Commentaar van art. 228, WIB 92

HOOFDSTUK II - Grondslag van de belasting

Afdeling I - Belastbare inkomsten

Art. 228, WIB 92

I. VOORWOORD

228/0

II. WETTEKSTEN

228/0

III. IN DE BNI BELASTBARE INKOMSTEN

228/1-49

A. Algemeen

228/1

B. Inkomsten van onroerende goederen

228/2-5

C. Inkomsten van roerende goederen en kapitalen

228/6-10

D. Beroepsinkomsten

228/11-37

E. Inkomsten uit een in België door een niet-inwonende podiumkunstenaar of sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verrichte werkzaamheid

228/38-47

F. Diverse inkomsten

228/48-49

I. VOORWOORD

1° Deze commentaar doet in niets afbreuk aan de van het gemeen recht afwijkende

bepalingen van de dubbelbelastingverdragen.

2° De in 228/0 opgenomen wettekst is de tekst zoals van toepassing met ingang

van aj. 1998.

II. WETTEKSTEN

Nummer 228/0

Art. 228. - § 1. De belasting wordt uitsluitend geheven van in België verkregen inkomsten die aan de belasting zijn onderworpen.

§ 2. In die inkomsten zijn begrepen :

1° de inkomsten van in België gelegen onroerende goederen;

2° de inkomsten van roerende goederen en kapitalen ten laste van een rijksinwoner, van een vennootschap, vereniging, instelling of lichaam met maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België, van de Belgische Staat of de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan, van een inrichting waarover een in artikel 227 bedoelde niet-inwoner in België beschikt, zomede de inkomsten van dezelfde aard ten laste van een in artikel 227 bedoelde niet-inwoner wanneer zij in België worden verkregen;

3° winst opgebracht door bemiddeling van Belgische inrichtingen als vermeld in artikel 229, met inbegrip van de vastgestelde of verwezenlijkte meerwaarden op zulke inrichtingen of op hun activabestanddelen alsmede winst die zelfs zonder bemiddeling van zulke inrichtingen voortkomt :

a) uit de vervreemding of de verhuring van in België gelegen onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten;

b) uit in België gedane verrichtingen van buitenlandse verzekeraars die er gewoonlijk andere contracten dan herverzekeringscontracten inzamelen;

c) ........;

d) uit werkzaamheden uitgeoefend door een in artikel 227, 2°, vermelde niet-inwoner in een inrichting waarover een andere in art. 227, 2°, vermelde niet-inwoner in België beschikt, of uit de uitoefening door die niet-inwoner van een opdracht of van functies in de zin van artikel 32, eerste lid, 1°, in een binnenlandse vennootschap;

e) uit de hoedanigheid van vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die krachtens artikel 29, § 2, geacht worden verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn.

4° de baten als vermeld in artikel 23, § 1, 2°, die voortkomen uit een in België uitgeoefende werkzaamheid;

5° winst en baten die betrekking hebben op een vorige zelfstandige beroepswerkzaamheid die in België werd uitgeoefend door de verkrijger of door de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is;

6° de in artikel 23, § 1, 4° en 5°, vermelde bezoldigingen, pensioenen, renten en toelagen, ten laste :

a) van een rijksinwoner;

b) van een binnenlandse vennootschap of van een vereniging, instelling of lichaam met maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België;

c) van de Belgische Staat, Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en gemeenten;

d) van een inrichting waarover een in artikel 227 bedoelde niet-inwoner in België beschikt;

7° bezoldigingen als vermeld in artikel 23, § 1, 4°, ten laste van een in artikel 227 bedoelde niet-inwoner uit hoofde van een in België uitgeoefende werkzaamheid door een verkrijger die er in een belastbaar tijdperk gedurende meer dan 183 dagen verblijft;

8° inkomsten van welke aard ook, uit een in België door een podiumkunstenaar of een sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verrichte werkzaamheid, zelfs indien de inkomsten niet worden toegekend aan de podiumkunstenaar of aan de sportbeoefenaar zelf, maar aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon;

9° diverse inkomsten als vermeld in artikel 90, 1° tot 10°, ingeval het betreft :

a) in België behaalde of verkregen winst of baten;

b) prijzen, subsidies, renten of pensioenen ten laste van Belgische openbare machten of openbare instellingen;

c) onderhoudsuitkeringen ten laste van rijksinwoners;

d) inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen of plaatsen;

e) loten betreffende in België uitgegeven effecten van leningen;

f) opbrengsten uit de verhuring in België van het jacht-, vis- of vogelvangstrecht;

g) meerwaarden verwezenlijkt op in België gelegen ongebouwde onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen;

h) meerwaarden verwezenlijkt op aandelen in binnenlandse vennootschappen, behalve in zover de meerwaarden niet belastbaar zijn ingevolge artikel 95.

i) meerwaarden verwezenlijkt op in België gelegen gebouwde onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen.

III. IN DE BNI BELASTBARE INKOMSTEN

A. ALGEMEEN

Nummer 228/1

De aan de BNI onderworpen belastingplichtigen zijn niet belastbaar "ratione personae", aangezien zij hun fiscale woonplaats in het buitenland hebben.

Er kan hen in België dan ook slechts in principe belasting worden opgelegd op de inkomsten die zij hier te lande hebben behaald of verkregen.

Die inkomsten omvatten essentieel de volgende categorieën :

- inkomsten van onroerende goederen;

- inkomsten van roerende goederen en kapitalen;

- beroepsinkomsten, zijnde :

  • winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen;
  • baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden;
  • winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid;
  • bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders;
  • pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen;

- inkomsten van welke aard ook, uit een door een podiumkunstenaar of sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verrichte werkzaamheid;

- sommige diverse inkomsten.

Die verschillende categorieën van inkomsten worden hierna één voor één behandeld.

Behoudens sommige afwijkingen worden die inkomsten vastgesteld volgens de regels die, naar gelang van het geval, van toepassing zijn inzake PB, RPB of Ven.B (zie commentaar op de art. 232 tot 240, WIB 92).

B. INKOMSTEN VAN ONROERENDE GOEDEREN

Nummer 228/2

Zijn in beginsel belastbaar in de BNI: de inkomsten van alle in België gelegen onroerende goederen, zomede de bedragen verkregen bij de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten met betrekking tot in België gelegen onroerende goederen.

