van die wet. Derhalve kan worden gesteld dat thans de intercommunales beheerst worden door de meergenoemde W 22.12.1986.

De voornaamste kenmerken en verplichtingen van de intercommunales beheerst door de W 22.12.1986 kunnen als volgt worden samengevat (tussen haakjes het betreffende art. van de W 22.12.1986) :

- de intercommunales zijn verenigingen die door verscheidene gemeenten worden opgericht met welbepaalde oogmerken van gemeentelijk belang (art. 1);

- buiten de gemeenten mogen eveneens andere publiekrechtelijke personen alsmede privaatrechtelijke personen van de intercommunales deel uitmaken (art. 2);

- de intercommunales hebben de rechtsvorm van NV, van CV of van VZW; de als VZW opgerichte intercommunales mogen in geen geval nijverheids- of handelszaken drijven of trachten een stoffelijk voordeel aan hun leden te verschaffen (art. 5);

- de boekhouding van de intercommunales moet worden gevoerd volgens de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen (art. 24).

B. DE VERENIGINGEN OPGERICHT TOT EXPLOITATIE VAN DE HAVENS

Nummer 180/3

Hier zijn met name bedoeld de :

- NV Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel (*);

- Maatschappij der Brugse zeevaartinrichtingen;

- Haven van Brussel (*);

- Autonome haven van Luik;

- Autonome haven van Charleroi;

- Autonome haven van Namen.

[(*) De NV Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel werd bij KB 18.12.1991 ontbonden, waarbij alle taken van deze vennootschap op 1.1.1992 aan het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest werden overgedragen. Voorts werd m.b.t. deze overdracht door laatstgenoemde Gewest met ingang van 1.6.1993 de publiekrechtelijke rechtspersoon "Haven van Brussel" opgericht. Wat het Vlaamse Gewest betreft, werden de taken vanaf 1.1.1995 overgedragen aan de "NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen". De afsluiting van de ontbinding van de NV Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel heeft eveneens plaats gehad op 1.1.1995.]

Deze instellingen zijn dus praktisch aan hetzelfde belastingstelsel onderworpen als de havens van Gent en Antwerpen en de andere als gemeentebedrijven opgerichte rivier- en zeehavens die geen eigen rechtspersoonlijkheid bezitten en afhangen van de plaatselijke gemeentebesturen die zelf aan de RPB onderworpen zijn.

C. DE NATIONALE DELCREDEREDIENST

Nummer 180/4

De Nationale Delcrederedienst is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die tot doel heeft de internationale economische betrekkingen te bevorderen, hoofdzakelijk door de acceptatie van risico's op het gebied van uitvoer, invoer en investeringen in het buitenland. Deze dienst oefent zijn activiteit uit voor rekening van de Staat of voor eigen rekening, al dan niet met Staatsgarantie.

D. DE BELGISCHE MAATSCHAPPIJ VOOR DE FINANCIERING VAN DE NIJVERHEID

Nummer 180/5

Deze vennootschap (verkort "Belfin") heeft tot taak, in de context van de industriële politiek van de Staat, door een beroep op de nationale of internationale kapitaalmarkten of door elke andere gepaste techniek, bij te dragen tot de rechtstreekse of onrechtstreekse financiering van de herstructurering en de ontwikkeling van de diverse industriële, commerciële en dienstensectoren van de Belgische economie, en dit volgens elke formule, onder elke vorm en onder de voorwaarden die zij bepaalt.

E. DE NATIONALE LOTERIJ

Nummer 180/6

Oorspronkelijk werd onder "Nationale Loterij" enkel de benaming verstaan van de openbare loterij, waarvan de praktische organisatie in handen was van een dienst van het Ministerie van Financiën.

Door de W 22.7.1991 betreffende de Nationale Loterij (V 2121, Bull. 709) werd evenwel onder de benaming "Nationale Loterij" een instelling van openbaar nut opgericht met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid, die gelast is in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, de openbare loterijen te organiseren.

F. HET PARTICIPATIEFONDS

Nummer 180/7

Oorspronkelijk bestond binnen de Nationale Kas voor Beroepskrediet (NKBK), een Participatiefonds met als bijzondere opdracht het leveren van een bijdrage tot de versterking van de financiële structuur van de KMO's.

In dat kader kon de NKBK via het Participatiefonds :

1° minderheidsparticipaties nemen in KMO's en inschrijven op obligaties;

2° rechtstreeks of door bemiddeling van erkende kredietverenigingen achtergestelde leningen of gelijksoortige voorschotten aan KMO's toestaan;

3° achtergestelde leningen toekennen aan uitkeringsgerechtigde volledig werklozen die zich als zelfstandige wilden vestigen of een onderneming wensten op te richten.

