Artikel 63^18/12/1, KB/WIB 92

Art. 63^18/12/1 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 (art. 9 en 11, KB 06.03.2018 - B.S. 20.03.2018; Numac: 2018011360)

Wanneer een belastingplichtige de toepassing vraagt van de belastingvermindering als bedoeld in de artikelen 145^46ter tot 145^46quinquies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor interesten en betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening alsmede de bijdragen van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood die de belastingplichtige tot uitvoering van een individueel gesloten levensverzekeringscontract definitief heeft betaald voor het vestigen van een rente of van een kapitaal bij leven of bij overlijden en dat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een hypothecaire lening, moet hij tot staving van die vraag het volgende attest waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld en dat wordt uitgereikt door de instelling die de lening heeft toegestaan of door de verzekeraar bij wie het levensverzekeringscontract is gesloten, ter beschikking houden van de Federale Overheidsdienst Financiën:

A. wat de interesten en de betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van de hypothecaire lening betreft: een jaarlijks attest waarin de instelling het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt, alsmede gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van de artikelen 145^46ter tot 145^46quinquies van hetzelfde Wetboek gestelde voorwaarden zijn vervuld;

B. wat de levensverzekeringspremies betreft: een jaarlijks attest waarin de verzekeraar het bedrag van de door de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk gedane premiebetalingen meedeelt, alsmede gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de voor de toepassing van de artikelen 145^46ter tot 145^46quinquies van hetzelfde Wetboek gestelde voorwaarden zijn vervuld.