"In beginsel", daar sommige van die inkomsten vrijgesteld zijn (zie art. 231, § 1, 1°, WIB 92).

Bijgevolg, wanneer een niet-rijksinwoner eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van in België gelegen onroerende goederen, is hij belastbaar op :

1° voor niet-verhuurde onroerende goederen :

- het geïndexeerde KI wanneer het gaat om ongebouwde onroerende goederen of om de woning die in aanmerking komt voor de woningaftrek [Zelfs wanneer de woningaftrek niet wordt toegepast - zie 235/1.]

- het geïndexeerde KI verhoogd met 40 % wanneer het andere goederen betreft (van toepassing met ingang vanaf aj. 1998 - voor de aj. 1995 tot 1997 was de verhoging gelijk aan 25 %);

2° voor verhuurde onroerende goederen :

- voor onroerende goederen verhuurd aan een natuurlijke persoon die ze noch geheel, noch gedeeltelijk gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid :

- het geïndexeerde KI wanneer het ongebouwde onroerende goederen betreft;

- het geïndexeerde KI verhoogd met 40 % wanneer het andere goederen betreft (van toepassing met ingang van aj. 1998 - voor de aj. 1995 tot 1997 was de verhoging gelijk aan 25 %);

- voor onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving zijn verhuurd en door de huurder voor land- en tuinbouw worden gebruikt : het geïndexeerde KI.

- voor gebouwde onroerende goederen verhuurd aan een rechtspersoon die geen vennootschap is, met het oog op het ter beschikking stellen ervan aan een natuurlijke persoon om uitsluitend als woning te worden gebruikt of aan meerdere natuurlijke personen die ze uitsluitend gezamenlijk als woning gebruiken : het geïndexeerde KI verhoogd met 40 % (van toepassing met ingang van aj. 1998 - voor de aj. 1996 en 1997 was de verhoging gelijk aan 25 %);

- voor andere verhuurde onroerende goederen (zie 7/18) : het totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen dat niet lager mag zijn dan het geïndexeerde KI, wanneer het ongebouwde onroerende goederen betreft, en het geïndexeerde KI verhoogd met 40 % wanneer het gebouwde onroerende goederen betreft.

Nummer 228/3

Onder "nettobedrag van de huurprijs en de huurvoordelen" wordt verstaan het brutobedrag verminderd met de onderhouds- en herstellingskosten, die forfaitair zijn vastgesteld op :

- 40 % voor gebouwde onroerende goederen, alsmede voor materieel en de outillage die van nature of door hun bestemming onroerend zijn; die aftrek mag echter niet meer bedragen dan 2/3 van het KI, gerevaloriseerd met de in art. 1, KB/WIB 92, vastgestelde coëfficiënt (zie 13/1);

- 10 % voor ongebouwde onroerende goederen.

Nummer 228/4

Wat betreft de bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten, is de waarde van de vergoedingen en alle andere voordelen verkregen door de overdrager gelijk aan die welke eraan wordt toegekend voor de heffing van het registratierecht.

Nummer 228/5

Als de bovenbedoelde onroerende goederen worden gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten (wat voor een vennootschap enz. steeds het geval is), worden de inkomsten van die goederen, met inbegrip van het geïndexeerde KI, geacht in zijn winst of baten begrepen te zijn (zie art. 37, WIB 92); wanneer het verhuurde onroerende goederen betreft, zijn de winst of de baten van die goederen, zoals voor rijksinwoners (of zoals voor binnenlandse vennootschappen), gelijk aan het verschil tussen de werkelijk ontvangen huur en de kosten betreffende die goederen.

C. INKOMSTEN VAN ROERENDE GOEDEREN EN KAPITALEN

Nummer 228/6

De inkomsten van roerende goederen en kapitalen zijn belastbaar ten name van niet-inwoners, wanneer zij in België worden behaald of verkregen.

Men mag niet uit het oog verliezen dat die inkomsten van roerende goederen en kapitalen als beroepsinkomsten worden beschouwd wanneer de goederen die ze hebben opgebracht in België voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger worden gebruikt (zie art. 37, WIB 92).

Nummer 228/7

De volgende inkomsten vallen onder de in de BNI belastbare inkomsten van roerende goederen en kapitalen :

1° dividenden, d.w.z. :

- alle voordelen toegekend door een vennootschap aan aandelen en winstbewijzen hoe ook genaamd, uit welken hoofde en op welke wijze ook verkregen [Met uitzondering van de inkomsten uit met ingang van 07.04.1995 uitgegeven aandelen als bedoeld in art. 19, § 1, 4°, WIB 92.];

- gehele of gedeeltelijke terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal, met uitzondering van terugbetalingen van gestort kapitaal verkregen ter uitvoering van een regelmatige beslissing tot vermindering van het maatschappelijk kapitaal, overeenkomstig de voorschriften van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen;

- gehele of gedeeltelijke terugbetalingen van uitgiftepremies, onder dezelfde voorwaarde en in dezelfde mate als de terugbetaling van maatschappelijk kapitaal;

- interest van voorschotten in de mate dat :

- ofwel de interest meer bedraagt dan een bedrag dat overeenstemt met de overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet;

- ofwel het totale bedrag van de rentegevende voorschotten hoger is dan de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk.

Als voorschot wordt beschouwd, elke al dan niet door effecten vertegenwoordigde geldlening verstrekt door een natuurlijke persoon aan een vennootschap waarvan hij aandelen bezit of door een natuurlijke persoon aan een vennootschap waarin hij een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies uitoefent, alsmede in voorkomend geval, elke geldlening verstrekt aan die vennootschap, door hun echtgenoot of hun kinderen wanneer die personen of hun echtgenoot het wettelijk genot van de inkomsten van die kinderen hebben, met uitzondering van :

- obligaties en andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een openbaar beroep op het spaarwezen;

- geldleningen aan coöperatieve vennootschappen die door de Nationale Raad van de Coöperatie zijn erkend.

