Commentaar van art. 275^2, WIB 92 (bijwerking)

Bijwerking Com.IB 92 d.d. 02.01.2017

TITEL VI: AAN DE VIER BELASTINGEN GEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I: STORTING VAN DE BELASTING DOOR VOORHEFFING

Afdeling IV: Bedrijfsvoorheffing

Art. 275^2, WIB 92

INLEIDING

275^2/0

I. WIB 92

275^2/1

II. KB/WIB 92

275^2/2

III. GELDEND PERCENTAGE

275^2/4

IV. VOORWAARDEN

275^2/5

V. BEWIJSSTUKKEN

275^2/8

VI. BEREKENING

275^2/9

INLEIDING

275^2/0

De huidige versie van de commentaar is, tenzij anders vermeld, van toepassing op de werkgevers voor de bezoldigingen die zij betalen of toekennen vanaf 01.07.2005 tot en met de huidige bijwerking.

Deze versie werd geactualiseerd tot en met de wet van 20.07.2005 (BS 10.08.2005, art. 2 en 3) voor art. 275^2, WIB 92 en tot het KB van 23.08.2015 (BS 28.08.2015, art. 1 en 4) voor art. 952 en de Bijlagen IIIbis en IIIter, KB/WIB 92.

I. WIB 92

275^2/1

Art.275. - § 1. Dit artikel is van toepassing op de werkgevers die behoren tot de koopvaardij-, de baggeren, de sleepvaartsector en die in toepassing van artikel 270, 1°, schuldenaar zijn van bedrijfsvoorheffing.

§ 2. Onder de in dit artikel vermelde voorwaarden zijn de in § 1 vermelde werkgevers er niet toe gehouden de bedrijfsvoorheffing die zij verschuldigd zijn uit hoofde van een in artikel 273, 1°, bedoelde betaling of toekenning van belastbare bezoldigingen aan de werknemers die zij als communautaire zeelieden tewerkstellen aan boord van in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte geregistreerde schepen waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd, in de Schatkist te storten. Deze bepaling mag evenwel slechts worden toegepast met betrekking tot de in uitvoering van artikel 272 ingehouden bedrijfsvoorheffing.

§ 3. Met communautaire zeelieden worden bedoeld:

- burgers van de Europese Economische Ruimte wanneer het zeelieden betreft die werken aan boord van schepen, met inbegrip van roro veerboten, die geregelde passagiersdiensten tussen havens van de Gemeenschap verzorgen;

- in alle andere gevallen alle zeelieden die in een lidstaat onderworpen zijn aan belasting en/of sociale zekerheidsbijdragen.

§ 4. Wat de sleepvaart- en de baggersector betreft, is de in dit artikel bedoelde maatregel slechts van toepassing op het zeevervoersgedeelte van de sleep- en baggerwerkzaamheden.

De communautaire zeelieden moeten tewerkgesteld zijn aan boord van zeewaardige sleepboten of aan boord van zeewaardige baggerschepen met eigen voortstuwing die ingericht zijn voor het vervoer van lading over zee:

- die in een lidstaat zijn geregistreerd;

- waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd;

- en die minstens 50 pct. van hun bedrijfstijd werkzaamheden op zee verrichten.

Wat de sleepvaartsector betreft, wordt een evenredig deel van de wachttijd in aanmerking genomen als zeevervoer voor de berekening van de in het tweede lid bedoelde drempel van pct.

§ 5. De Koning bepaalt de regels en modaliteiten in verband met de wijze daarop ter gelegenheid van de indiening van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing het bewijs wordt geleverd dat de bezoldigingen van de communautaire zeelieden voor wie de ingehouden bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de periode waarop die aangifte betrekking heeft, niet wordt gestort, in aanmerking komen voor de toepassing van de in dit artikel beschreven maatregel.

II. KB/WIB 92

275^2/2

Art.95^2. - § 1. De in het derde lid vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing moeten voor de periode waarin zijn bezoldigingen hebben toegekend waarvoor zij een deel of het geheel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet in de Schatkist moeten storten, twee afzonderlijke aangiften in de bedrijfsvoorheffing overleggen volgens het in §§ 2 en 3 vermelde onderscheid.

