Commentaar van art. 454, WIB 92

Art. 454, WIB 92

I. WETTEKST

454/0

II. BEDOELDE OVERTREDING

454/1

III. BIJKOMENDE STRAFFEN

454/2-4

I. WETTEKST

Nummer 454/0

Art. 454. - Bij de bestraffing van een overtreding van artikel 421, kan de rechter de betrokken belastingplichtige verbieden in België, rechtstreeks of onrechtstreeks een beroepswerkzaamheid uit te oefenen waaruit winsten, baten of bezoldigingen van werkende vennoten worden verkregen, totdat hij zijn verplichtingen is nagekomen.

Hij kan bovendien, mits hij zijn beslissing op dat stuk motiveert, voor de duur van dat verbod de sluiting bevelen van de door die personen in België geëxploiteerde inrichtingen.

II. BEDOELDE OVERTREDING

Nummer 454/1

Art. 454, WIB 92, voert geen afzonderlijk misdrijf in maar legt wel bijkomende straffen op ingeval één van de in art. 449, WIB 92, in algemene zin beoogde misdrijven, en meer in het bijzonder de overtreding van art. 421, WIB 92, wordt bestraft.

De art. 420 en 421, WIB 92, stellen een procedure in waardoor de administratie, wanneer zij redenen heeft om aan te nemen dat sommige belastingplichtigen middelen aanwenden om zich aan de betaling van hun belasting te onttrekken, kan eisen dat een zakelijke zekerheid of een persoonlijke borg wordt gesteld (art. 421, WIB 92, preciseert de concrete verplichtingen van de belastingplichtige op dit stuk).

De overtreding van art. 421, WIB 92, wordt aangemerkt als een overtreding van een van de bepalingen van het WIB en wordt als zodanig door art. 449, WIB 92, bestraft. Art. 454, WIB 92, voegt aan die straffen de mogelijkheid toe dat de rechter bijkomende straffen uitspreekt.

III. BIJKOMENDE STRAFFEN

Nummer 454/2

De bijkomende straffen die ingevolge art. 454, WIB 92, kunnen worden uitgesproken zijn :

- het verbod sommige beroepswerkzaamheden uit te oefenen;

- de sluiting van de inrichting.

Nummer 454/3

De eerste straf betreft :

- alleen de beroepswerkzaamheden waaruit winsten, baten of bezoldigingen van werkende vennoten worden verkregen;

- de uitoefening van die werkzaamheden in België;

- de rechtstreekse of onrechtstreekse uitoefening van die werkzaamheden, d.w.z. dat de betrokkene niet alleen het beroep niet zelf mag uitoefenen, maar dat hij het ook niet mag uitoefenen door bemiddeling van een andere persoon;

- de uitoefening van die beroepswerkzaamheden tijdens een beperkte termijn, nl. zolang de betrokkene zich niet in orde heeft gesteld met de verplichtingen opgelegd bij art. 421, WIB 92.

Nummer 454/4

De tweede mogelijke bijkomende straf betreft de sluiting van de inrichtingen die in België worden geëxploiteerd door personen aan wie ingevolge art. 454, 1e lid, WIB 92, verbod is opgelegd het beroep uit te oefenen, die sluiting kan dezelfde duur hebben als het voornoemde verbod. De rechter die de sluiting beveelt moet zijn beslissing op dat stuk motiveren.

De schending van een door de rechtbank uitgesproken verbod of sluiting is een afzonderlijk misdrijf dat wordt bestraft door art. 456, WIB 92.