Commentaar van art. 412, WIB 92

Afdeling IV - Eisbaarheid van voorheffingen en belastingen

Art. 412, WIB 92

I. WETTEKST

412/0

II. ALGEMENE BEGRIPPEN AANGAANDE DE BEREKENING VAN DE BETALINGSTERMIJNEN

412/1-2

III. RV

412/3-12

A. Wettelijke termijn

412/3

B. Door de administratie toegestane afwijkingen

412/4-12

IV. BV

412/13-29

A. Algemene termijn

412/13-14

B. Door de wet voorziene afwijkingen

412/15-25

C. Administratieve afwijkingen verleend aan de sociale secretariaten

412/26-29

V. ALGEMENE VERPLICHTING VAN DE ONTVANGER

412/30-32

VI. BIJZONDER GEVAL : BUITENLANDSE VERZEKERAARS - LLOYDS

412/33

I. WETTEKST

Nummer 412/0

Art. 412. - De roerende voorheffing is betaalbaar binnen de vijftien dagen na de toekenning of de betaalbaarstelling van de belastbare inkomsten.

De bedrijfsvoorheffing is betaalbaar binnen de vijftien dagen na het verstrijken van de maand waarin de inkomsten werden betaald of toegekend.

In afwijking van het tweede lid is de bedrijfsvoorheffing betaalbaar binnen 15 dagen na het verstrijken van iedere trimester waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend, wanneer de bedrijfsvoorheffing op de inkomsten van het vorige jaar minder dan 1 miljoen frank bedroeg; dat bedrag wordt jaarlijks aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk aangepast, overeenkomstig artikel 178.

In afwijking van het tweede lid is de bedrijfsvoorheffing betreffende de inkomsten die zijn betaald of toegekend gedurende de eerste 15 dagen van december, uiterlijk op 24 december betaalbaar wanneer de schuldenaar van die inkomsten voor het vorige jaar meer dan 100 miljoen frank bedrijfsvoorheffing verschuldigd was.

In het in het derde lid vermelde geval is uiterlijk op 15 december een voorschot op de bedrijfsvoorheffing van het vierde trimester betaalbaar; dat voorschot bedraagt 66 pct. van de bedrijfsvoorheffing die op het tweede trimester van het lopende jaar betrekking heeft.

II. ALGEMENE BEGRIPPEN AANGAANDE DE BEREKENING VAN DE BETALINGSTERMIJNEN

Nummer 412/1

Voor de berekening van de betalingstermijnen bedoeld in art. 412 en 413, WIB 92 moeten de principes inzake de termijnberekening van het burgerlijk recht worden toegepast.

Ze worden derhalve berekend volgens onderstaande regels :

- de termijn wordt in dagen gerekend, niet in uren; een dag is een tijdspanne van 24 uren, te rekenen van middernacht tot middernacht;

- de dag die bepalend is voor de aanvang van de betalingstermijn (dies a quo) wordt niet medegerekend; de termijn vangt de daaropvolgende dag aan;

- de termijn is verstreken wanneer de laatste dag van de bepaalde tijd (dies ad quem) verlopen is; het feit dat de laatste dag van de betalingstermijn een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, geeft geen aanleiding tot een verlenging van de betalingstermijn tot de daaropvolgende werkdag.

Nummer 412/2

Voor het bepalen van de datum waarop de betaling uitwerking heeft, wordt verwezen naar de regels opgenomen in de commentaar op art. 300, WIB 92.

III. RV

A. WETTELIJKE TERMIJN

Nummer 412/3

Art. 412, 1e lid, WIB 92 betreft de bij de bron verschuldigde RV. Deze RV moet spontaan worden betaald binnen de 15 dagen na de datum welke te beschouwen is als die van de toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten (zie commentaar op art. 261, WIB 92).

Voorbeeld : De RV op inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld op 23 juni is ten laatste te betalen op 8 juli (de 15e dag van de termijn die aanvangt op 24 juni).

B. DOOR DE ADMINISTRATIE TOEGESTANE AFWIJKINGEN

Nummer 412/4

De storting van de ingehouden RV volgens het bijzondere register bij te houden door de vennootschappen, instellingen, bankiers, notarissen, wisselagenten, rentmeesters, zaakvoerders en andere personen, die in België inkomsten van buitenlandse oorsprong uitbetalen of op enigerlei wijze bij de incassering van zulke inkomsten optreden, mag geschieden (zie commentaar op art. 261, WIB 92) :

- binnen de eerste 15 dagen van de maand volgend op die waarin de inhoudingen zijn geschied;

Wanneer de maatschappelijke zetel (of de voornaamste Belgische inrichting) van de bankinstellingen die over talrijke administratieve zetels, bijhuizen en agentschappen beschikken, de maandelijkse stortingen verricht, wordt de betalingstermijn met 15 dagen verlengd, gelet op de tijd die nodig is voor de uitvoering van de centralisatieverrichtingen;

- binnen 15 dagen die volgen op het verstrijken van het kalenderkwartaal gedurende hetwelk de inhoudingen zijn gedaan, indien het maandtotaal ervan 2.000 F niet te boven gaat;

- binnen 15 dagen die volgen op het verstrijken van het jaar gedurende hetwelk de inhoudingen zijn gedaan, indien het maandtotaal ervan 500 F niet overschrijdt.

