Commentaar van art. 275^5, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking Com.IB 92 d.d. 02.01.2017
TITEL VI: AAN DE VIER BELASTINGEN GEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK I: Storting van de belasting door voorheffing
Afdeling IV: Bedrijfsvoorheffing
Onderafdeling IV: Berekening van de voorheffing
Art. 275^5, COM.IB 92
275^5/0 | |
275^5/1 | |
275^5/2 | |
275^5/4 | |
275^5/7 | |
275^5/8 | |
275^5/9 | |
275^5/12 | |
275^5/13 | |
275^5/14 | |
275^5/15 | |
275^5/16 | |
275^5/17 |
INLEIDING
275^5/0
De huidige versie van de commentaar is, tenzij anders vermeld, van toepassing op de werkgevers voor de bezoldigingen die zij betalen of toekennen vanaf 01.01.2016 tot en met de huidige bijwerking.
Deze versie werd geactualiseerd tot en met de wet van 26.12.2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht (BS 30.12.2015, art. 97, 101, 134 en 136) voor art. 275^5, WIB 92 en tot KB van 23.08.2015 (BS 28.08.2015, art. 1, 2, 3 en 4) voor art. 95^2, Bijlagen IIIbis en IIIter, KB/WIB 92.
I. WIB 92
275^5/1
Art. 275^5 - § 1. De ondernemingen waarin ploegenarbeid of nachtarbeid wordt verricht, die eenploegenpremie betalen of toekennen en die krachtens artikel 270, 1°, schuldenaar zijn van de bedrijfsvoorheffing op die premie, worden ervan vrijgesteld een bedrag aan bedrijfsvoorheffing gelijk aan 22,8 pct. van de belastbare bezoldigingen waarin die ploegenpremies zijn begrepen, in de Schatkist te storten, op voorwaarde dat de genoemde voorheffing volledig op die bezoldigingen en premies wordt ingehouden.
De in het vorige lid bedoelde belastbare bezoldigingen, ploegenpremies inbegrepen, zijn de overeenkomstig artikel 31, tweede lid, 1° en 2°, vastgestelde belastbare bezoldigingen van de werknemers met uitsluiting van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen.
Om de in het eerste lid bedoelde vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing te verkrijgen, moet de werkgever, ter gelegenheid van zijn aangifte in de bedrijfsvoorheffing, het bewijs leveren dat de werknemers in hoofde van wie de vrijstelling wordt gevraagd ploegenarbeid hebben verricht tijdens de periode waarop die aangifte betrekking heeft. De Koning bepaalt de nadere modaliteiten voor het leveren van dit bewijs.
Deze vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing wordt enkel toegekend voor werknemers die, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn, over de betrokken maand waarvoor het voordeel wordt gevraagd, tenminste een derde van hun arbeidstijd in ploegen- of nachtarbeid zijn tewerkgesteld. Voor de toepassing van deze norm worden, naast de effectieve arbeidsprestaties, ook de schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst waarvoor het loon wordt doorbetaald, mee in de teller opgenomen. Perioden van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zonder loon, worden niet meegerekend in de noemer.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 wordt verstaan onder:
1° ondernemingen waar ploegenarbeid wordt verricht: de ondernemingen waar het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak:
a) hetzij door werknemers van categorie 1 bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24 december 2002;
b) hetzij door statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom [vanaf 22.06.2015 Proximus *], de naamloze vennootschap van publiek recht bpost, (...), de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel;
c) hetzij door statutaire werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail [**].
2° ondernemingen waar nachtarbeid wordt verricht: de ondernemingen waar werknemers overeenkomstig de in de onderneming toepasselijke arbeidsregeling, prestaties verrichten tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van de werknemers die enkel prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur en de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
De hier bedoelde werknemers zijn:
a) hetzij de werknemers van categorie 1 bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24 december 2002;
b) hetzij de statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom [vanaf 22.06.2015 Proximus *], de naamloze vennootschap van publiek recht bpost, (...), de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel;
c) hetzij de statutaire werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail [**]
3° ploegenpremie, de premie die wordt toegekend naar aanleiding van de in 1° bedoelde ploegenarbeid of van de in 2° bedoelde nachtarbeid;
4° de ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid die uitzendkrachten ter beschikking stellen van in 1° en 2° bedoelde ondernemingen die deze uitzendkrachten tewerkstellen in een systeem van ploegen- of nachtwerk in de functie van een werknemer van categorie 1, worden, wat de vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing op de belastbare bezoldigingen van die uitzendkrachten waarin ploegenpremies zijn begrepen, betreft, gelijkgesteld met die ondernemingen.
