Commentaar van art. 409, WIB 92

Afdeling III - Betwiste belastingen

Art. 409, WIB 92

I. WETTEKST

409/0

II. DRAAGWIJDTE

409/1-6

III. KENNISGEVING AAN DE BELASTINGSCHULDIGE

409/7

IV. AANSPRAKELIJKSTELLING VAN VEREFFENAARS, BESTUURDERS, ... VAN VENNOOTSCHAPPEN

409/8-10

I. WETTEKST

Nummer 409/0

Art. 409. - Het indienen van bezwaar of van beroep vormt geen hinderpaal voor het beslag, niettegenstaande het bepaalde in artikel 1494 van het Gerechtelijk Wetboek, noch voor de overige maatregelen, welke ertoe strekken de invordering te waarborgen van het algehele bedrag van de betwiste belasting in hoofdsom, opcentiemen en verhogingen, van de interesten en de kosten.

II. DRAAGWIJDTE

Nummer 409/1

Dit artikel stelt, in beginsel, voorop dat de verantwoordelijke Ontv. alle maatregelen mag treffen die nodig blijken ten einde de latere invordering van het ganse bedrag van de betwiste belasting (evenals van de desbetreffende interesten en kosten) te waarborgen.

Nummer 409/2

Deze wettelijke bepaling, die uitdrukkelijk afwijkt van het gemeen recht, maakt het de Ontv. mogelijk om voor de betwiste belastingen ondermeer het voorrecht van de Schatkist te handhaven, de verjaring te stuiten en de wettelijke hypotheek in te schrijven.

Nummer 409/3

Hierdoor heeft de wetgever willen voorkomen dat de vertragingen die de definitieve oplossing van de geschillen nopens het bedrag van de aanslagen normaal kan ondergaan, door de belastingschuldigen eventueel zouden ten nutte worden gemaakt om straffeloos ogenschijnlijk onvermogen te bewerkstelligen.

Nummer 409/4

Het begrip "waarborg" moet noodzakelijkerwijze samengaan met dat van gevaar; dit onderling verband ligt aan de basis van art. 409, WIB 92 derwijze dat die wetsbepaling met tact en zin voor realiteit moet worden toegepast en niet mag worden aangewend om een belastingschuldige te dwingen op betwiste belastingen meer te betalen dan het gedeelte dat overeenkomstig art. 410, WIB 92 eisbaar is (zie commentaar op art. 300, WIB 92).

Dwangmaatregelen hebben meestal een uitzonderingskarakter en als dusdanig moeten ze, met gematigdheid en slechts tot het doel waarvoor ze zijn ingesteld, worden aangewend.

Nummer 409/5

Beslag (ongeacht de aard : uitvoerend beslag op roerend goed, op onroerend goed, onder derden en de aanmaning met verzet, gedaan overeenkomstig art. 215, KB/WIB enz.) is ter zake mogelijk in afwijking van het in art. 1494, Ger.W vervatte beginsel volgens hetwelk tot beslag op roerende of onroerende goederen slechts mag worden overgegaan krachtens een uitvoerbare titel en wegens vaststaande en zekere zaken (Cass., 3.3.1970, laatste overweging aangaande het derde middel, Bull. 485, blz. 1055; Beslagrechter Kortrijk, 21.4.1980, Bull. 594, blz. 784; Cass., 8.3.1990, Bull. 701, blz. 95).

De realisatie van de in beslag genomen goederen mag echter alleen geschieden tot beloop van het in art. 410, 1e lid, WIB 92 bepaald bedrag (zie 410/1 tot 3).

Nummer 409/6

Er wordt aan herinnerd dat, overeenkomstig art. 217bis, § 3, KB/WIB elke som die aan de belastingschuldige moet worden teruggegeven of betaald in het kader van de toepassing van de wettelijke bepalingen inzake de inkomstenbelastingen en de ermede gelijkgestelde belastingen, of krachtens de bepalingen van het burgerlijk recht met betrekking tot de onverschuldigde betaling, door de Ontv. der belastingen zonder formaliteit mag worden aangewend tot aanzuivering van betwiste belastingen, gelijkgestelde belastingen en voorheffingen, welke nog op naam van de belastingschuldige open staan en dat zulke aanzuivering, althans voor het gedeelte van deze aanslagen dat in de zin van art. 410, WIB 92 geen zekere en vaststaande schuld vormt (zie 410/0 tot 3), een bewarende maatregel is.

III. KENNISGEVING AAN DE BELASTINGSCHULDIGE

Nummer 409/7

De Ontv. stelt, onder verwijzing naar art. 409, WIB 92 en eventuele andere wettelijke bepalingen (b.v. art. 217bis, § 3, KB/WIB, zie 409/6) de belastingschuldige in kennis van de beslissing tot het nemen van een bewarende maatregel. Hij vermeldt in deze kennisgeving tevens waarom hij deze maatregel nodig acht en welke waarborgen aldus worden genomen.

IV. AANSPRAKELIJKSTELLING VAN VEREFFENAARS, BESTUURDERS, ... VAN VENNOOTSCHAPPEN

Nummer 409/8

De invordering van de betwiste belastingen die op naam van vennootschappen zijn gevestigd, zal niet altijd op voldoende wijze, soms zelfs onmogelijk - voornamelijk in geval van vereffening of ontbinding van de vennootschap - door gerechtelijke vervolgingen tegen de vennootschap kunnen worden gewaarborgd.

Nummer 409/9

Wanneer, als waarborg van de invordering, een actie tot aansprakelijkstelling van de vereffenaars, zaakvoerders, bestuurders, commissarissen, aandeelhouders of vennoten aangewezen is, moet de vordering, naast de rechtsgronden waarop de aansprakelijkstelling rust, op grond van art. 409, WIB 92 worden ingeleid. Zulks zal in voorkomend geval moeten geschieden voor het verstrijken van de verjaringstermijn van 5 jaar, bepaald bij art. 194 van de samengeordende wetten op de handelsvennootschappen (de stuiting van de gewone schulddovende verjaring tegen het rechtswezen blijft in dit opzicht zonder uitwerking). Aan de rechtbank moet dan worden gevraagd haar uitspraak te verdagen tot de betwiste aanslag definitief is geworden.

Nummer 409/10

Vermits de Ontv. niet de hoedanigheid bezit om vorderingen in te stellen die stoelen op het gemeenrecht (Rechtb. Brussel, 16.3.1976, Bull. 554, blz. 1780) zal de actie voor de bevoegde burgerlijke rechtbank moeten worden ingeleid ten verzoeke van de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, op vervolging en benaarstiging van de Ontvanger der belastingen te ...