2° interest, d.w.z. :

- interest, achterstallige rente, premies en alle andere opbrengsten, andere dan loten, van al dan niet vastrentende effecten, van niet door effecten vertegenwoordigde leningen en schuldvorderingen en van gelddeposito's;

- het gedeelte van de termijnen van onroerende leasing-overeenkomsten dat overeenstemt met de verschuldigde interest;

- de inkomsten begrepen in kapitalen en afkoopwaarden vereffend bij leven betreffende levensverzekeringscontracten die de belastingplichtige individueel heeft gesloten, wanneer het gaat om :

  • ofwel contracten die een gewaarborgd rendement bepalen en waarvan geen enkele premie aanleiding heeft gegeven tot een belastingvermindering voor het lange termijnsparen of tot een verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen;
  • ofwel contracten die verbonden zijn aan één of verschillende beleggingsfondsen wanneer bij hun inschrijving verbintenissen worden aangegaan die wat betreft hun duur en hun bedrag of hun rendementsvoet bepaald zijn;

- de inkomsten uit aandelen betaald of toegekend door beleggingsvennootschappen, en gehaald uit de gehele of gedeeltelijke verdeling van hun maatschappelijk vermogen of bij verkrijging van hun eigen aandelen, wanneer bij het openbaar aanbod in België van de aandelen verbintenissen werden aangegaan die, wat het terugbetalingsbedrag of de rendementsvoet ervan betreft, bepaald waren en wanneer die verbintenissen betrekking hebben op een periode kleiner dan of gelijk aan acht jaar;

3° inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van lichamelijke roerende goederen (meubels, machines enz.) of van onlichamelijke roerende goederen (octrooien, fabrieksmerken, fabricageprocédés enz.); in die inkomsten zijn begrepen, de opbrengsten van verhuring van meubels die in België gelegen onroerende goederen of gedeelten daarvan stofferen;

4° inkomsten begrepen in lijfrenten of tijdelijke renten die geen pensioenen zijn.

Nummer 228/8

De bovenbedoelde inkomsten worden geacht in België te zijn behaald of verkregen :

1° wanneer zij ten laste worden genomen door :

- een rijksinwoner;

- een binnenlandse vennootschap

- een vereniging, instelling of lichaam met maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België;

- de Belgische Staat, Gemeenschappen, Gewesten, provincies, de Brusselse agglomeratie en de Belgische gemeenten;

- de Belgische inrichting van een niet-inwoner (zie commentaar op art. 229, WIB 92, voor de interpretatie van de uitdrukking "Belgische inrichting");

2° of wanneer zij ten laste zijn van een niet-inwoner zonder Belgische inrichting, doch in het land worden verkregen (d.w.z. wanneer de materiële betalingsverrichting er plaatsvindt, b.v. bij aanbieding van coupons van aandelen of van obligaties).

In België ten laste genomen inkomsten

Nummer 228/9

Zulks is inzonderheid het geval met :

1° dividenden, betaalbaar gesteld door binnenlandse vennootschappen (zie 2/6) of door Belgische rechtspersonen;

2° de interest, achterstallige rente, premies en alle andere opbrengsten van al dan niet vastrentende effecten die een lening of een schuldvordering vertegenwoordigen (obligaties, thesauriebewijzen, kasbons enz.) uitgegeven door zulke vennootschappen [Art. 230, 1°, WIB 92, stelt die inkomsten echter vrij wanneer zij niet in België worden verkregen en zij op de resultaten van een inrichting waarover de schuldenaar in het buitenland beschikt worden toegerekend (zie 230/3)] of door de Belgische overheid (Staat, Gemeenschappen, Gewesten, provincies, de Brusselse agglomeratie, gemeenten enz.);

3° interest enz. van niet door effecten vertegenwoordigde leningen en schuldvorderingen (chirografaire of hypothecaire schuldvorderingen enz.) of van gelddeposito's, huurgelden van meubelen en royalty's voor de concessie van onlichamelijke roerende goederen (octrooien enz.) betaald door :

- een inwoner van België (natuurlijke persoon, vennootschap of ander lichaam) [Art. 230, 1°, WIB 92, stelt die inkomsten echter vrij wanneer zij niet in België worden verkregen en zij op de resultaten van een inrichting waarover de schuldenaar in het buitenland beschikt worden toegerekend (zie 230/3)];

- een Belgische inrichting van een niet-inwoner.

In België verkregen inkomsten

Nummer 228/10

Terzake worden de inkomsten bedoeld waarvan de materiële uitbetaling in België plaatsheeft, wat o.m. het geval is met coupons van obligaties of van aandelen van buitenlandse vennootschappen, die bij een in België gevestigde tussenpersoon ter inning worden aangeboden.

De wetgever beoogt terzake inzonderheid de inkomsten van buitenlandse waarden (bv. aandelen of obligaties) te belasten, waarvan de coupons aan de loketten van een Belgische bank of financiële instelling worden geïnd. Hieruit volgt dat de BNI niet moet worden gevestigd op de inkomsten van buitenlandse waarden, waarvan de coupons in België gedomicilieerd zijn, wanneer zij in het buitenland aan niet-inwoners zijn betaald, op voorwaarde dat de coupons aan de met de financiële dienst van de buitenlandse vennootschap belaste Belgische bank worden toegezonden door een in het buitenland gevestigde bank, die een getuigschrift van het voorgeschreven model overlegt [Zie eveneens de vrijstelling - onder bepaalde voorwaarden - van de inkomsten van in België gedeponeerde buitenlandse roerende waarden (art. 230, 2°, WIB 92)].

D. BEROEPSINKOMSTEN

1. Algemeen

Nummer 228/11

De in beginsel in de BNI belastbare beroepsinkomsten zijn in vijf categorieën onderverdeeld :

1° de winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen;

2° de baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden;

3° de winst en baten die betrekking hebben op een vorige zelfstandige beroepswerkzaamheid die in België werd uitgeoefend door de verkrijger of door de persoon van wij hij de rechtverkrijgende is;

4° de bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders;

5° de pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen.

2. Winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen

a) Algemeen

Nummer 228/12

Met het oog op het vestigen van de BNI, kan men de winst onderverdelen in twee categorieën (art. 228, § 2, 3°, WIB 92) :

1° die welke door bemiddeling van een Belgische inrichting wordt opgebracht;

2° die welke zonder bemiddeling van een Belgische inrichting wordt opgebracht.

b) Winst opgebracht door bemiddeling van een Belgische inrichting

Algemeen

Nummer 228/13

Art. 228, § 2, 3°, WIB 92, rangschikt onder de in de BNI belastbare inkomsten, de winst opgebracht door bemiddeling van Belgische inrichtingen als bedoeld in art. 229, WIB 92.

