Parlementaire vraag nr. 1684 van de heer Wouter Vermeersch van 13.09.2023
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/121 d.d. 06.10.2023, blz. 288
Fiscale gevolgen van de afgeschafte stagebonus
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Op fiscaal vlak worden de winst en baten vrijgesteld ten belope van 40 % van de bezoldigingen die krachtens artikel 52, 3°, als beroepskosten worden afgetrokken en die worden betaald of toegekend aan de werknemers waarvoor de werkgever, die de genoemde kosten draagt, een stagebonus verkrijgt als bedoeld in artikel 58 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact (artikel 67bis Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992). Het Vlaams decreet van 23 december 2022 over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding (Belgisch Staatsblad van 31 januari 2023) en het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 2023 tot uitvoering van het decreet van 23 december 2022 betreffende de premie kwalificerend werkplekleren (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2023) schaffen vanaf 1 september 2023 de stagebonus af. Tegelijkertijd wordt vanaf 1 september 2023 (en dus vanaf het schooljaar 2023-2024) voorzien in de nieuwe premie werkplekleren (samen met de nieuwe leerlingenpremie) ter vervanging van de stagebonus en nog andere maatregelen. In het Brussels Gewest werd de stagebonus omgedoopt tot "mentorpremie" en in Wallonië tot "premie voor zelfstandigen" die een jongere met alternerende overeenkomst opleidt. Zal er op fiscaal vlak wetgevend initiatief ondernomen worden om die economische vrijstelling in de personenbelasting nog verder te kunnen toepassen bij ontvangst van de premie werkplekleren, casu quo "mentorpremie" of "premie voor zelfstandigen", of verdwijnt deze economische vrijstelling in de personenbelasting ook definitief vanaf 1 september 2023 (en dus vanaf het schooljaar 2023-2024)?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)
Mijn administratie zal de vrijstelling ook toepassen voor de nieuwe regelingen die werden ingevoerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse gewest vanwege het feit dat het gaat om een naamswijziging van het regime. Momenteel is mijn administratie bezig met een analyse van de nieuwe regeling van het Vlaamse gewest, gezien er ook inhoudelijke wijzigingen werden aangebracht aan het regime. Ik heb aan mijn administratie ook gevraagd om te onderzoeken of het aangewezen is om de maatregel voor de volgende inkomstenjaren te behouden en of een aanpassing van artikel 67bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 desgevallend wenselijk is.