Parlementaire vraag nr. 55012882C van de heer Jean-Marc Delizée van 03.02.2021

Kamer, Integraal verslag – Commissie voor de Financiën, 2020-2021, CRIV 55 COM 362 d.d. 03.02.2021, blz. 46

De belastingregeling voor de uitkeringen van het overbruggingsrecht

VRAAG (van de heer Delizée)

Volgens de UCM hangt de fiscale behandeling van het overbrug-gingsrecht af van het statuut waaronder de zelfstandige zijn activiteit uitgeoefend heeft en van het soort overbruggingsrecht. Voor de betrokkenen is dat een complexe aangelegenheid. De UCM betreurt de onverwachte gevolgen voor de sociale lasten van sommige zelfstandigen. Kunt u meer details geven over de fiscale behandeling van de inkomsten uit het overbruggingsrecht, die door de verscheidene types van zelfstandigen ontvangen werden? Hoe zijn die verschillen in fiscale behandeling te verklaren? Welke inlichtingen werden er aan de zelfstandigen verstrekt? Zullen zij geholpen worden bij het invullen van hun belastingaangiften?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

De uitkeringen in het kader van het 'overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart' dienen om een tijdelijk inkomstenverlies te compenseren. Ze moeten door de belastingplichtige werknemer, bedrijfsleider of zelfstandige die geen meewerkende echtgenoot is, beschouwd worden als een vervangingsinkomen dat tegen het progressieve tarief belastbaar is en desgevallend recht geeft op een belastingvermindering. Dezelfde regels gelden voor de uitkeringen in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht', die ook onder hetzelfde belastingstelsel vallen, behalve wanneer ze toegekend worden aan een zelfstandige van wie de inkomsten als winst of baten belastbaar zijn. Die uitkeringen worden beschouwd als zijnde verkregen ter compensatie van een gedwongen handeling, die tot een vermindering van de beroepsactiviteit kan leiden. Dergelijke uitkeringen zijn in de regel belastbaar tegen het afzonderlijk tarief van 16,5 % in zoverre ze niet méér bedragen dan de winst die in de vier jaren voorafgaand aan het jaar van de vermindering van de werkzaamheid uit de niet meer uitgeoefende werkzaamheid verkregen werd, tenzij de heffing tegen het gezamenlijk tarief gunstiger is. Deze verschillen in fiscale behandeling vloeien voort uit de belastingwetgeving. Die bevat geen bepaling die dergelijke uitkeringen aan de inkomstenbelasting onderwerpt. Of het nu over het crisisoverbruggingsrecht of het overbrug-gingsrecht ter ondersteuning van de heropstart gaat, de over-bruggingsuitkeringen zijn niet belastbaar uit hoofde van een meewerkende echtgenoot daar er geen wettelijke bepaling is die dergelijke uitkeringen aan de inkomstenbelasting onderwerpt.

Jean-Marc Delizée : Die verduidelijkingen zijn noodzakelijk. Het is belangrijk dat de socialeverzekerings-fondsen naar behoren geïnformeerd worden. Sommige zelfstandigen waren verrast door de inhoudingen op die bedragen die ze ontvangen hadden ter compensatie van een situatie die buiten hun wil ontstaan is.