De uitdrukking "Belgische inrichting" wordt verduidelijkt in art. 229, WIB 92 (zie commentaar op dat artikel).

Belastbare winst van Belgische inrichtingen

Nummer 228/14

Wat firma's of vennootschappen betreft, die in het buitenland hun domicilie of hun voornaamste inrichting hebben en die in België een bedrijfszetel, een filiaal of enige agentuur bezitten, is de in aanmerking te nemen winst die welke voortspruit uit alle verrichtingen gedaan door hun in België gelegen inrichtingen of door bemiddeling ervan [Art. 231, § 1, 3°, WIB 92, stelt echter, onder bepaalde voorwaarden, de winst vrij die een buitenlandse onderneming behaalt, ofwel uit verrichtingen gedaan door de bemiddeling van een gewone opnemer van bestellingen, ofwel uit de exploitatie van schepen of vliegtuigen (zie 230/24 tot 27)].

Nummer 228/15

Het is onverschillig of de zaken worden gedreven met personen die in het land wonen dan wel met vreemdelingen; het komt er evenmin op aan of de verrichtingen hun oorsprong vinden in het initiatief van de Belgische inrichting, dan wel enkel worden gedaan door haar bemiddeling. In elk geval moet de verrichting die door de inrichting werd gedaan of waarvoor ze als bemiddelaar is opgetreden op haar rekening worden gebracht voor het vaststellen van de winst die door de buitenlandse vennootschap in België is behaald.

Nummer 228/16

In die winst moeten dus worden begrepen :

- de interest van bankdeposito's van de in België gelegen inrichtingen, alsmede de winst uit geldplaatsingen die door de Belgische filialen zijn gedaan op rechtstreeks door de maatschappelijke zetel gegeven orders;

- de winst uit een verrichting door de Belgische inrichting gedaan of waarbij ze als tussenpersoon is opgetreden, zelfs wanneer de winst niet in België is opgetrokken; het is voldoende dat de verrichtingen, gedaan op initiatief van de Belgische inrichting of enkel door haar bemiddeling verwezenlijkt, hebben bijgedragen om die winst te maken (Brussel, 28.5.1932, Verhulst, bevestigd door Cass., 31.10.1932, Bull. 65, blz. 13);

- de meerwaarde uit de cessie van installaties en materieel van de Belgische inrichting van een buitenlandse vennootschap, indien de cessie tijdens de exploitatie plaatsheeft (Brussel, 19.6.1959, NV naar Nederlands recht "Waterleiding Maatschappij", bevestigd door Cass., 14.2.1961, Pas. 1961, I, 645);

- de winst van rechtstreeks of onrechtstreeks door de Belgische inrichting van een buitenlandse verzekeraar gedane verzekerings- en herverzekeringsverrichtingen.

Nummer 228/17

Als winst opgebracht door bemiddeling van Belgische inrichtingen wordt eveneens aangemerkt de vastgestelde of verwezenlijkt meerwaarden op zulke inrichtingen of op hun activabestanddelen.

Bijzonderheden inzake de aan de BNI/ven. onderworpen leden van EESV en ESV

Nummer 228/18

Onder voorbehoud van wat hierna volgt en onverminderd andersluidende bepalingen van de door België gesloten internationale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting, zijn de in de commentaar op art. 185, WIB 92, inzake Ven.B. verstrekte richtlijnen mutatis mutandis van toepassing inzake BNI/ven.

Nummer 228/19

Overeenkomstig de art. 228, § 2, 3°, e, en 233, eerste lid, WIB 92, wordt ten name van vennootschappen, verenigingen enz. die zich met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard bezighouden (d.w.z. belastingplichtigen als bedoeld in art. 227, 2°, WIB 92), de winst (of het verlies) opgebracht door bemiddeling van een Belgische inrichting, alsmede de winst (of het verlies) die, zelfs wanneer ze zonder bemiddeling van een Belgische inrichting is opgebracht als vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die krachtens art. 29, § 2, WIB 92, geacht worden verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn, tezamen met de andere in art. 228, § 2, 3°, a en e, WIB 92, vermelde inkomsten in beginsel aan een gezamenlijke aanslag in de BNI/ven. onderworpen.

De voormelde inkomsten omvatten eveneens de winst en (of verliezen) als lid in :

  • Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV),
  • economische samenwerkingsverbanden (ESV).

Gelet op de fiscale transparantie ingevoerd door respectievelijk de W 12.7.1989 (EESV) (V 1997 - Bull. 687) en W 17.7.1989 (ESV) (V 1998 - Bull. 687, moet elke inrichting die in België door een samenwerkingsverband wordt gebruikt voor de uitoefening van de werkzaamheden steeds worden geacht een gemeenschappelijke inrichting te zijn van de leden van het samenwerkingsverband.

Nummer 228/20

De vaststelling van de ten name van buitenlandse leden-vennootschappen belastbare verdeelde of onverdeelde winst, gebeurt op dezelfde wijze als uiteengezet in de commentaar op art. 185, WIB 92, inzake de binnenlandse vennootschappen die lid zijn van EESV en van ESV, met dien verstande evenwel dat het totale bedrag van die verdeelde of onverdeelde winst normaliter moet worden vermeld in de rubriek "Inkomsten als vennoot in vennootschappen of samenwerkingsverbanden die geacht worden geen rechtspersoonlijkheid te bezitten" van het aangifteformulier in de BNI/ven.

Nummer 228/21

De vraag of de in 228/19, laatste lid, bedoelde inrichting voor de toepassing van de bepalingen van de door België gesloten dubbelbelastingverdragen al dan niet een vaste inrichting vormt voor de leden-vennootschappen die niet-inwoner zijn, moet voor elk lid afzonderlijk worden onderzocht, rekening houdend met de bepalingen van het dubbelbelastingverdrag gesloten tussen België en de woonstaat van de vennootschap. Indien zulks het geval is, komt de heffingsbevoegdheid aan België toe, zodat derhalve een aanslag in de BNI/ven. kan worden gevestigd.

c) Winst opgebracht zonder bemiddeling van een Belgische inrichting

Buitenlandse ondernemingen die in België belastbaar zijn zonder er een inrichting te hebben

Nummer 228/22

Indien een niet-inwoner niet over een inrichting in België beschikt, kan hij in de hierna uiteengezette gevallen niettemin worden belast op winst die door hem in België is behaald of verkregen.