(…)

De in het eerste lid bedoelde schuldenaars zijn:

(…)

2° De werkgevers omschreven in artikel 275/2 van dezelfde Code en die behoren tot de koopvaardij-, de baggeren en de sleepvaartsector;

(…)

§ 2. De eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft betrekking op de aan al de werknemers betaalde of toegekende bezoldigingen en moet de volgende specifieke vermeldingen bevatten:

a) in het vak 'belastbare inkomsten': de door de werkgever voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen;

b) in het vak verschuldigde bedrijfsvoorheffing': de ingehouden bedrijfsvoorheffing.

§ 3. De tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft uitsluitend betrekking op de bezoldigingen van werknemers waarvoor een deel of het geheel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet in de Schatkist moet worden gestort en moet, afhankelijk van de schuldenaars, de volgende specifieke vermeldingen bevatten:

a) in het vak 'aard der inkomsten': de code die is opgenomen in bijlage IIIbis;

b) in het vak 'belastbare inkomsten':

(…)

2° voor de in § 1, derde lid, 2°, bedoelde schuldenaars: de door de werkgever voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen aan hun werknemers die zij als communautaire zeelieden tewerkstellen aan boord van in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte geregistreerde schepen waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd;

(…)

c) in het vak 'verschuldigde bedrijfsvoorheffing':

(…)

2° voor de in § 1, derde lid, 2°: een negatief bedrag gelijk aan de aan ingehouden bedrijfsvoorheffing op de belastbare bezoldigingen betaald of toegekend aan hun werknemers die zijn tewerkgesteld aan boord van in een lidstaat van de Europese Unie geregistreerde schepen waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd;

(…)

§ 4. Ter staving van hun aangiften in de bedrijfsvoorheffing moeten de in § 1 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing de modaliteiten naleven die zijn opgenomen in bijlage IIIter.

(…)

275^2/3

De Bijlage IIIbis, KB/WIB 92, vermeldt een codelijst betreffende de aard der inkomsten in toepassing van art. 90, § 3 (vanaf 30.04.2015) en 95^2, § 3, a, KB/WIB 92.

De Bijlage IIIter, KB/WIB 92, vermeldt de modaliteiten die nageleefd moeten worden door de in het art. 95^2, § 1, KB/WIB 92, vermelde schuldenaars van de BV.

III. GELDEND PERCENTAGE

275^5/4

Het geldende percentage is 100 %.

IV. VOORWAARDEN

275^2/5

Zijn bedoeld de werkgevers die:

- tot de koopvaardij-, de baggeren en de sleepvaartsector behoren (de uitzendbureaus zijn dus uitgesloten van die maatregel)

- werkelijk schuldenaars van de BV in toepassing van art. 270, 1°, CIR 92 zijn

- werkelijk de BV inhouden

- bezoldigingen betalen of toekennen aan communautaire zeelieden, d.w.z.:

a. burgers van de EER wanneer het zeelieden betreft die de geregelde passagiersdiensten tussen havens van de Gemeenschap verzorgen
of
b. alle zeelieden die in een lidstaat onderworpen zijn aan belasting en/of sociale zekerheidsbijdragen
c. die aan boord tewerkgesteld zijn:

* van de in een lidstaat van de EER geregistreerde schepen en waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd

of

* aan boord van zeewaardige sleepboten of aan boord van zeewaardige baggerschepen met eigen voortstuwing die ingericht zijn voor het vervoer van lading over zee, die in een lidstaat geregistreerd zijn, waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd et waarvoor minstens 50 % van hun bedrijfstijd werkzaamheden op zee verrichten.

275^2/6

Wat de sleepvaart- en de baggersector betreft, is de in dit artikel bedoelde maatregel slechts van toepassing op het zeevervoersgedeelte.