§ 3. De in § 1, eerste lid, bedoelde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt verhoogd met 2,2 procentpunten voor ondernemingen die werken in een volcontinu arbeidssysteem.
Onder ondernemingen die werken in een volcontinu arbeidssysteem wordt verstaan, de ondernemingen waar het werk wordt verricht door de werknemers van categorie 1 bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24 december 2002, in minstens vier ploegen van minstens 2 werknemers, die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang, die een continue bezetting tijdens de gehele week en het weekend garanderen, en die elkaar opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak. De bedrijfstijd in dergelijke ondernemingen, zijnde de tijd dat het bedrijf functioneert, bedraagt minstens 160 uur op weekbasis.
§ 4. De in § 1, eerste lid, bedoelde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt verhoogd met 2,2 procentpunten voor ondernemingen die hoog technologische producten, beoogd in artikel 70, produceren, mits de in § 1 bedoelde modaliteiten worden nageleefd.
Deze vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing wordt enkel toegekend voor werknemers in de mate dat zij effectief zijn tewerkgesteld aan de productie van de in het vorige lid bedoelde producten.
Voor werknemers die eveneens worden tewerkgesteld aan de productie van andere dan in het eerste lid bedoelde producten wordt de verhoging pro rata beperkt tot de effectieve tewerkstelling aan de productie van de in het eerste lid bedoelde producten.
* [In alle wetten en reglementen wordt het woord 'Belgacom', wanneer het op grond van het eerste lid wordt ingevoerd, vervangen door het woord 'Proximus' (W. 10.08.2015 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, BS 01.09.2015].
** [KB 11.12.2013 houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen, BS 16.12.2013].
II. KB/WIB 92
275^5/2
Art.95^2 - § 1. De in het derde lid vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing moeten voor de periode waarin zij bezoldigingen hebben toegekend waarvoor zij een deel of het geheel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet in de Schatkist moeten storten, twee afzonderlijke aangiften in de bedrijfsvoorheffing overleggen volgens het in §§ 2 en 3 vermelde onderscheid.
De in het eerste lid bedoelde schuldenaars zijn:
(…)
5° de ondernemingen beoogd in artikel 275^5, van hetzelfde Wetboek, waarin ploegenarbeid of nachtarbeid wordt verricht, die een ploegenpremie betalen of toekennen.
(…)
§ 2. De eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft betrekking op de aan al de werknemers betaalde of toegekende bezoldigingen en moet de volgende specifieke vermeldingen bevatten:
a) in het vak 'belastbare inkomsten': de door de werkgever voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen;
b) in het vak 'verschuldigde bedrijfsvoorheffing': de ingehouden bedrijfsvoorheffing.
§ 3. De tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft uitsluitend betrekking op de bezoldigingen van werknemers waarvoor een deel of het geheel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet in de Schatkist moet worden gestort en moet, afhankelijk van de schuldenaars, de volgende specifieke vermeldingen bevatten:
a) in het vak 'aard der inkomsten': de code die is opgenomen in bijlage IIIbis;
b) in het vak 'belastbare inkomsten':
(…)
3° voor de in § 1, derde lid, 3° tot 6° en 8° tot 10°, bedoelde schuldenaars: de door de werkgever voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen;
(…)
c) in het vak 'verschuldigde bedrijfsvoorheffing':
(…)
7° voor de in § 1, derde lid, 5°, bedoelde schuldenaars: een negatief bedrag gelijk aan 15,6 pct. of, voor de in artikel 275^5, § 3, van hetzelfde Wetboek bedoelde ondernemingen, aan 17,8 pct. van de overeenkomstig artikel 31, tweede lid, 1° en 2°, van hetzelfde Wetboek, vastgestelde belastbare bezoldigingen, ploegenpremies inbegrepen, maar met uitsluiting van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen.