Nummer 228/23

De buitenlandse personen (rechtspersonen of natuurlijke personen) die in België belastbaar zijn zonder er een inrichting te bezitten zijn :

1° de niet-inwoners die in België winst behalen die voortkomt uit de vervreemding of de verhuring van in België gelegen onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten m.b.t. in België gelegen onroerende goederen.

Het betreft hier inzonderheid buitenlandse ondernemingen die in België "onroerende" inkomsten behalen die evenwel als winst worden aangemerkt, omdat de in België gelegen onroerende goederen die deze inkomsten opbrengen in het vermogen van de onderneming zijn belegd.

Wanneer de in België gelegen onroerende goederen geen Belgische inrichting vormen in de zin van art. 229, § 1, WIB 92, omdat b.v. die onroerende goederen geen bestanddeel zijn van een Belgische inrichting of in België niet worden bestemd voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid, zijn de inkomsten die voortvloeien uit de verhuring of de vervreemding van die goederen, of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht, opstal enz. m.b.t. die goederen, echter toch belastbaar - als winst - in de BNI/nat.pers. of in de BNI/ven.;

2° de buitenlandse verzekeraars, d.w.z. de buitenlandse ondernemingen die gewoonlijk verzekeringscontracten in België inzamelen, o.m. door bemiddeling van makelaars.

Het feit dat in België gelegen goederen of in België verblijvende personen verzekerd zijn bij een buitenlandse maatschappij die binnenslands geen inrichting heeft, brengt niet op zichzelf de belastbaarheid van die maatschappij mee; deze laatste is slechts belastbaar indien zij gewoonlijk contracten in België inzamelt.

De door buitenlandse verzekeraars in het land gedane herverzekeringsverrichtingen zijn hier evenwel niet bedoeld;

3° de in art. 227, 2°, WIB 92, bedoelde belastingplichtigen (buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die in beginsel aan de BNI/ven. onderworpen zijn) die :

-een werkzaamheid uitoefenen in een inrichting waarover een andere buitenlandse vennootschap, vereniging, instelling enz. in België beschikt;

- een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies uitoefenen in een binnenlandse vennootschap.

4° de niet-inwoners die de hoedanigheid bezitten van vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die krachtens art. 29, § 2, WIB 92, geacht worden zonder rechtspersoonlijkheid te zijn.

Worden hier beoogd, de vennoten van :

- onregelmatig opgerichte handelsvennootschappen;

- landbouwvennootschappen die niet voor de heffing in de Ven.B hebben gekozen;

- Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV);

- economische samenwerkingsverbanden (ESV).

Belastbare winst van die belastingplichtigen

Nummer 228/24

In de BNI zijn in beginsel belastbaar :

1° alle winst die voorkomt uit de verhuring of de vervreemding van in België gelegen onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten;

2° de winst uit al de door buitenlandse verzekeraars in het land gedane verzekeringsverrichtingen, met uitzondering van die welke betrekking hebben op herverzekeringscontracten;

3° de inkomsten uit de uitoefening door een buitenlandse vennootschap, vereniging enz., die aan de BNI/ven. is onderworpen krachtens art. 227, 2°, WIB 92, van een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies in een binnenlandse vennootschap, of uit de werkzaamheden uitgeoefend door die niet-inwoner in een Belgische inrichting van een andere buitenlandse vennootschap of vereniging die in de BNI/ven. belastbaar is;

4° de opnemingen door een vennoot of lid alsmede zijn deel in de verdeelde of onverdeelde winst van een in art. 29, § 2, WIB 92, bedoelde vennootschap, samenwerkingsverband of vereniging.

Algemeen

Nummer 228/25

De winst die buitenlandse verzekeraars behalen uit in België, zelfs zonder bemiddeling van een Belgische inrichting, gedane verzekeringsverrichtingen (herverzekering uitgesloten), zijn in de BNI belastbaar (zie ook 229/51).

In de praktijk zijn de premies onderworpen aan de BV (art. 87, 5°, c, KB/WIB 92). Voor het toepasselijke aanslagtarief wordt verwezen naar nr. 65, c van bijlage III, KB/WIB 92.

Begrip "in België gedane verrichtingen"

Nummer 228/26

Het begrip "in België gedane verrichtingen" omvat niet verzekeringscontracten die betrekking hebben op in het buitenland gelegen risico's van niet in België gevestigde verzekerden.

De belasting is bijgevolg slechts verschuldigd op de premies die de bedoelde buitenlandse verzekeraars ontvangen uit verzekeringscontracten, gesloten door bemiddeling van een in België gevestigde zelfstandige makelaar of agent die in de normale uitoefening van zijn beroep handelt, voor zover die contracten betrekking hebben op in België gelegen risico's of zijn gesloten met in België gevestigde verzekerden.

3. Baten

Nummer 228/27

Krachtens art. 228, § 2, 4°, WIB 92, zijn baten (d.w.z. alle inkomsten uit een vrij beroep, een ambt of een post en alle niet als winst of als bezoldigingen aan te merken inkomsten uit een winstgevende bezigheid) die niet-inwoners in het kader van hun beroep of van hun winstgevende bezigheden behalen uit een in België uitgeoefende werkzaamheid in beginsel aan de BNI/nat.pers. onderworpen, ongeacht of zij al dan niet in België een vaste basis hebben.

Ingevolge die bepaling kunnen ook de inkomsten die België op grond van sommige dubbelbelastingverdragen gemachtigd is te belasten aan de BNI/nat.pers. worden onderworpen (terzake wordt verwezen naar de commentaar van de overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting -hfdst. 14).

4. Winst en baten uit een vorige zelfstandige beroepswerkzaamheid

Nummer 228/28

Krachtens art. 228, § 2, 5°, WIB 92, zijn de winst en de baten die betrekking hebben op een vorige zelfstandige beroepswerkzaamheid die in België werd uitgeoefend door de verkrijger of door de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is aan de BNI onderworpen.

Terzake zijn voor natuurlijke personen de in de art. 23, § 1, 3°, en 28, WIB 92, bedoelde winst en baten bedoeld (zie commentaar op die artikelen).