Nummer 412/5

In het kader van het systeem van mobilisering van hypothecaire schuldvorderingen, door sommige banken uitgewerkt met het oog op de bevordering van kantoorleningen van notarissen, mag de eisbare RV in verband met de bij hun gedomicilieerde verhandelbare hypothecaire grossen, door de financiële instellingen worden gestort binnen de eerste 15 dagen van de maand volgend op die waarin de inhouding aan de bron is geschied.

Nummer 412/6

De financiële instellingen die zijn bedoeld in art. 87, 1°, KB/WIB zijn gemachtigd uiterlijk de 15e van iedere maand de RV te storten in verband met de interesten van deposito's en rekeningen-courant die aan de deponenten zijn toegekend, wat de rekeningen betreft die in de loop van de vorige maand zijn afgesloten. Die termijn wordt met 15 dagen verlengd in de gevallen bedoeld in 412/4, eerste gedachtenstreepje, 2e lid.

Nummer 412/7

De financiële instellingen die, wegens moeilijkheden van praktische aard, onmogelijk binnen de in het voorgaande lid gestelde termijn, nauwkeurig de RV kunnen vaststellen in verband met de inkomsten van de talrijke rekeningen-courant of deposito's van hun klanten, mogen, uiterlijk de laatste dag van bewuste termijn (nl. de 15e van de maand volgend op de afsluiting der rekeningen of de 30e ingeval van centralisatie in de maatschappelijke zetel of de voornaamste Belgische inrichting), een provisie storten, die ongeveer gelijk is aan het bedrag van de verschuldigde voorheffingen. De afkorting moet ten minste 9/10 van de werkelijk verschuldigde RV bedragen en het saldo moet, behoudens bijzondere omstandigheden (zie 412/8), worden gekweten uiterlijk de 15e dag van de tweede maand volgend op die van de afsluiting van de rekeningen.

Voorbeeld : Voor rekeningen-courant die op 30 juni worden afgesloten, moeten uiterlijk op 15 juli (of op 30 juli in geval van centralisatie in de maatschappelijke zetel of in de voornaamste Belgische inrichting) 9/10 van de RV worden vereffend en moet het overschot vóór 16 augustus worden betaald.

Nummer 412/8

Indien bijzondere omstandigheden een afwijking van de aldus gestelde regel rechtvaardigen, mag de Insp.A, op behoorlijk met redenen omklede aanvraag van de betrokkenen en na onderzoek ter plaatse, erin toestemmen dat de toegestane bijkomende termijn voor de betaling van het overige tiende op gematigde wijze, maar met niet meer dan één maand wordt verlengd. De betrokken Hfd.cr. en Ontv. moeten van dergelijke afwijkingen in kennis worden gesteld.

Nummer 412/9

De RV ingehouden op de in de loop van een maand vervallen interesten van kasbons, mag uiterlijk binnen de eerste 15 dagen van de volgende maand worden gestort.

Nummer 412/10

Er wordt evenwel opgemerkt dat de RV, die verschuldigd is op de uitgiftepremie van obligaties, kasbons en andere effecten ter vertegenwoordiging van leningen, onderworpen is aan de wettelijke betalingstermijn en derhalve betaalbaar is binnen vijftien dagen na de datum met ingang waarvan de effecten terugbetaalbaar zijn.

Nummer 412/11

Wat de interesten betreft van de Belgische overheidsfondsen die met vrijstelling van de mobiliënbelasting zijn uitgegeven, waarvoor voorwaardelijke vrijstelling van de RV is verleend ten gunste van spaarders niet-verblijfhouders (zie commentaar op art. 261, WIB 92), mag de Belgische schuldenaar van de bedoelde interesten maandelijks, naar mate van de ontvangst van de door de buitenlandse banken toegezonden coupons, de RV storten die verschuldigd is op de inkomsten die niet door de door die banken volgens het in de commentaar op art. 261, WIB 92 vastgelegde model verstrekte getuigschriften zijn gedekt.

Nummer 412/12

Wanneer die interesten wegens verjaring niet meer betaalbaar zijn, moet de schuldenaar de op die interesten verschuldigde RV storten binnen de 15 dagen volgend op de datum waarop de coupons zijn verjaard.

