Parlementaire vraag nr. 12205 van de heer Devlies van 27.06.2006
Parlementaire vraag nr. 12205 van de heer Devlies dd. 27.06.2006
Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 1018, blz. 13-14
Woon-werkverkeer - Openbaar vervoer - Tussenkomst werkgever - Vrijstelling - Attest
VRAAG
In de pers las ik dat de NMBS abonnees uit eigen beweging geen fiscale attesten meer stuurt.
Vermeldt de werkgever de vergoeding in vak 12a van loonfiche 281.10, dan is het bedrag vrijgesteld van belasting en moet de werknemer het vermelden bij code 1255 van zijn belastingbrief. In de praktijk vullen de werkgevers vak 12a in als ze zelf het abonnement betalen. In alle andere gevallen waarin de werknemer het abonnement zelf betaalt, vult de werkgever vak 12c in.
Omdat de NMBS jarenlang spontaan een belastingattest heeft uitgereikt, verwachtten werknemers dat dit jaar opnieuw. Ze weten niet wat ze nu moeten invullen en hebben betalingsbewijzen vaak niet bijgehouden.
In de toelichting bij de aangifte in de personenbelasting staat dat het volledige bedrag van betaling of terugbetaling van kosten voor woon-werkverkeer met het openbaar vervoer vrijgesteld is.
Vindt de minister dat een treinpendelaar steeds van het volledige bedrag mag worden vrijgesteld als hij geen werkelijke beroepskosten bewijst ? Welke bewijzen moeten worden bijgehouden of bij de aangifte worden gevoegd ? Moet de werknemer niet langer een attest aanvragen bij de NMBS ? Moet dat enkel als de werkelijke beroepskosten worden bewezen ?
ANTWOORD (van de heer Reynders, vice-eerste minister en minister van Financiën)
De vrijstelling van vergoedingen voor woon-werkverkeer is al sinds aanslagjaar 2002 niet meer afhankelijk van een attest van een openbare vervoersmaatschappij. De NMBS reikt sinds aanslagjaar 2004 geen attesten meer uit wanneer de werkgever de bijdrage in het abonnement rechtstreeks aan de spoorwegen betaalt. Dat vind ik volkomen terecht.
De vrijstelling die sinds aanslagjaar 2002 geldt, is opgenomen in artikel 38 van het WIB 1992. Vergoedingen die de werkgever toekent als terugbetaling of betaling van reiskosten in het kader van het woon-werkverkeer, zijn vrijgesteld voor werknemers die hun beroepskosten forfaitair bepalen en zich verplaatsen met het openbaar gemeenschappelijk vervoer.
Het bedrag voor de woon-werkvergoeding dat in vak 12a van de loonfiche is vermeld, mag volledig worden vrijgesteld voor zover aan de voorwaarden inzake forfaitaire beroepskosten is voldaan. De werkgever mag de rubriek enkel invullen als de vergoeding effectief betrekking heeft op het openbaar gemeenschappelijk vervoer. Er moet in dat geval geen bewijsstuk worden voorgelegd. De bladzijden 27 tot 29 van de toelichting bij de aangifte vermelden alle details.
Sinds aanslagjaar 2005 hoeft de werknemer geen attest meer aan te vragen bij de NMBS als hij aanspraak maakt op de beroepskosten vermeld in artikel 51 van het WIB 1992 of op de beroepskosten met toepassing van het forfait van 0,15 euro per kilometer.
Het fiscaal attest van de vervoersinstelling is enkel nog nodig wanneer de werknemer het openbaar gemeenschappelijk vervoer gebruikt voor woon-werkverplaatsingen, maar opteert voor de aftrek van de werkelijke beroepskosten of wanneer de werkgever de vergoeding niet heeft vermeld in vak 12a van de loonfiche.
CONCLUSIE (van de heer Devlies)
De regeling lijkt me logisch wanneer de werkgever rechtstreeks betaalt of vak 12a invult. In de andere gevallen maakt de houding van de NMBS de zaak alleen maar complexer, want de werknemers moeten zelf een attest aanvragen.