Commentaar van art. 311, WIB 92 (bijwerking)

BIJWERKING VAN 01.01.2010

TITEL VII: VESTIGING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN

HOOFDSTUK II: Aangifte

Afdeling I: Aangifte inzake personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en belasting van niet-inwoners

Art. 311, WIB 92

I. WETTEKST

311/0

II. ALGEMEEN

311/1-2

III. ALGEMENE AANVRAGEN

311/3-5

IV. INDIVIDUELE AANVRAGEN

311/6-7

I. WETTEKST

Nummer 311/0

Art. 311. - De directeur-generaal van de directe belastingen of zijn gedelegeerde kunnen

afwijkingen van de in de artikelen 306 en 308 tot 310 gestelde termijnen toestaan.

II. ALGEMEEN

Nummer 311/1

De bepalingen van art. 311, WIB 92, geven aan de directeur-generaal van de directe belastingen

of zijn gedelegeerde de bevoegdheid tot het verlengen van de aangiftetermijn.

Die bepalingen hebben betrekking op alle aangiften in de inkomstenbelastingen (PB (inclusief

voorstel van vereenvoudigde aangifte), Ven.B, RPB en BNI).

Nummer 311/2

De bevoegdheid tot het verlenen van een bijkomende termijn voor het indienen van de aangifte wordt in beginsel uitsluitend gedelegeerd aan de dienstleider van het bevoegd taxatiekantoor.

De beslissing inzake de verlenging van de aangiftetermijn is een bestuurshandeling die moet gemotiveerd worden (W 29.7.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen (BS 12.9.1991)). Dit betekent dat de beslissing tot weigering om de aangiftetermijn te verlengen, evenals de slechts gedeeltelijk gunstige beslissing, moet verwijzen naar de wettelijke bepalingen ter zake en de motieven ter verantwoording vermelden.

III. ALGEMENE AANVRAGEN

Nummer 311/3

Algemene aanvragen tot het indienen van aangiften na de wettelijke termijn (vennootschappen) of na de algemene door de administratie vastgestelde termijn (natuurlijke personen), door personen of organisaties die gespecialiseerd zijn in het invullen van aangiften van derden (sociale secretariaten, beroepsverenigingen of als belastingadviseur bekendstaande personen) zijn niet meer mogelijk vanaf het aanslagjaar 2013.

Voormelde doelgroep beschikt immers meestal reeds over een bijkomende termijn van indiening indien zij gebruik maakt van de bestaande toepassingen voor het elektronisch indienen van een aangifte.

Nummer 311/4

Nummer 311/5

IV. INDIVIDUELE AANVRAGEN

Nummer 311/6

Een verlenging van de termijn mag door de dienstleider van de taxatiedienst worden verleend aan belastingplichtigen die ernstige redenen aanvoeren om de niet-terugzending van de aangifte binnen de oorspronkelijke termijn te rechtvaardigen.

De aanvragen daartoe mogen slechts worden ingewilligd in de gevallen waarin zulks gerechtvaardigd is (bv. lange afwezigheid zoals het geval kan zijn bij zeevarenden en in het buitenland tewerkgestelde rijksinwoners, ernstige ziekte van de belastingplichtige, verdwijning van bescheiden ingevolge brand of diefstal, nog niet vastgesteld KI, enz.). Daarbij dient de toegekende extra termijn steeds in verhouding te staan tot de omstandigheden eigen aan elk geval.

Dergelijke individuele aanvragen kunnen eveneens worden ingediend door personen of organisaties die gespecialiseerd zijn in het invullen van aangiften van derden.

Nummer 311/7

Tevens kan de termijn voor het indienen van de aangifte worden verlengd wegens overmacht.

Ter zake is gevonnist dat de termijn waarin rechtspersonen, verenigingen, enz., de aangifte van hun belastbare inkomsten moeten indienen, een fatale termijn van openbare orde is (Cass., 1.3.1960, NV "Eco et Lora", Bull. 369, blz. 1765). De overmacht (zie commentaar op art. 371) heeft echter tot gevolg die termijn te verlengen (Cass., 7.6.1960, NV "Compagnie continentale du Pegamoïd", Bull. 374, blz. 572).

Overmacht kan alleen voortvloeien uit een gebeurtenis buiten de wil van de mens die hij niet kon voorzien of vermijden (Cass. 22.3.2002, Cass. 30.4.2002, juridat.be).

Kan o.a. niet als overmacht worden beschouwd (niet beperkende lijst van voorbeelden):

- een fout of nalatigheid van de mandataris, boekhouder, advocaat, curator (Cass. 8.4.2009, juridat.be; Luik, 14.2.1990, Fisconetplus; Antwerpen, 9.4.1990, Fisconetplus; Antwerpen, 18.4.1989, Fisconetplus; Gent, 19.12.2001; Antwerpen, 3.6.2008);

- het achterhouden van de boekhouding door de boekhouder (Antwerpen, 17.11.1992, Fisconetplus);

- het verwijderd zijn van de belastingplichtige die in het buitenland woont (Com.IB 371/18; Luik, 15.6.1988; Gent, 8.11.2001; Brussel, 5.12.2007; Antwerpen, 30.6.2009);

- ziekte (Com.IB 305/27; Bergen, 9.3.2001, Fisconetplus; Antwerpen, 31.3.1998, Fisconetplus; Antwerpen, 20.2.2001 en 22.3.2011);

- het verblijf in de gevangenis (Cass. 19.3.1957; Luik, 7.2.1990, Fisconetplus);

- inbeslagname van de boekhouding (Gent, 22.2.2002; Antwerpen, 16.3.2004).