5. Bezoldigingen

Nummer 228/29

De in art. 228, § 2, 6°, WIB 92, bedoelde inkomsten omvatten :

- de verschillende bezoldigingen van werknemers vallende onder de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten of onder een soortgelijk wettelijk of reglementair statuut;

- de bezoldigingen van "bedrijfsleiders", d.w.z. van natuurlijke personen die een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies uitoefenen in binnenlandse vennootschappen (cf. art. 2, § 2, 2°, WIB 92) of in dergelijke vennootschappen een leidende functie of een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard, uitoefenen buiten een arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de bezoldigingen van beherende vennoten in landbouwvennootschappen die aan de Ven.B onderworpen zijn of in inrichtingen waarover een buitenlandse vennootschap in België beschikt.

Voor meer inlichtingen inzake die inkomsten wordt verwezen naar de commentaar op de art. 30 tot 32, WIB 92.

6. Pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen

Nummer 228/30

Tot de in art. 228, § 2, 6°, WIB 92, bedoelde inkomsten behoren eveneens de pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen met uitsluiting van de in art. 17, § 1, 4°, WIB 92, vermelde renten en van de in art. 90, 3° en 4°, WIB 92, vermelde onderhoudsuitkeringen.

Voor meer inlichtingen betreffende die inkomsten, zie commentaar op art. 34, WIB 92.

a) Voorwaarden inzake de territorialiteit van bezoldigingen, pensioenen enz.

Nummer 228/31

De sub 228/29 en 30 bedoelde bezoldigingen, pensioenen, renten of toelagen verkregen door niet-inwoners zijn in de BNI/nat.pers. belastbaar indien zij ten laste worden genomen door :

1° een rijksinwoner;

2° een binnenlandse vennootschap of een vereniging, instelling of lichaam met maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België;

3° de Belgische Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de Brusselse agglomeratie of de Belgische gemeenten;

4° de Belgische inrichting van een niet-inwoner.

De uitdrukking "ten laste van" houdt in dat de schuldenaar van de bezoldigingen, pensioenen enz. :

- ofwel de "loonkost" als dusdanig in mindering brengt van zijn inkomsten (aftrek als beroepskosten);

- ofwel de bezoldigingen, pensioenen enz. fiscaal toerekent op zijn Belgische inrichting (d.w.z. in mindering brengt van de resultaten van die inrichting), zoals b.v. de bezoldigingen weliswaar betaald door de hoofdzetel in het buitenland van personeel dat in de Belgische inrichting voor haar werkzaam is, maar vervolgens aan deze laatste doorgefactureerd.

Sommige bezoldigingen zijn evenwel uit het toepassingsgebied van de BNI/nat.pers. gesloten door de art. 230, 3° en 4° en 231, § 1, 2°, WIB 92 (zie 230/5 tot 12 en 230/16 tot 19).

b) Buitenlandse zeelieden die onder Belgische vlag varen

Nummer 228/32

De belasting op de bezoldigingen van die zeelieden wordt geheven alsof die bezoldigingen in België zelf zouden zijn verkregen (toepassing van het beginsel volgens hetwelk een zeeschip moet worden beschouwd als een verlengsel van het land waarvan het de vlag voert).

Bezoldigingen die een niet-rijksinwoner verkrijgt ten laste van een niet-inwoner zonder Belgische inrichting

a) Algemeen

Nummer 228/33

Art. 228, § 2, 7°, WIB 92, bepaalt dat de bezoldigingen van werknemers en bedrijfsleiders ten laste van een in art. 227, WIB 92, bedoelde niet-inwoner belastbaar zijn in de BNI/nat.pers. wanneer die bezoldigingen verkregen zijn uit hoofde van een in België uitgeoefende werkzaamheid door een verkrijger die in een belastbaar tijdperk [Onder "belastbaar tijdperk" waarvan sprake in art. 228, § 2, 7°, WIB 92, moet worden verstaan datgene tijdens hetwelk de werkzaamheid die de bezoldigingen oplevert is uitgeoefend; het stemt dus niet altijd overeen met het belastbare tijperk tijdens hetwelk die bezoldigingen zijn betaald of toegekend.] gedurende meer dan 183 dagen in België verblijft.

Vermits de bezoldigingen ten laste van een inrichting waarover een in art. 227, WIB 92, bedoelde niet-inwoner in België beschikt, in de BNI/nat.pers. belastbaar zijn op grond van art. 228, § 2, 6°, d, WIB 92, worden hier alleen de bezoldigingen beoogd die niet ten laste zijn van een dergelijke inrichting.

b) In België uitgeoefende werkzaamheid

Nummer 228/34

Voor de belasting in de BNI/nat.pers. is vereist dat de werkzaamheid die bezoldigingen van werknemers of bedrijfsleiders oplevert, in België wordt uitgeoefend, ongeacht of die bezoldigingen in België of in het buitenland worden betaald of toegekend.

c) Verblijf in België

Nummer 228/35

Het verblijf van de verkrijger van de bezoldigingen in België -gedurende één of meer perioden- tijdens een belastbaar tijdperk (normaliter een kalenderjaar) moet een totaal van 183 dagen overtreffen.

Bedoeld is het verblijf naar aanleiding van de in België uitgeoefende werkzaamheden; in voorkomend geval moet de duur van de gewone arbeidsonderbrekingen (weekeinden, feestdagen, vakantie enz., ter gelegenheid waarvan de betrokkene zijn tijdelijk verblijf verlaat om b.v. naar zijn woonplaats in het buitenland terug te keren), niet van de totale duur van het verblijf in België worden afgetrokken.

d) Schuldenaar van de bezoldigingen

Nummer 228/36

De schuldenaar van de in art. 228, § 2, 7°, WIB 92, bedoelde bezoldigingen is steeds een in principe aan de BNI onderworpen natuurlijke persoon of rechtspersoon.

Concreet kan die schuldenaar zijn :

- een buitenlandse werkgever die geen onderneming is (b.v. een beoefenaar van een vrij beroep, een VZW enz.);

- een buitenlandse onderneming die in België generlei inrichting heeft;

- een buitenlandse onderneming die in België een inrichting heeft in de zin van art. 229, WIB 92, maar de bezoldigingen fiscaal niet ten laste legt van die Belgische inrichting, omdat de werkzaamheden niet ten behoeve van die inrichting worden uitgeoefend.

