Parlementaire vraag nr. 1971 van de heer Marco Van Hees van 26.03.2024

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2023-2024, QRVA 55/134 d.d. 24.05.2024, blz. 235

Aangifte van een buitenlandse cryptorekening.

VRAAG (van de heer Van Hees)

Cryptorekeningen of wallets kunnen onderverdeeld worden in custodial wallets, waarvan de sleutel bewaard wordt door een derde partij en waarvoor er altijd een internetverbinding nodig is, en non-custodial wallets, waarvan de sleutel bewaard wordt door de investeerder en waarvoor er een internetverbinding nodig is (hot wallet) of niet (cold wallet).

Als gevolg van de definitie van een buitenlandse rekening in het verslag aan de Koning van 3 april 2015 rees de vraag of een wallet in het buitenland een rekening is die aangegeven moet worden in de aangifte personenbelasting en gemeld moet worden aan het Centraal Aanspreekpunt.

Een eerste antwoord werd door de minister van Financiën gegeven op 16 februari 2022 in antwoord op de mondelinge vragen nrs. 25175C en 25189C van de heer Steven Matheï, 25210C van mevrouw Kattrin Jadin en 25366C van de heer Joy Donné (Integraal Verslag, Kamer, 2021¬2022, CRIV 55 COM 701), althans voor wat decustodial wallets betreft, aangezien die wallets vergelijkbaar zijn met online effectenrekeningen en dat type van wallets waarbij de cryptovaluta omgezet kunnen worden in andere crypto-valuta, door cryptoplatformen aangeboden worden.

Bij non-custodial wallets is er geen enkele tussenpersoon en zouden de bepalingen van artikel 307, § 1/1 van het WIB92 niet van toepassing zijn. Volgens een bepaalde private doctrine zou er vandaag dus nog dubbelzinnigheid bestaan over het niet aangeven van zulke wallets in de belastingaangifte.

Zou men voor de non-custodial wallets niet moeten uitgaan van het principestandpunt dat ingenomen werd voor de PayPal-rekeningen, namelijk dat die rekeningen door de houders moeten worden aangegeven, tenzij ze niet voor professionele doeleinden gebruikt worden en er geen tegoeden op staan die langer aangehouden worden dan nodig voor de transactie waarvoor ze gestort worden?

Als men de redenering voor de PayPal-rekeningen doortrekt:

- moet een non-custodial wallet die in het buitenland aangehouden wordt voor professionele doeleinden altijd aangegeven worden;

- moet een non-custodial wallet die in het buitenland aangehouden wordt voor privédoeleinden en uitsluitend dient voor betalingen ten belope van het bedrag dat op het moment van de betaling op de wallet staat, niet aangegeven worden;

- moet een non-custodial wallet die in het buitenland aangehouden wordt voor privédoeleinden en voor een belegging dient, altijd aangegeven worden, aangezien er nooit voldaan wordt aan de tweede voorwaarde van de redenering voor de PayPal-rekeningen.

Ik zou graag uw standpunt vernemen in verband met de verplichting om een buitenlandse non-custodial wallet voor cryptovaluta aan te geven.

ANTWOORD (van de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)

De verplichting tot mededeling door de belastingplichtige van buitenlandse rekeningen is gebaseerd op artikel 307, § 1/1 van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). Krachtens deze bepaling dienen rekeningen van elke aard, geopend bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling en waarvan de belastingplichtige, zijn echtgenoot, of één van de kinderen waarvan, overeenkomstig artikel 126, § 4, WIB 92 de inkomsten bij die van de ouders worden gevoegd, op enigerlei ogenblik tijdens het belastbaar tijdperk titularis zijn geweest, worden vermeld in de aangifte in de personenbelasting en worden gemeld bij het centraal aanspreekpunt (CAP) van de Nationale Bank van België.

De term "rekening van elke aard" heeft een heel ruime betekenis en omvat in het bijzonder maar niet uitsluitend lopende rekeningen, spaarrekeningen, termijnrekeningen, effectenrekeningen, rekeningen gebonden aan een hypothecaire lening of aan elke andere vorm van kredietverlening, enz. De "rekeningen van elke aard" omvatten dus ook de cryptowallets. Het is al gepreciseerd dat elke digitale weergave van waarde die niet noodzakelijk aan een wettelijk vastgestelde valuta is gekoppeld en die niet de juridische status van valuta of geld heeft, maar die door natuurlijke of rechtspersonen als ruilmiddel wordt aanvaard en die elektronisch kan worden overgedragen, opgeslagen en verhandeld, wordt gekwalificeerd als buitenlandse rekening (samengevoegde parlementaire vragen nrs 55025175C, 55025189C, 55025210C et 55025366C van de heer Matheï, mevrouw Jadin en de heer Donné van 16 februari 2022 - Integraal Verslag, Kamer, 2021-2022, CRIV 55 COM 701).

Echter, opdat een "rekening van elke aard" onder de aangifteplicht voorzien door artikel 307, § 1/1, WIB 92, valt, moet ze bovendien geopend zijn bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling. Zoals aangegeven in het antwoord op de Parlementaire vraag nr. 1069 van 7 juni 2022 van de heer De Caluwé (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2021-2022, nr. 91, p. 179), hangt de vraag of het al dan niet nodig is om een cryptowallet aan te geven af van het statuut van de financiële instelling waarbij de cryptowallets zijn geopend. Zoals gepreciseerd in het verslag aan de Koning van het koninklijk besluit van 23 juni 2019 tot uitvoering van artikel 307, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zijn de in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen de instellingen die, in het buitenland en beroepshalve, financiële diensten verlenen van dezelfde aard als de gelijkaardige, in België gevestigde instellingen. Bijgevolg, enkel wanneer, gelet op de activiteiten en diensten die worden aangeboden door het online platform waarop de cryptowallet is geopend, dit platform kan worden beschouwd als een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling zal de rekening (of met andere woorden de cryptowallet) door de belastingplichtige moeten worden aangegeven in zijn aangifte in de personenbelasting en worden gemeld bij het CAP.

Het is gebruikelijk dat cryptowallets zijn geopend bij instellingen die gelegen zijn in het buitenland, die beroepshalve, geen financiële diensten verlenen die van dezelfde aard zijn als gelijkaardige in België gevestigde bank-, wissel-, krediet- of spaarinstellingen. In dat geval vallen de cryptowallets in kwestie niet onder het toepassingsgebied van voornoemd artikel 307, § 1/1, WIB 92 en dienen ze dus niet aangegeven te worden.

Bijgevolg, wat de custodial wallets betreft, voor zover een tussenpersoon tussenkomt in de bewaring van de fondsen en in het beheer van de privésleutels van de titularis van de cryptowallet en dus in de beveiliging van zijn crypto-activa, is er reden toe om aan te nemen dat deze wallets dienen vermeld te worden in de aangifte in de personenbelasting en gemeld te worden aan het CAP wanneer de buitenlandse tussenpersoon beroepshalve financiële diensten verleent die van dezelfde aard zijn als deze van gelijkaardige financiële instellingen gevestigd in België.

Aan de andere kant, wat de non custodial wallets betreft (bijv.: paper wallet, hot wallet, hardware wallet, enz. ), voor zover ze aan geen enkel platform zijn gelinkt en geen enkele tussenpersoon tussenkomt in de bewaring van de fondsen noch in het beheer van privésleutels, dienen deze rekeningen (wallets), gelet op wat voorafgaat, in de huidige stand van de wetgeving, niet worden vermeld in de aangifte in de personenbelasting noch worden gemeld aan het CAP.