Parlementaire vraag nr. 1534 van de heer Wouter Vermeersch van 23.06.2023

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/117 d.d. 31.08.2023, blz. 323

Bpost - Fiscale controle

VRAAG (van de heer Vermeersch)

De bestuursdiensten van de Staat, met inbegrip van de parketten en de griffies der hoven en van alle rechtscolleges, de besturen van de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten en de gemeenten zomede de openbare instellingen en inrichtingen, zijn gehouden, wanneer zij daartoe worden aangezocht door een ambtenaar belast met de vestiging of de invordering van de belastingen, hem alle in hun bezit zijnde inlichtingen te verstrekken, hem, zonder verplaatsing, van alle in hun bezit zijnde akten, stukken, registers en om het even welke bescheiden inzage te verlenen, en hem alle inlichtingen, afschriften of uittreksels te laten nemen, welke de bedoelde ambtenaar voor de vestiging of de invordering van de door de Staat geheven belastingen nodig acht. Van de akten, stukken, registers, bescheiden of inlichtingen in verband met de rechtspleging mag evenwel geen inzage worden verleend zonder uitdrukkelijk verlof van de federale procureur, de procureur-generaal of de auditeurgeneraal. De originelen echter van de ontvangstbewijzengetuigschriften voor verstrekte hulp, uitgereikt door de geneesheren, de tandheelkundigen en de paramedische medewerkers mogen niet worden medegedeeld zonder dat de nationale raad van de Orde der geneesheren of de provinciale geneeskundige commissies de gelegenheid hebben gehad zich ervan te vergewissen dat de Vlaamse Belastingdienst hierdoor geen inlichtingen krijgt betreffende de identiteit van de zieken en van de verzekerden. Dat wordt bepaald in artikel 327 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). Conform § 3 artikel 327 WIB 92 is deze bepaling echter niet van toepassing op de naamloze vennootschap van publiek recht bpost. Gezien het feit dat BNP Paribas Fortis in 2022 100 % verwierf van bpost bank, hoe valt deze bepaling in het WIB 92 nog langer te verantwoorden?

ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)

Artikel 327, § 3, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) werd gewijzigd met de wet van 7 november 2011 houdende fiscale en diverse bepalingen. De reden voor de aanpassing was dat de lijst van openbare diensten, instellingen en inrichtingen vermeld in het oude artikel 327, § 3, WIB 92 geen openbare kredietinstellingen meer bevat en het Bestuur der postchecks opgenomen werd in de naamloze vennootschap van publiek recht bpost (hierna "bpost"). Artikel 327, § 3, WIB 92 heeft aldus betrekking op de naamloze vennootschap van publiek recht bpost en niet op de naamloze vennootschap bpost Bank. De oorsprong van artikel 327 WIB 92, bevindt zich in de wet van 28 juli 1938 tot verzekering van de juiste heffing van belastingen. Die wet wou verzekeren dat de verdeling van de administratieve functies van de staat onder de federale staat en de lokale overheden niet ertoe zou leiden dat regelmatig ingewonnen inlichtingen niet gebruikt konden worden voor belastingdoeleinden. Er werd echter geoordeeld dat het destijds zogenaamde Bestuur der Postchecks uitdrukkelijk van het toepassingsgebied moest uitgesloten worden. Deze uitsluiting was ingegeven omwille van de bijzonderheden inzake bankhandelingen en de uitwisseling van gegevens daaromtrent. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, 2., van de statuten van bpost is één van de doelen van deze vennootschap vandaag nog steeds het leveren van financiële postdiensten en van enige andere financiële, bancaire of betalingsdienst. Het is in deze context dat artikel 327, § 1, WIB 92 niet van toepassing is op bpost terwijl die wel van toepassing is op bepaalde andere openbare diensten, instellingen en inrichtingen. Bijgevolg heeft artikel 327, § 3, WIB 92 nog steeds zijn nut. De toepassing van artikel 327, § 3, WIB 92 doet overigens geen afbreuk aan andere bepalingen inzake het uitwisselen van gegevens.