Parlementaire vraag nr. 999 van de heer Luk Van Biesen van 27.05.2016

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2015-2016, QRVA 54/081, d.d 08.07.2016, blz. 73

De gespreide belastingheffing van meerwaarden

VRAAG

Krachtens artikel 47, § 1, WIB 92 moet een "bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding" worden herbelegd. De vraag stelt zich of hierbij rekening moet worden gehouden met de zogenaamde accessoire vergoedingen (slopings- en expertisekosten, gederfde inkomsten of extra uitgaven tijdens de periode van onbruikbaarheid, enz.). Veronderstel een vennootschap ontvangt een schadevergoeding voor de brand in een productieafdeling waarbij een machine wordt vernield. De vennootschap ontvangt van de verzekeringsmaatschappij een vergoeding van 500.000 euro, zijnde 300.000 ter vergoeding voor het machine en 200.000 als vergoeding voor de extra kosten ingevolge de uitbesteding van werkzaamheden aan derden in gevolge het wegvallen van betreffend machine. De boekwaarde van de machine was 100.000 euro, zodat de meerwaarde in strikte zin 200.000 euro bedraagt. Komt 400.000 euro in aanmerking voor gespreide belastingheffing (200.000 meerwaarde + 200.000 accessoire vergoeding), of is dat enkel 200.000 euro (het bedrag van de meerwaarde)?

1. Indien het antwoord op bovenstaande vraag 400.000 euro is, hoeveel moet dan worden herbelegd : 300.000 euro (de vergoeding die betrekking heeft op de machine zelf) of 500.000 euro (de totale schadevergoeding)?

2. Indien het antwoord op de eerste vraag 200.000 euro is, hoeveel moet dan worden herbelegd : 300.000 euro (de vergoeding die betrekking heeft op de machine zelf) of 500.000 euro (de totale schadevergoeding).

ANTWOORD

In het gegeven voorbeeld komt enkel het bedrag van de meerwaarde, namelijk 200.000 euro, in aanmerking voor de gespreide belasting. Het te herbeleggen bedrag stemt overeen met het bedrag ontvangen ter vergoeding van de vernielde machine, namelijk 300.000 euro. Het resterende deel van de ontvangen schadevergoeding is onmiddellijk belastbaar als winst (met dien verstande dat de werkelijke extra kosten die de vennootschap door het wegvallen van de machine maakt om werkzaamheden aan derden uit te besteden, onder de wettelijke voorwaarden ter zake als beroepskosten aftrekbaar zijn). Het spreekt voor zich dat de verdeling van de ontvangen schadevergoeding op bewijskrachtige bescheiden moet zijn gebaseerd.