Wat de sleepvaartsector betreft, wordt een evenredig deel van de wachttijd in aanmerking genomen als zeevervoer voor de berekening van de drempel van 50 %.

275^2/7

Werkgevers uit de koopvaardijsector die communautaire zeelieden op cruiseschepen tewerkstellen, kunnen in aanmerking komen voor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voorzien in artikel 275^2, WIB 92.

V. BEWIJSSTUKKEN

275^2/8

De schuldenaars moeten de volgende documenten ter beschikking houden van de administratie (zie Bijlage IIIter, II, KB/WIB 92):

1. wat de in België geregistreerde schepen betreft:

- een afschrift van de zeebrief die voor elk van de betrokken schepen is uitgereikt

- een nominatieve lijst per schip met de vermelding van:

* de volledige identiteit van de werkgever met vermelding van het nationaal nummer
of het refertenummer als schuldenaar inzake BV
* voor elke in artikel 275^2, § 2, WIB 92 vermelde werknemer:

• de volledige identiteit, met inbegrip van het volledige adres van zijn woonplaats en het eventueel nationaal nummer
• de functie aan boord van het schip of een omschrijving van de aan boord verrichte werkzaamheden
• in voorkomend geval, de datums van aan- en afmonstering
• het bedrag van de betaalde bruto belastbare bezoldigingen
• het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden BV en een gedetailleerde berekening van die BV

- wat de baggersector betreft, alle informatie waaruit blijkt dat de betrokken werknemer gedurende de periode waarop de aangifte in de BV betrekking heeft, was tewerkgesteld op een in lidstaat van de Europese Economische Ruimte geregistreerd zeewaardig baggerschip met eigen voorstuwing dat ingericht is voor het vervoer van lading over zee en dat ten minste gedurende 50 % van de bedrijfstijd in dezelfde periode, werkzaamheden op zee heeft verricht

- het totaal bedrag van de bezoldigingen en van de ingehouden BV.

2. wat de in een andere lidstaat van de EER geregistreerde schepen betreft:

- een afschrift van de zeebrief die voor elk van de betrokken schepen is uitgereikt of een document vergelijkbaar met die zeebrief, waaruit onomstotelijk blijkt dat het schip in een lidstaat van de EER is geregistreerd

- een nominatieve lijst per schip met daarop dezelfde gegevens zoals voor in België geregistreerde schepen.

VI. BEREKENING

275^2/9

Voor de koopvaardij, is de grondslag gelijk aan 100 % van het bedrag van de BV berekend op bezoldigingen die betrekking hebben op het zeevarende gedeelte.

Voor de bagger- en sleepvaart, is de grondslag gelijk aan 100 % van het bedrag van de BV berekend op de bezoldigingen die betrekking hebben op het zeevervoersgedeelte van de sleep- en baggerwerkzaamheden.

275^2/10

De vrijstelling van doorstorting betreft het volledige bedrag van de BV berekend op de bedoelde bezoldigingen.

275^2/11

De vrijstelling van doorstorting van de bedoelde BV is onderworpen aan twee aangiften in de BV:

In de eerste aangifte (274.10) dat betrekking heeft op alle werknemers, wordt in de rubriek 'Belastbare inkomsten' het bruto belastbaar inkomen vermeld en in de rubriek 'Verschuldigde bedrijfsvoorheffing', de aanvankelijk verschuldigde bedrijfsvoorheffing.

In de tweede aangifte dat uitsluitend betrekking heeft op de werknemers waarvoor een vrijstelling voor doorstorting wordt gevraagd, moeten volgende rubrieken ingevuld worden:

Aard der inkomsten: vermelden van de code:

01 voor koopvaardij
02 voor bagger
03 voor zeesleepvaart

Belastbare inkomsten: vermelden van de belastbare bezoldigingen, betaald of toegekend aan het varend personeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor vrijstelling van doorstorting voldoet.

Verschuldigde BV: vermelden van het negatief bedrag vermelden van de BV dat is ingehouden op de in deze aangifte vermelde inkomsten.