(…)
§ 4. Ter staving van hun aangiften in de bedrijfsvoorheffing moeten de in § 1 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing de modaliteiten naleven die zijn opgenomen in bijlage IIIter.
275^5/3
De Bijlage IIIbis, KB/WIB 92 vermeldt een codelijst betreffende de aard der inkomsten in toepassing van art. 90, § 3 (vanaf 30.04.2015) en 95^2, § 3, KB/WIB 92.
De Bijlage IIIter, KB/WIB 92 vermeldt de modaliteiten die nageleefd moeten worden door de in het art. 95^2, § 1, KB/WIB 92 vermelde schuldenaars van de BV.
FAQ op de site van FOD Financiën: Nacht- en ploegenarbeid – Arbeidsstelsel van een ploegenstelsel.
http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/personeel_en_loon/bedrijfsvoorheffing/vrijstellingen/nacht_en_ploegenarbeid/volcontinu_arbeidssysteem
http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/personeel_en_loon/bedrijfsvoorheffing/vrijstellingen/nacht_en_ploegenarbeid/berekening_van_de_een_derde_norm
III. GELDEND PERCENTAGE
275^5/4
Basispercentages voor nacht- en ploegenarbeid:
Vrijstelling van doorstorting | Percentage | Wettelijke basis |
01.07.2004 – 31.06.2005 | 1,00 % | Art. 3 en 4, KB 16.06.2004 (BS 24.06.2004 – Ed. 2) |
01.07.2005 – 31.12.2005 | 2,50 % | Art. 26 en 27, W 03.07.2005 (BS 19.07.2005) |
01.01.2006 – 31.03.2007 | 5,63 % | Art. 2, KB 22.08.2006 (BS 28.08.2006) |
01.04.2007 – 31.05.2009 | 10,70 % | Art. 1 en 2, KB 21.12.2006 (BS 29.12.2006 – Ed. 7) |
01.06.2009 – 31.12.2015 | 15,60 % | Art. 17 en 19, W 27.03.2009 (BS 07.04.2009) |
Vanaf 01.01.2016 | 22,80 % | Art. 134, W 26.12.2015 (BS 30.12.2015 – Ed. 2) |
275^5/5
Een verhoging van de vrijstellingspercentages is voorzien voor de ondernemingen die werken in een volcontinu arbeidssysteem:
Vrijstelling van doorstorting | Percentage | Wettelijke basis |
Vanaf 01.01.2014 | +2,2 % | Art. 53 en 55, W 26.12.2013 (BS 31.12.2013 – Ed. 2) |
275^5/6
Een verhoging van de vrijstellingspercentages is ook voorzien voor de ondernemingen die hoogtechnologische producten produceren:
Vrijstelling van doorstorting | Percentage | Wettelijke basis |
Vanaf 01.01.2016 (zie onderstaande beperkingen) | +2,2 % | Art. 97 en 101, W 26.12.2013 (BS 31.12.2013 – Ed. 2) |
IV. BASISVOORWAARDEN
275^5/7
Basisvoorwaarden:
- de werkgever moet schuldenaar van de BV zijn in toepassing van art. 270, 1°, WIB 92;
- het moet gaan om een onderneming waar nacht- of ploegenarbeid wordt verricht en die een ploegenpremie betaalt of toekent;
- de BV op de betrokken bezoldigingen en premies moet daadwerkelijk worden ingehouden;
- de vrijstelling wordt enkel toegekend voor werknemers die, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn, tenminste een derde van hun arbeidstijd in ploegen- of nachtarbeid zijn tewerkgesteld tijdens de maand waarvoor het voordeel wordt gevraagd;
Voor de toepassing van deze norm worden, naast de effectieve arbeidsprestaties, ook de schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst waarvoor het loon wordt doorbetaald, mee in de teller opgenomen. Perioden van schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zonder loon, worden niet meegerekend in de noemer.