Voor de vervulling van de voormelde opdrachten werden aan het Participatiefonds, via het NKBK, fondsen ter beschikking gesteld onder de vorm van bijzondere dotaties waaronder de opbrengst van de door zelfstandigen verschuldigde sociale solidariteitsbijdragen en maandelijkse dotaties ten laste van het budget van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. In dit verband bepaalde art. 8, W 23.10.1991 (V 2143 - Bull. 712), dat deze door de NKBK voor rekening van het Participatiefonds ontvangen dotaties geen belastbare winsten waren in de zin van het toenmalige art. 21, WIB (thans art. 24, WIB 92)

Nummer 180/8

Door de art. 73 tot 85, W 28.7.1992 (BS 31.7.1992) werd evenwel - als afzonderlijke openbare instelling met rechtspersoonlijkheid - het Participatiefonds opgericht dat de opdrachten overnam die tot dan toe waren toevertrouwd aan de NKBK voor rekening van het vroegere Fonds. Tevens werd, ingevolge art. 82 van voormelde wet, dat Participatiefonds met ingang van 1 januari 1993 ondergebracht bij de in art. 180, WIB 92, bedoelde rechtspersonen zodat het onvoorwaardelijk uit het toepassingsgebied aan de Ven.B wordt gesloten en onderworpen wordt aan de RPB.

G. DE OPENBARE VERVOERMAATSCHAPPIJEN

Nummer 180/9

Voorheen werden de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen en de maatschappijen voor intercommunaal vervoer beheerst door de W 17.6.1953 op de inrichting van het gemeenschappelijk vervoer in de streek van Brussel en de W 22.2.1961 betreffende de oprichting van maatschappijen voor stedelijk gemeenschappelijk vervoer, niet aan de Ven.B onderworpen.

Na herstructurering van de sector, o.m. ingevolge bevoegdheidsoverdrachten aan de Gewesten, worden thans onvoorwaardelijk uit het toepassingsgebied van de Ven.B gesloten :

- de Waalse Regionale Maatschappij voor Openbaar Personenvervoer en de exploitatiemaatschappijen die eraan zijn verbonden;

- de Vlaamse Vervoermaatschappij en de autonome exploitatieëntiteiten (momenteel vijf) binnen die maatschappij;

- de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel.

H. DE WATERZUIVERINGSMAATSCHAPPIJEN

Nummer 180/10

In de huidige stand van zaken wordt enkel de Vlaamse Milieumaatschappij aangemerkt als waterzuiveringsmaatschappij beheerst door de W 26.3.1971.

I. DE EFFECTENBEURSVENNOOTSCHAPPEN

Nummer 180/11

Oorspronkelijk werd de organisatie en werking van effectenbeurzen geregeld door de W 4.12.1990 op de financiële transacties en de financiële markten (t.t.z. boek II, titel I van die wet). De meeste bepalingen van die titel werden (met ingang van 31.10.1995 - KB 19.10.1995 - BS 31.10.1995) opgeheven en in feite vervangen door de W 6.4.1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs - BS 3.6.1995 (t.t.z. boek I, titel I, hoofdstuk II, van die wet).

Een "Effectenbeurs" is een markt voor openbare transacties waar een ieder door bemiddeling van een tot de beurs toegelaten bemiddelaar, effecten (thans financiële instrumenten) die in deze markt zijn opgenomen, kan verwerven of overdragen.

De effectenbeurzen zijn in de plaats gekomen van de vroegere openbare fondsen- en wisselbeurzen, bedoeld in art. 87, Wkh. Voormeld art. 87, Wkh., is door art. 104, 1e lid, 1°, W 4.12.1990 met ingangvan 1.1.1991 opgeheven.

Oorspronkelijk werd een "Effectenbeurs" opgericht in Antwerpen, Brussel en Luik. Ingevolge het KB 30.3.1994 (BS 14.4.1994) werd ondertussen de Effectenbeurs van Luik evenwel gesloten. Derhalve voorziet de W 6.4.1995 (art. 7, § 2) thans nog slechts in de oprichting van een effectenbeurs in Antwerpen en Brussel.

Een "Effectenbeurs" wordt bestuurd door een publiekrechtelijke rechtspersoon, opgericht in de vorm van een CV, die de naam "Effectenbeursvennootschap" draagt.

De "Effectenbeursvennootschappen" traden van rechtswege in de rechten en verplichtingen van de in art. 88 van boek I, titel V, Wkh. (dat eveneens door art. 104, W 4.12.1990 met ingang van 1.1.1991 is opgeheven) bedoelde verenigingen van wisselagenten, die met ingang van 1.1.1991 zijn ontbonden. Het vermogen van deze verenigingen werd van rechtswege overgedragen aan de overeenstemmende Effectenbeursvennootschappen.

De statuten van de "Effectenbeursvennootschappen" worden door de Koning op advies van de Beurscommissie (thans na advies van de bestaande effectenbeursvennootschap) en de Commissie voor het Bank- en Financiewezen vastgesteld. Derhalve werden de statuten vastgesteld van :

- de CV EFFECTENBEURSVENNOOTSCHAP VAN BRUSSEL;

- de CV EFFECTENBEURSVENNOOTSCHAP VAN ANTWERPEN.

Deze effectenbeursvennootschappen zijn met ingang van het aj. 1992, onvoorwaardelijk uit het toepassingsgebied van de Ven.B gesloten en worden onderworpen aan de RPB.