IV. BV

A. ALGEMENE TERMIJN

Nummer 412/13

Op grond van art. 412, 2e lid, WIB 92 is de BV in principe betaalbaar binnen de 15 dagen na het verstrijken van de maand waarin de aan de BV onderworpen inkomsten zijn betaald of toegekend.

Nummer 412/14

Wat de termen "betaald" en "toegekend" betreft wordt verwezen naar de commentaar op art. 273, WIB 92.

B. DOOR DE WET VOORZIENE AFWIJKINGEN

1. Betaling per trimester

Nummer 412/15

Art. 38, W 28.7.1992, houdende fiscale en financiële bepalingen (V 2185, Bull. 722), heeft aan het art. 412, WIB 92 een 3e lid toegevoegd, dat slechts toepasselijk is op de vanaf 1.7.1992 betaalde of toegekende inkomsten.

Nummer 412/16

Deze wettelijk ingevoerde maatregel tot betaling van de verschuldigde BV per kwartaal maakt een einde aan de eerder met betrekking tot de schuldenaars van weinig belangrijke sommen toegestane administratieve afwijkingen houdende betaling van de verschuldigde BV, die maandelijks respectievelijk niet meer bedroeg dan 3.000 F en 1.000 F, per kwartaal of per jaar.

Nummer 412/17

Voortaan zijn de schuldenaars van de BV, die voor het vorige jaar minder dan 1.000.000 F verschuldigd waren, verplicht de BV te betalen binnen de 15 dagen na het verstrijken van iedere trimester waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend.

Nummer 412/18

Blijkens art. 412, 3e lid, WIB 92 moet laatstvermeld bedrag overeenkomstig art. 178, WIB 92 jaarlijks aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden aangepast.

Het limietbedrag van 1.000.000 F is aldus met ingang van 1992 reeds te indexeren. De voor 1992 in aanmerking te nemen coëfficiënt bedraagt 1,0998 zodat het geïndexeerde grensbedrag, na afronding, reeds van bij de inwerkingtreding van art. 412, 3e lid, WIB 92, 1.100.000 F (BV van het jaar 1991) bedraagt.

Nummer 412/19

De nieuwe wettelijke bepaling schrijft tevens voor dat zij die de verschuldigde BV per kwartaal vereffenen uiterlijk op 15 december een voorschot op de BV van het 4e trimester moeten betalen. Dat voorschot moet 66 % bedragen van de BV die op het 2e trimester van het lopende jaar betrekking heeft.

Nummer 412/20

Concreet betekent dit dat de werkgevers en andere schuldenaars van de aan de BV onderworpen inkomsten die per jaar minder dan 1.000.000 F (vóór indexatie) BV moeten betalen, slechts verplicht zijn de BV driemaandelijks aan te geven en te betalen binnen 15 dagen na het verstrijken van ieder kwartaal waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend, met name uiterlijk op 15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari.

Nummer 412/21

Met betrekking tot de BV van het 4e kwartaal zijn zij gehouden om uiterlijk op 15 december aangifte en betaling te verrichten van een bedrag dat 66 % bedraagt van de voor het 2e kwartaal van het lopende jaar verschuldigde BV. Indien het totaal van de voor het 4e kwartaal verschuldigde BV evenwel kleiner is dan genoemde 66 % mag de aangifte en de betaling vanzelfsprekend worden beperkt tot het reële bedrag dat voor het 4e kwartaal is verschuldigd.

Het is de schuldenaar van de BV wel toegestaan om een voorschot te verrichten dat de bedoelde 66 % overschrijdt.

Nummer 412/22

Van het stelsel van trimestriële betaling kan en moet slechts gebruik worden gemaakt door diegenen die reeds een volledig kalenderjaar BV-belastingschuldige zijn geweest en tijdens dat jaar minder dan 1.000.000 F (vóór indexatie) verschuldigd waren. Nieuwe schuldenaars van BV zijn aldus, ongeacht het bedrag van de door hen verschuldigde BV, tot na verloop van dit "referentiejaar" in ieder geval gehouden maandelijks een betaling te doen.

2. BV betreffende de inkomsten van de eerste 15 dagen van december

Nummer 412/23

Het 4e lid van art. 412, WIB 92, voorziet een uitdrukkelijke uitzondering op de onder het 2e lid opgenomen regel tot betaling van de BV binnen de 15 dagen na het verstrijken van de maand waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend.

Nummer 412/24

Overeenkomstig deze wettelijke bepaling, die voor de eerste maal van toepassing is op de tijdens de maand december 1991 betaalde of toegekende inkomsten (art. 36, W 2.7.1991, V 2122, Bull. 709), is de BV op de inkomsten die gedurende de eerste 15 dagen van december zijn betaald of toegekend, uiterlijk op 24 december te betalen door elke BV-schuldenaar die over het voorafgaande jaar meer dan 100 miljoen frank BV verschuldigd was.