V. PLOEGEN- EN NACHTARBEID
275^5/8
1. Bedoelde werknemers
- werknemers van categorie 1 bedoeld in artikel 330, van de programmawet (I) van 24.12.2002 (profitsector);
- de statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschappen van publiek recht Proximus, bpost, NMBS en Infrabel;
- de statutaire werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail.
2. Bedoelde ondernemingen
275^5/9
Een onderneming waar ploegenarbeid wordt verricht is een onderneming:
- waar het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers,
- die hetzelfde werk zowel qua inhoud als qua omvang doen,
- en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen is en zonder dat de overlapping meer dan een vierde van hun dagtaak bedraagt.
Een onderneming waar nachtarbeid wordt verricht is een onderneming:
- waar werknemers overeenkomstig het in de onderneming toepasselijke arbeidsreglement, prestaties verrichten tussen 20 uur en 6 uur,
- met uitsluiting van de werknemers die enkel tussen 6 uur en 24 uur prestaties verrichten en de werknemers die gewoonlijk vanaf 5 uur beginnen te werken.
Een ploegenpremie is een premie die naar aanleiding van de ploegenarbeid of van de nachtarbeid wordt toegekend.
275^5/10
Voorwaarden waaraan een onderneming moet voldoen om te worden beschouwd als werkend in een volcontinu arbeidssysteem en om van de verhoging van het vrijstellingspercentage te genieten.
Het moet gaan om ondernemingen:
- uit de profitsector;
- waar gewerkt wordt in minstens vier ploegen van minstens twee werknemers die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang, die een continue bezetting gedurende de week en het weekend garanderen en die elkaar opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak;
- waar de bedrijfstijd, zijnde de tijd dat het bedrijf functioneert, wekelijks minstens 160 uur bedraagt.
Deze voorwaarden zijn cumulatief.
275^5/11
De ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid die uitzendkrachten ter beschikking stellen van ondernemingen die deze uitzendkrachten tewerkstellen in een systeem van ploegen- of nachtwerk in de functie van een werknemer van categorie 1 bedoeld in art. 330 dan de programmawet (I) van 24.12.2002 (profitsector) worden, wat de vrijstelling van doorstorting van de BV op de belastbare bezoldigingen van die uitzendkrachten waarin ploegenpremiers zijn begrepen, betreft, gelijkgesteld met die ondernemingen. Het uitzendkantoor kan de vrijstelling evenwel slechts inroepen voor zover het de ploegen- of nachtpremie zelf betaalt en bijgevolg ook schuldenaar is van de bedrijfsvoorheffing.
VI. VOLCONTINU ARBEIDSSYSTEEM
1. Bedoelde werknemers
275^5/12
De werknemers van categorie 1 bedoeld in art. 330 van de programmawet (I) van 24.12.2002 (profitsector).
2. Bedoelde ondernemingen
275^5/13
De verhoogde vrijstelling is enkel van toepassing voor ondernemingen die volledig werken in een volcontinu arbeidssysteem. Voor ondernemingen die gedeeltelijk werken in een volcontinu arbeidssysteem kan evenwel worden aanvaard dat de verhoogde gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de BV wordt toegepast m.b.t. de werknemers die effectief in een vierploegenstelsel dat aan alle voorwaarden voor een volcontinu arbeidssysteem voldoet, tewerkgesteld zijn. Indien deze werknemers ook gedeeltelijk tewerkgesteld zijn in een ander ploegenstelsel, dan moet de BV die in aanmerking komt voor de verhoogde vrijstelling van doorstorting worden geprorateerd.
De ondernemingen die in een volcontinu arbeidssysteem werken, moeten hun werk met minstens vier ploegen organiseren. Het is in principe dus mogelijk dat het volcontinu werk wordt georganiseerd in een systeem van een drieploegenstelsel in de week gecombineerd met een tweeploegenstelsel in het weekend.
3. Voorbeelden
275^5/14
- Een onderneming heeft naast een productielijn die georganiseerd is voor de volcontinu arbeid ook productielijnen die volgens het drieploegenstelsel werken of in het weekend stilliggen. In die gevallen zal de onderneming slechts voor het deel van het personeel dat aan de volcontinu productielijn staat recht hebben op de verhoogde vrijstelling van doorstorting van de BV.
