Parlementaire vraag nr. 554 van mevrouw Inez De Coninck van 29.09.2016
Parlementaire vraag nr. 554 van mevrouw Inez De Coninck dd. 29.09.2016
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2015-2016, QRVA 54/089 dd. 23.09.2016, blz. 284
Medewerkers NMBS-groep. - Woon-werkverkeer en voordelen alle aard. - Fiscaliteit
VRAAG (van mevrouw De Coninck)
Werknemers hebben recht op een fiscaal voordeel door middel van de aangifte van hun werkelijke beroepskosten voor het woon-werkverkeer. Werkgevers geven hun werknemers hiervoor een attest met het aantal dagen dat zij gewerkt hebben.
Met dat attest bewijzen werknemers hun woon-werkverkeer. Om dat voordeel te berekenen vermenigvuldigt men 0,15 eurocent met het aantal gewerkte dagen maal het aantal kilometers dat men dagelijks aflegt. Voor de werknemers van de spoorbedrijven (NMBS, Infrabel en HR Rail) is dat in sommige gevallen echter een merkwaardige situatie. De statutaire en niet-statutaire personeelsleden van deze bedrijven krijgen immers een vrijkaart voor het binnenlands vervoer per spoor. Die gratis abonnementen worden vrijgesteld als sociaal voordeel (artikel 38/27, 11°, Com.IB92). Hierdoor zijn zij ook géén belasting verschuldigd op het voordeel van alle aard. Zij reizen dus kosteloos over het gehele Beneluxspoornet. De werknemers die exclusief hun vrijkaart (diegenen die enkel met de trein reizen) gebruiken voor het woon-werkverkeer maken hiervoor dus geen beroepskosten. De conclusie is dat sommige NMBS-werknemers (diegenen die hun werkelijke beroepskosten "bewijzen" en uitsluitend reizen met de trein voor hun woon-werkverkeer) een fiscaal voordeel genieten op onbestaande beroepskosten. Hetzelfde principe geldt - weliswaar in mindere mate - voor de NMBS-werknemers die voor hun woon-werkverkeer gedeeltelijk gebruik maken van de trein. Zij genieten een fiscaal voordeel voor het gedeelte van hun traject dat zij rijden met de trein, hoewel zij hiervoor géén beroepskosten maken.
1. Beaamt u de stelling dat de NMBS-medewerkers die enkel/gedeeltelijk reizen met de trein van en naar het werk en hun werkelijke beroepskosten bewijzen een fiscaal voordeel genieten voor onbestaande beroepskosten?
2. Vindt u het correct dat zij in deze situatie tweemaal een fiscaal voordeel genieten?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Ik kan bevestigen dat vrijkaarten voor het binnenlands vervoer per spoor bij de werknemers van de spoorbedrijven NMBS, Infrabel en HR Rail worden aangemerkt als een vrijgesteld sociaal voordeel in de zin van artikel 38, § 1, eerste lid, 11° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). En volgens de huidige wetgeving belet dit niet dat werknemers die ervoor opteren om hun werkelijke beroepskosten af te trekken, de beroepskosten met betrekking tot de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling met de trein, bij gebrek aan bewijzen, overeenkomstig artikel 66bis, WIB 92 en artikel 431 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92, forfaitair kunnen bepalen op 0,15 euro per afgelegde kilometer zonder dat de in aanmerking genomen afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling hoger dan 100 kilometer mag zijn. Beide bepalingen staan immers volledig los van elkaar, de ene bepaling sluit de toepassing van de andere niet uit.