Wanneer de bezoldigingen ten laste zijn van de Belgische inrichting van een niet-inwoner (art. 228, § 2, 6°, d, WIB 92), worden er geen voorwaarden gesteld i.v.m. de plaats van tewerkstelling en de duur van het verblijf.

e) Betekenis van de uitdrukking "ten laste van"

Nummer 228/37

Voor de betekenis van de uitdrukking "ten laste van", wordt verwezen naar 228/31.

E. INKOMSTEN UIT EEN IN BELGIE DOOR EEN NIET-INWONENDE PODIUMKUNSTENAAR OF SPORTBEOEFENAAR PERSOONLIJK EN ALS ZODANIG VERRICHTE WERKZAAMHEID

1. Algemeen

Nummer 228/38

Art. 228, § 2, 8°, WIB 92, rangschikt de inkomsten, van welke aard ook, uit een in België door een niet-inwonende podiumkunstenaar of sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verrichte werkzaamheid, onder de in de BNI belastbare inkomsten, zelfs indien de inkomsten niet worden toegekend aan de podiumkunstenaar of aan de sportbeoefenaar zelf, maar aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon.

2. Bedoelde interesten

Nummer 228/39

Normaliter hebben de inkomsten van niet-inwonende podiumkunstenaars en sportbeoefenaars die in België optreden de aard van winst, baten, bezoldigingen of diverse inkomsten naargelang de omstandigheden waarin hun werkzaamheden in België worden verricht.

Rekening houdende met de moeilijkheden die kunnen rijzen i.v.m. de kwalificatie van de inkomsten die voortkomen uit door podiumkunstenaars en sportbeoefenaars in België verrichte prestaties (inzonderheid wanneer de inkomsten niet aan de podiumkunstenaar of sportbeoefenaar zelf, doch wel aan een derde - theaterbureau, stichting, productiemaatschappij, artiesten-vennootschap, impresario, manager enz. werden betaald of toegekend) werd het noodzakelijk geacht de inkomsten die - zonder bemiddeling van een Belgische inrichting - voortkomen uit door podiumkunstenaars of sportbeoefenaars persoonlijk en als zodanig in België verrichte werkzaamheden, ongeacht de omstandigheden van de beroepsuitoefening (in dienstverband of zelfstandig, geregeld of toevallig) en ongeacht aan wie de inkomsten worden betaald of toegekend (aan de podiumkunstenaar of sportbeoefenaar zelf dan wel aan een derde) op te nemen in een afzonderlijke aan de BNI onderworpen inkomstencategorie.

Nummer 228/40

Die rangschikking in een afzonderlijke inkomstencategorie betekent een belangrijke vereenvoudiging en waarborgt tevens een éénvormige fiscale behandeling van die inkomsten, waarbij de omstandigheden waarin de werkzaamheden worden verricht niet moeten worden nagegaan en de uiteindelijke verkrijger van de inkomsten niet speciaal moet worden opgespoord.

Nummer 228/41

Het invoeren van die nieuwe categorie van inkomsten heeft tot gevolg dat die inkomsten niet meer worden beoogd in art. 228, § 2, 3°, 4°, 5°, 6°, 7° of 9°, WIB 92; er is dus geen sprake meer van winst, baten, bezoldigingen of occasionele winst of baten, wanneer vergoedingen of beloningen worden bedoeld die verband houden met door niet-inwonende podiumkunstenaars en sportbeoefenaars in België persoonlijk en in die hoedanigheid geleverde prestaties.

Nummer 228/42

Concreet kan worden gesteld dat er in de BNI belastbare inkomsten aanwezig zijn, wanneer een niet-inwonende podiumkunstenaar of sportbeoefenaar in België persoonlijk en als zodanig werkzaamheden verricht en dat daarvoor een vergoeding of beloning wordt betaald of toegekend.

Het feit dat die vergoedingen of beloningen niet aan de podiumkunstenaar of sportbeoefenaar zelf worden betaald of toegekend heeft geen enkel belang. Daarom wordt in art. 228, § 2, 8°, WIB 92, niet gesproken van inkomsten van podiumkunstenaars en sportbeoefenaars, maar wel van inkomsten (voortkomende) uit de werkzaamheden van podiumkunstenaars en sportbeoefenaars.

3. Persoonlijke werkzaamheid in de hoedanigheid van podiumkunstenaar of sportbeoefenaar

Nummer 228/43

De in art. 228, § 2, 8°, WIB 92, bedoelde inkomsten zijn inkomsten die voortkomen uit een door een niet-inwonende podiumkunstenaar of sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig in België verrichte werkzaamheid.

Terzake moet onder de begrippen "persoonlijk" en "als zodanig" worden verstaan :

- persoonlijk :in persoon zelf (d.w.z. een persoonlijke aanwezigheid is vereist, b.v. bij een "life"-optreden of bij een televisieopname);

- als zodanig :in de hoedanigheid van podiumkunstenaar of sportbeoefenaar.

4. Omschrijving van de begrippen "podiumkunstenaar" en "sportbeoefenaar"

a) Podiumkunstenaar

Nummer 228/44

Gelet op de veelheid van de situaties die zich kunnen voordoen, is het niet mogelijk een precieze definitie te geven van het begrip "podiumkunstenaar".

In het algemeen kan men stellen dat onder podiumkunstenaars (of schouwspelartiesten) moeten worden verstaan alle personen die met winstoogmerk deelnemen aan voorstellingen, vertoningen of uitvoeringen van reproducerende kunst (die voornamelijk maar niet uitsluitend in de amusementssector gesitueerd zijn) waaraan zij hun talent wijden ten vermake van het publiek, ongeacht de plaats waar die voorstellingen enz. plaats hebben (in een zaal, in het openbaar, voor radio of televisie enz.).

Terzake is het zonder belang of de podiumkunstenaars alleen of als lid van een orkest, gezelschap, ploeg enz. optreden.

Nummer 228/45

Aldus worden als podiumkunstenaars (schouwspelartiesten) aangemerkt (niet-beperkende opsomming) :

- toneelspelers, filmspelers, radio- en TV-artiesten;

- muzikanten;

- zangers, dansers;

- music-hall-, cabaret-, variété-, revue-, schouwburg- en concertartiesten;

- circusartiesten (acrobaten, goochelaars, clowns, dierentemmers enz.);

- presentatoren, quiz-masters;

- enz.