- Een onderneming werkt volcontinu, maar moet wegens onderhoud één of meerdere lijnen sluiten voor een aantal weken of in het weekend. Aangezien op weekbasis te controleren is of er sprake is van een volcontinu arbeidsstelsel is het mogelijk dat een onderneming omwille van onderhoud maar één of meerdere weken van de vier binnen één maand voldoet aan de voorwaarden. Ook in dergelijke gevallen zal enkel voor de weken dat er sprake is van volcontinu arbeid de verhoogde vrijstelling van doorstorting van de BV mogen toegepast worden.
- Een onderneming heeft verschillende productielijnen, waarvan een aantal volcontinu werken en aan de gestelde voorwaarden voldoen en een aantal die niet aan de voorwaarden voldoen. Het personeel is niet exclusief toegewezen aan één lijn, maar werkt, alternerend aan de volcontinulijn en aan de andere lijnen. De verhoogde vrijstelling van doorstorting beperkt zich ook in die gevallen tot de BV die betrekking heeft op de tewerkstelling aan de volcontinulijn.
VII. HOOGTECHNOLOGISCHE PRODUCTEN
275^5/15
Een verhoging van de vrijstellingspercentages is ook voorzien voor de ondernemingen die hoogtechnologische producten produceren zoals bedoeld in art. 70, WIB 92, en voor zover het werknemers betreft die effectief aan de productie van zulke producten tewerkgesteld zijn.
Die laatste verhoging is van toepassing vanaf 01.01.2016 op voorwaarde dat uit een beslissing genomen door de Europese Commissie blijkt dat bepalingen van deze vrijstellingsmaatregel geen onverenigbare staatsteun vormen, zoals bedoeld in art. 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (W 26.12.2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht, BS 30.12.2015, art. 101).
VIII. BEWIJSSTUKKEN
275^5/16
De betrokken werkgevers moeten een nominatieve lijst ter beschikking houden van de administratie met daarin, voor elke werknemer, de volledige identiteit en de periode van het jaar gedurende dewelke die werknemer ploegenarbeid of nachtarbeid heeft verricht.
IX. BEREKENING
275^5/17
De bedoelde inkomsten zijn de belastbare bezoldigingen zoals bedoeld in art. 31, tweede lid, 1° en 2°, WIB 92, met uitsluiting van vakantiegeld, eindejaarspremie en achterstallige bezoldigingen.
275^5/18
Het basisbedrag dat in toepassing moet worden genomen is het bedrag van de bezoldigingen, inclusief de ploegenpremies.
De berekening moet per werknemer gebeuren, d.w.z. dat de vrijstelling enkel kan toegepast worden op de BV die betrekking heeft op de bezoldigingen van de betrokken werknemer.
275^5/19
De vrijstelling van doorstorting van de bedoelde BV is onderworpen aan twee aangiften in de BV.
In de eerste aangifte (274.10) die betrekking heeft op alle werknemers wordt in de rubriek 'belastbare inkomsten' het bruto belastbaar inkomen vermeld en in de rubriek 'verschuldigde bedrijfsvoorheffing', de aanvankelijk verschuldigde bedrijfsvoorheffing.
In de tweede aangifte (274.04) die uitsluitend betrekking heeft op de werknemers waarvoor een vrijstelling van doorstorting wordt gevraagd, moeten deze rubrieken ingevuld worden:
Aard der inkomsten: code 06 hernemen (voor ploegenpremies en nachtpremies) en code 53 (voor volcontinu arbeidssysteem).
Belastbare inkomsten: vermelden van belastbare bezoldigingen betaald of toegekend aan het personeel dat aan de wettelijke voorwaarden voldoet.
Verschuldigde BV: een negatief bedrag, berekend op basis van het percentage dat van toepassing is volgens de periode en de kwalificatie van de bezoldigingen zoals bedoeld in art. 31, tweede lid, 1° en 2°, WIB 92, inbegrepen de ploegenpremies maar met uitsluiting van vakantiegeld, eindejaarspremies en achterstallige bezoldigingen.