Parlementaire vraag nr. 944 van de heer Wauters van 16.06.1997
Bull. nr. 777, pag. 2879
Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 91, 1996-1997, blz. 12506-12508
Vzw's. - Fiscale attesten.
VRAAG
Talrijke kleine en lokale vzw's zijn goed en dicht ingeplant bij de plaatselijke bevolking. Wegens deze nauwe band doen vele mensen nogal wat financiële stortingen om deze humanitaire projecten te ondersteunen. Het uitreiken van fiscale attesten is een wettelijk geregelde zaak. Deze kleine vzw's kunnen zich dikwijls niet bezighouden met de administratieve activiteiten hierrond en laten dit over aan een overkoepelende organisatie die alles centraliseert en dan verder afhandelt. " Sober voor anderen " en " Netwerk Vlaanderen " zijn voorbeelden van dergelijke organisaties.
Sommige organisaties zouden niet meer rechtsgeldig de fiscale attesten voor andere organisaties kunnen uitreiken.
1.
a) Is het zo dat organisaties de administratie en de uitreiking van fiscale attesten niet langer voor andere organisaties kunnen afhandelen?
b) Zo ja, welke motieven liggen aan de grondslag?
2.
a) Welke maatregelen overweegt u om de kleine vzw's te verlossen van de formaliteiten ?
b) Welk sluitend systeem van centralisatie kan overwogen worden?
ANTWOORD
Vooraleer de verschillende specifieke vragen van het geacht lid te beantwoorden zou ik hem erop willen wijzen dat het nooit in de bedoeling van de wetgever heeft gelegen de werkwijze toe te laten die het geacht lid in de inleiding van zijn vraag schetst en die erin bestaat dat een niet erkende vereniging een overeenkomstig de bepalingen van artikel 104 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 erkende vereniging gebruikt om fiscale attesten uit te reiken voor de giften die bestemd zijn voor de eerstgenoemde, niet-erkende vereniging, zodanig dat schenkers van die niet- erkende vereniging een belastingaftrek zouden kunnen verkrijgen.
Inderdaad, uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 mei 1972 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake belastingvrijstelling van bepaalde giften, blijkt dat de wetgever de uitdrukkelijke bedoeling had de instellingen, die slechts op het lokale vlak werkzaam zijn, van erkenning uit te sluiten (zie Parlementaire Handelingen, Senaat, vergadering van 13 juli 1971, blz. 2449, kolom l).
Hiermee is uitdrukkelijk beoogd, eensdeels versnippering te vermijden opdat niet te veel instellingen zich op belastingvrijstelling zouden kunnen beroepen en, anderdeels, alleen instellingen van strikt algemeen belang in aanmerking te nemen (zie inzonderheid verslag van de Commissie voor de Financiën van de Senaat, Gedr. Stuk 294, zitting 1970-1971, blz. 18, en Parlementaire Handelingen, Senaat, vergadering van 24 maart 1971, blz. 1179, kolom 2).
Rekening houdend met wat voorafgaat, vindt het geacht lid hierna het antwoord op zijn vragen.
1. a) Overeenkomstig de bepalingen van artikel 104 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 mogen erkende verenigingen nooit fiscale attesten uitreiken voor giften die aan niet erkende verenigingen toekomen.
b) Naast de reeds in het inleidend gedeelte van het antwoord geformuleerde motieven moeten de werkzaamheden van de sociale verenigingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 57, § 1, 3°, a), van het koninklijk besluit tot uitvoering van voormeld wetboek, nationaal worden gevoerd.
Dat principe geldt uiteraard niet voor verenigingen die hulp verlenen aan ontwikkelingslanden, aangezien dergelijke verenigingen hun activiteit hoofdzakelijk in de ontwikkelingslanden zelfs moeten ontplooien.
De culturele verenigingen daarentegen moeten krachtens artikel 58, § 1, 5°, van het voormeld koninklijk besluit met hun invloedsgebied één van de gemeenschappen of het gehele land bestrijken, zodat inzonderheid de instellingen worden uitgesloten die slechts op lokaal vlak werkzaam zijn.
2.
a) Gelet op wat voorafgaat worden er geen maatregelen tot wijziging van de
bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen overwogen.
b) In de huidige stand van de wetgeving is het niet mogelijk een systeem
van centralisatie in te stellen.
Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 91, 1996-1997, blz. 12506-12508
Vzw's. - Fiscale attesten.
VRAAG
Talrijke kleine en lokale vzw's zijn goed en dicht ingeplant bij de plaatselijke bevolking. Wegens deze nauwe band doen vele mensen nogal wat financiële stortingen om deze humanitaire projecten te ondersteunen. Het uitreiken van fiscale attesten is een wettelijk geregelde zaak. Deze kleine vzw's kunnen zich dikwijls niet bezighouden met de administratieve activiteiten hierrond en laten dit over aan een overkoepelende organisatie die alles centraliseert en dan verder afhandelt. " Sober voor anderen " en " Netwerk Vlaanderen " zijn voorbeelden van dergelijke organisaties.
Sommige organisaties zouden niet meer rechtsgeldig de fiscale attesten voor andere organisaties kunnen uitreiken.
1.
a) Is het zo dat organisaties de administratie en de uitreiking van fiscale attesten niet langer voor andere organisaties kunnen afhandelen?
b) Zo ja, welke motieven liggen aan de grondslag?
2.
a) Welke maatregelen overweegt u om de kleine vzw's te verlossen van de formaliteiten ?
b) Welk sluitend systeem van centralisatie kan overwogen worden?
ANTWOORD
Vooraleer de verschillende specifieke vragen van het geacht lid te beantwoorden zou ik hem erop willen wijzen dat het nooit in de bedoeling van de wetgever heeft gelegen de werkwijze toe te laten die het geacht lid in de inleiding van zijn vraag schetst en die erin bestaat dat een niet erkende vereniging een overeenkomstig de bepalingen van artikel 104 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 erkende vereniging gebruikt om fiscale attesten uit te reiken voor de giften die bestemd zijn voor de eerstgenoemde, niet-erkende vereniging, zodanig dat schenkers van die niet- erkende vereniging een belastingaftrek zouden kunnen verkrijgen.
Inderdaad, uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 mei 1972 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake belastingvrijstelling van bepaalde giften, blijkt dat de wetgever de uitdrukkelijke bedoeling had de instellingen, die slechts op het lokale vlak werkzaam zijn, van erkenning uit te sluiten (zie Parlementaire Handelingen, Senaat, vergadering van 13 juli 1971, blz. 2449, kolom l).
Hiermee is uitdrukkelijk beoogd, eensdeels versnippering te vermijden opdat niet te veel instellingen zich op belastingvrijstelling zouden kunnen beroepen en, anderdeels, alleen instellingen van strikt algemeen belang in aanmerking te nemen (zie inzonderheid verslag van de Commissie voor de Financiën van de Senaat, Gedr. Stuk 294, zitting 1970-1971, blz. 18, en Parlementaire Handelingen, Senaat, vergadering van 24 maart 1971, blz. 1179, kolom 2).
Rekening houdend met wat voorafgaat, vindt het geacht lid hierna het antwoord op zijn vragen.
1. a) Overeenkomstig de bepalingen van artikel 104 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 mogen erkende verenigingen nooit fiscale attesten uitreiken voor giften die aan niet erkende verenigingen toekomen.
b) Naast de reeds in het inleidend gedeelte van het antwoord geformuleerde motieven moeten de werkzaamheden van de sociale verenigingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 57, § 1, 3°, a), van het koninklijk besluit tot uitvoering van voormeld wetboek, nationaal worden gevoerd.
Dat principe geldt uiteraard niet voor verenigingen die hulp verlenen aan ontwikkelingslanden, aangezien dergelijke verenigingen hun activiteit hoofdzakelijk in de ontwikkelingslanden zelfs moeten ontplooien.
De culturele verenigingen daarentegen moeten krachtens artikel 58, § 1, 5°, van het voormeld koninklijk besluit met hun invloedsgebied één van de gemeenschappen of het gehele land bestrijken, zodat inzonderheid de instellingen worden uitgesloten die slechts op lokaal vlak werkzaam zijn.
2.
a) Gelet op wat voorafgaat worden er geen maatregelen tot wijziging van de
bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen overwogen.
b) In de huidige stand van de wetgeving is het niet mogelijk een systeem
van centralisatie in te stellen.