Parlementaire vraag nr. 899 van de heer Vincent Scourneau van 25.02.2022
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/081 d.d. 28.03.2022, blz. 166
Kadastraal inkomen van onroerende goederen in het buitenland
VRAAG (van de heer Scourneau)
In 2018 veroordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie België wegens ongelijke behandeling omdat de belastbare grondslag van onroerende goederen in eigen land berekend werd op basis van het kadastraal inkomen (KI), terwijl men voor onroerende goederen in het buitenland uitging van de werkelijke huurwaarde. Die berekening was ongunstig voor de Belgische belastingbetaler, omdat de werkelijke huurwaarde doorgaans veel hoger lag dan het kadastraal inkomen.
Als antwoord op de veroordeling hebt u een nieuw berekeningssysteem opgezet waarmee een KI bepaald kan worden voor buitenlands vastgoed. Vanaf het aanslagjaar 2022 moet die nieuwe berekeningswijze toegepast worden en zullen de eigenaars van onroerende goederen in het buitenland dat KI moeten opnemen in hun belastingaangifte. Het kadaster heeft contact opgenomen met belastingplichtigen die in 2020 of 2021 inkomsten uit buitenlandse onroerende goederen aangaven. Zij werden verzocht om uiterlijk op 31 december 2021 de nodige informatie te verstrekken voor het bepalen van het KI.
Volgens sommige fiscalisten zal de belastingverhoging verwaarloosbaar zijn en beperkt blijven tot een verschil van "een paar euro".
Zal deze nieuwe berekeningswijze leiden tot een stijging of een daling van de fiscale ontvangsten?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
De opgenomen budgettaire impact in de begroting voor die aanpassing is "pro memorie". Aangezien het KI van onroerende goederen in het buitenland pas vanaf aanslagjaar 2022 wordt opgenomen in de aangifte, beschikt de FOD Financiën in dit verband nog niet over gegevens over de budgettaire impact.