Vallen echter niet onder het begrip "podiumkunstenaars" :

- mannequins;

- toneelregisseurs, filmregisseurs;

- choreografen, decorontwerpers, kostuumontwerpers;

- enz.

b) Sportbeoefenaar

Nummer 228/46

Als "sportbeoefenaars" worden beschouwd de sportlui die materiële voordelen nastreven uit hun sportprestaties en hun sport (lichamelijke of denksport) dus niet als een loutere vrijetijdsbesteding beoefenen.

Daaronder vallen (niet-beperkende opsomming) :

- atleten (beoefenaars van de atletieksport);

-voetbal-, rugby-, volleybal- en basketbalspelers;

- wielrenners, motorrenners, autorenners, rallyrijders;

- ruiters (jumpings), jockeys;

- golf-, cricket- en tennisspelers;

- biljart- en snookerspelers;

- turners;

- schermers;

- schaatsers (kunst- en hardrijden);

- kaatsers, petanquespelers;

- schaak- en bridgespelers;

- enz.

5. Niet-bedoelde inkomsten

Nummer 228/47

In art. 228, § 2, 8°, WIB 92, zijn evenwel niet beoogd :

- de winst opgebracht door bemiddeling van een Belgische inrichting van een niet-inwonende podiumkunstenaar of sportbeoefenaar of van een niet-inwonende onderneming die diensten van podiumkunstenaars of sportbeoefenaars verstrekt aan Belgische organisatoren;

- de vergoedingen of beloningen die door inrichters van vertoningen of sportwedstrijden rechtstreeks worden betaald of toegekend voor bepaalde diensten of werken die geen direct verband hebben met de artistieke of sportieve prestaties (b.v. het bouwen van decors, het installeren van de tribunes, het bedienen van de licht- en geluidsinstallatie enz.) voor zover dit tot de normale gangbare praktijk behoort en geen maneuver is om te ontsnappen aan de belasting ten name van de podiumkunstenaars of sportbeoefenaars;

- de inkomsten die een podiumkunstenaar in België behaalt of verkrijgt uit de verkoop van platen, CD's, cassetten enz. en van auteursrechten op tekst of muziek.

F. DIVERSE INKOMSTEN

Nummer 228/48

De in art. 228, § 2, 9°, WIB 92, vermelde diverse inkomsten zijn in beginsel belastbaar in de BNI. Het betreft :

1° in België behaalde of verkregen winst of baten die voortkomen uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, met uitzondering van de normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen;

2° prijzen, subsidies, renten of pensioenen, die Belgische openbare machten of openbare instellingen zonder winstoogmerken toekennen aan geleerden, schrijvers of kunstenaars, met uitzondering van de sommen die betaald of toegekend zijn als bezoldiging van bewezen diensten en beroepsinkomsten zijn;

3° onderhoudsuitkeringen ten laste van een rijksinwoner (periodieke uitkeringen, terugwerkend gedeelte van zulke uitkeringen en kapitalen ter vervanging van die uitkeringen);

4° inkomsten die buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid zijn verkregen uit de onderverhuring of de overdracht van huur van in België gelegen al dan niet gemeubileerde onroerende goederen, of uit de concessie van het recht om in België een plaats die van nature onroerend is en die niet gelegen is binnen de omheining van een sportinrichting te gebruiken om er plakbrieven of andere reclamedragers te plaatsen;

5° loten betreffende in België uitgegeven effecten van leningen, met uitzondering van de loten die van elke Belgische zakelijke en personele belasting of van elke belasting zijn vrijgesteld;

6° opbrengsten uit de verhuring in België van het jacht-, vis- of vogelvangstrecht;

7° meerwaarden die zijn verwezenlijkt :

- door niet-inwoners (niet-rijksinwoners en ermede gelijkgestelde personen of buitenlandse lichamen, met uitsluiting van vreemde Staten of staatkundige onderdelen daarvan, zomede van inrichtingen, instellingen of andere rechtspersonen zonder winstoogmerk naar buitenlands publiek recht - zie art. 230, 5°, WIB 92);

- op in België gelegen ongebouwde of gebouwde onroerende goederen of op andere zakelijke rechten dan een recht van erfpacht of van opstal of dan een gelijkaardig onroerend recht met betrekking tot zulke onroerende goederen;

- ter gelegenheid van een overdracht onder bezwarende titel in omstandigheden als gesteld in art. 90, 8° of 10°, WIB 92, en die niet onder de toepassing vallen van de art. 93 en 93bis, WIB 92;

8° meerwaarden die niet-inwoners buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid verwezenlijken bij de overdracht onder bezwarende titel van aandelen die rechten in een binnenlandse vennootschap vertegenwoordigen aan een in art. 227, 2° of 3°, WIB 92, vermelde rechtspersoon (meerwaarden op belangrijke deelnemingen), behalve in zover die meerwaarden niet belastbaar zijn op grond van art. 95, WIB 92 (zie 90/62 tot 64).

Nummer 228/49

Zoals voor in 228/48, 7°, beoogde meerwaarden die door rijksinwoners, binnenlandse vennootschappen of andere rechtspersonen zijn verwezenlijkt, doet dat aanslagstelsel geen afbreuk aan de eventuele belasting van meerwaarden die aan de BNI onderworpen belastingplichtigen op in België gelegen onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen verwezenlijken buiten het toepassingsveld van art. 90, 8° of 10°, WIB 92, d.w.z., wanneer de aldus behaalde meerwaarden beroepsinkomsten zijn of in 228/48, 1° beoogde winst is.

Het belastbare bedrag van die meerwaarden wordt vastgesteld zoals inzake PB, met dien verstande dat voor goederen die een aan de BNI/ven. onderworpen belastingplichtige ingevolge inbreng heeft verkregen, de prijs van verkrijging wordt gevormd door de waarde van de bij de inbreng toegekende maatschappelijke rechten en van de lasten die gezegde belastingplichtige ten gunste van de inbreng op zich heeft genomen, zoals die waarde in aanmerking is genomen voor de heffing van de registratierechten (zie art. 54, § 6, tweede lid, KB/WIB 92).