Parlementaire vraag nr. 1936 van de heer Wouter Vermeersch van 05.03.2024

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2023-2024, QRVA 55/133 d.d. 29.04.2024, blz. 105


Investeringsaftrek voor uitbaters van vaste activa via platformdiensten

VRAAG (van de heer Vermeersch)

De investeringsaftrek (IA) is uitgesloten voor vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht met het doel het recht van gebruik ervan bij leasingcontract of bij overeenkomst van erfpacht of opstal, of enig gelijkaardig onroerend recht aan een derde over te dragen, ingeval die vaste activa kunnen worden afgeschreven door de onderneming die het recht heeft verkregen (artikel 75, 3° WIB 92). De belastingadministratie voorziet evenwel in een uitzondering hierop in haar administratieve commentaar (artikel 68/23 com.ib/92). Indien het afstaan van het recht van gebruik van een onroerend goed aan derden gepaard gaat met een arbeidsintensieve dienstverlening (naast het verschaffen van onderdak, talrijke andere verstrekkingen zoals het opdienen van ontbijt en andere maaltijden, het aanbieden van dranken (via minibar of anderszins), het onderhoud en schoonmaken van de kamer, het verschaffen en het onderhoud van linnen en dekens, het gebruik van telefoon, radio, TV, overdekt zwembad, sauna, zonnebank, enz.) door de onderneming die het actief tijdelijk afstaat, heeft men toch recht op investeringsaftrek (voor gebouwen, inrichting en meubilair), ongeacht of de derde-huurder er al dan niet optreedt in het kader van een beroepswerkzaamheid. Bijgevolg kunnen hoteliers op basis van deze administratieve tolerantie de investeringsaftrek toepassen op hun nieuwe materiële vaste activa zoals nieuwe investeringen in de gebouwen, de kamerinrichting, het meubilair, het sanitair en dergelijke, enz. De administratieve tolerantie biedt ook het voordeel van de investeringsaftrek aan woonzorgcentra die, naast onderdak, een doorlopende dienstverlening aan de er opgenomen bejaarden verstrekken, zoals het bereiden en opdienen van maaltijden, het onderhouden en schoonmaken van individuele kamers en gezamenlijke leef- en ontspanningsruimten, het verschaffen en onderhouden van linnen en dekens, het verstrekken van lichaamsverzorging, enz. 1. Is de investeringsaftrek ook mogelijk in hoofde van uitbaters (zelfstandigen of vennootschappen) van vaste activa, via platformdiensten zoals bijv. Airbnb en Booking.com, als zij een gelijkaardige dienstverlening aanbieden zoals het opdienen van ontbijt en andere maaltijden, het aanbieden van dranken (via minibar of anderszins), het onderhoud en schoonmaken van de kamer, het verschaffen en het onderhoud van linnen en dekens, het gebruik van telefoon, radio, TV, overdekt zwembad, sauna, zonnebank, enz.? 2. Kunnen zij ook genieten van de investeringsaftrek op nieuwe investeringen die zij doen in de gebouwen, de kamerinrichting, het meubilair, het sanitair en dergelijke, enz.?

ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)

Vooraf wordt verduidelijkt dat hoewel in het eerste lid van de vraag de tekst van artikel 75, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) wordt geciteerd, de vraag onmiskenbaar betrekking heeft op de toepassing van artikel 75, 3°, WIB 92 (wat de verwijzing tussen haakjes op het einde van dat eerste lid ook bevestigt). Als een belastingplichtige in het kader van de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid één of meer kamers, appartementen of vakantiehuizen verhuurt en daarbij eenzelfde arbeidsintensieve of doorlopende dienstverlening aanbiedt als een hotelier of een woonzorgcentrum, kan hij eveneens aanspraak maken op de investeringsaftrek, voor zover aan alle andere wettelijke voorwaarden ter zake is voldaan. De omstandigheid dat de belastingplichtige daarbij gebruik maakt van platformdiensten doet daar op zich geen afbreuk aan. Wat de vorenbedoelde wettelijke voorwaarden betreft, wil ik er nog de aandacht op vestigen dat volgens artikel 75, 1°, WIB 92 alleen vaste activa die uitsluitend voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, voor de investeringsaftrek in aanmerking kunnen komen. Wanneer gebouwde onroerende goederen niet uitsluitend voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, mag de investeringsaftrek echter toch worden toegepast met betrekking tot de lokalen of ruimten waarvan ontegensprekelijk blijkt dat zij uitsluitend voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en duidelijk afgescheiden zijn van de privélokalen of ruimten van de belastingplichtige. De lokalen of ruimten die zowel voor privé- als voor beroepsdoeleinden worden gebruikt (zoals de woonkamer van een gezin die ook als ontbijtruimte voor de gasten van een bed and breakfast (B and B) wordt gebruikt), zijn daarentegen van de investeringsaftrek uitgesloten.