Nummer 412/25

Gelet op de algemeenheid van de in de wet gebruikte termen valt elk, gedurende de eerste 15 dagen van december betaald of toegekend belastbaar inkomen dat aan de BV is onderworpen, met inbegrip aldus van de in deze periode betaalde of toegekende voorschotten op de lonen van de maand december, onder de toepassing van deze bepaling.

C. ADMINISTRATIEVE AFWIJKINGEN VERLEEND AAN DE SOCIALE SECRETARIATEN

Nummer 412/26

Rekening houdende met de materiële moeilijkheden waaraan de door het Ministerie van Sociale Zaken (Administratie van Sociale Voorzorg) erkende sociale secretariaten het hoofd hebben te bieden, is het hen bij administratieve beslissing, en voor zover er geen misbruiken uit voortspruiten, toegestaan de storting van de BV, die hun aangeslotenen bij de bron verschuldigd zijn, in principe te verrichten uiterlijk de voorlaatste dag van de maand die volgt op respectievelijk de maand, of het kwartaal (art. 412, 3e lid, WIB 92) waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend.

Nummer 412/27

De BV die door hun aangeslotenen met betrekking tot de maand november is verschuldigd moet evenwel uiterlijk op 24 december worden betaald.

Nummer 412/28

Op dezelfde datum moet ook worden vereffend :

- het voorschot op de BV van het 4e kwartaal ten belope van 66% van de BV verschuldigd over het 2e trimester (art. 412, laatste lid, WIB 92; zie ook 412/19), wat de aangeslotenen betreft die slechts per kwartaal hun verplichtingen inzake BV moeten vervullen;

- de BV betreffende de inkomsten die zijn betaald of toegekend gedurende de eerste 15 dagen van december voor schuldenaars van BV die voor het vorige jaar meer dan 100 miljoen F BV verschuldigd waren (art. 412, 4e lid, WIB 92; zie ook 412/24).

Nummer 412/29

Volledigheidshalve wordt benadrukt dat voormelde regeling slechts toepassing vindt op de BV die is verschuldigd met ingang van de tijdens de maand januari 1993 toegekende of betaalde inkomsten. Voorheen gold eenzelfde administratieve afwijking op grond waarvan het de sociale secretariaten was toegestaan de door hun aangesloten leden verschuldigde BV te vereffenen uiterlijk op de zesde werkdag van de tweede maand die volgt op respectievelijk de maand of het kwartaal waarin de inkomsten waren betaald of toegekend. De regeling voor de tijdens de maand december te verrichten betalingen (zie 412/27 en 28) is evenwel voor het eerst in december 1992 van toepassing.

V. ALGEMENE VERPLICHTING VAN DE ONTVANGER

Nummer 412/30

Niet zelden gebeurt het dat schuldenaars van de in art. 412, WIB 92 bedoelde voorheffingen nalaten die rechten spontaan in de Schatkist te storten, zodat inkohiering noodzakelijk is (zie commentaar op art. 300, WIB 92).

Nummer 412/31

Ten dien einde moeten de Ontv. de vervaldagwijzer 284 zorgvuldig bijhouden. Bij niet-betaling wordt in principe aan de belastingschuldigen die niet bij een sociaal secretariaat zijn aangesloten vooraf een herinnering gezonden. Er weze opgemerkt dat nalatigheden vanwege de belastingschuldigen aanleiding kunnen geven tot het opleggen van administratieve boeten bij toepassing van art. 445, WIB 92 (zie ook Cass. 7.9.1984, Bull. 649, blz. 776).

Nummer 412/32

Tot onmiddellijke inkohiering moet vanzelfsprekend worden overgegaan indien de belastingschuldige die de betaling niet binnen de gestelde termijn heeft verricht, geen voldoende waarborgen van gegoedheid biedt.

VI. BIJZONDER GEVAL : BUITENLANDSE VERZEKERAARS - LLOYDS

Nummer 412/33

Tussen de administratie en het Comité van de Lloyds te Londen is overeengekomen het brutobedrag van de geïncasseerde premies met betrekking tot de in België door het voormelde comité gedane verrichtingen aan de BV te onderwerpen (zie commentaar op art. 240, WIB 92).

De door de Lloyds aangestelde, in België gevestigde agenten en makelaars met een "open cover", d.w.z. degenen die bevoegd zijn om de verzekeraars van de Lloyds onbeperkt of tot een bepaald bedrag te verbinden en aldus een vaste inrichting vormen, zijn er toe gehouden uiterlijk de vijftiende van elke maand de BV te storten betreffende de tijdens de vorige maand geïnde verzekeringspremies (herverzekering uitgesloten) van contracten die zij zowel onder hun open cover als met de voorafgaande goedkeuring van Lloyds hebben afgesloten, ongeacht de ligging van het risico of de plaats waar de verzekerde is gevestigd.