Commentaar van art. 514, WIB 92
Art. 514, WIB 92
514/0 | |
514/1 | |
514/2-5 | |
514/6 | |
514/7 | |
514/8 | |
514/9 | |
VIII.TIJDPERK WAARVOOR DE VRIJSTELLING VAN DE PB WORDT TOEGEKEND | 514/10-11 |
Nummer 514/0
Art. 514. - § 1. In afwijking van de artikelen 7 tot 11 is het netto-inkomen uit de hierna omschreven onroerende goederen voor de aanslagjaren 1985 tot en met 1996 van personenbelasting vrijgesteld :
a) de woningen, met inbegrip van die welke gedeeltelijk worden gebruikt voor het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid waaruit winst of baten worden verkregen, die bij in 1984 of in 1985 verleden authentieke akte, vóór de eerste ingebruikneming zijn aangeschaft met toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;
b) de in België gelegen nieuwgebouwde woningen met inbegrip van die welke gedeeltelijk worden gebruikt voor het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid waaruit winst of baten worden verkregen waarvoor de bouwvergunning ten vroegste op 1 juli 1983 en ten laatste op 30 juni 1985 is aangevraagd, en die vóór 31 december 1986 voor het eerst in gebruik zijn genomen.
§ 2. § 1 is niet van toepassing in zoverre hij tot een vermindering van de in dat artikel 14, eerste lid, aftrekbare bedragen zou leiden.
Nummer 514/1
Vanaf aj. 1985 tot en met aj. 1996 zijn de inkomsten van in 514/2 tot 5 bedoelde woningen van de PB vrijgesteld, tenzij het gewone belastingstelsel voordeliger zou zijn ingevolge de weerslag van de aftrek van de interest en/of van de erfpacht- of opstalvergoedingen en andere gelijkaardige vergoedingen als bedoeld in art. 14, 1e lid, WIB 92.
Nummer 514/2
De tijdelijke vrijstelling van de PB geldt alleen voor de inkomsten van sommige in België gelegen woningen.
Nummer 514/3
Onder "woningen" moeten de gebouwen worden verstaan die wegens hun aard normaal bestemd zijn om te worden bewoond, zoals, inzonderheid, de eengezinswoningen en de appartementen.
Nummer 514/4
Om in aanmerking te komen voor de tijdelijke vrijstelling moet een woning :
1° ofwel aangeschaft geweest zijn :
- voor de eerste ingebruikneming;
- met heffing van de BTW en niet van de registratierechten en
- bij in 1984 of in 1985 verleden authentieke akte;
2° ofwel gebouwd geweest zijn, mits :
- de bouwvergunning ten vroegste op 1 juli 1983 en ten laatste op 30 juni 1985 is aangevraagd en
- de woning voor het eerst in gebruik is genomen voor 31 december 1986.
Nummer 514/5
Voor de tijdelijke vrijstelling komen de woningen in aanmerking :
- die door de eigenaar of de huurder uitsluitend voor privé-doeleinden worden gebruikt;
- waarvan de eigenaar zich de beschikking voorbehoudt, (b.v. de tweede woningen);
- die door de eigenaar of de huurder gedeeltelijk voor privé-doeleinden en gedeeltelijk voor het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid waaruit winst of baten worden verkregen (art. 23, § 1, 1° en 2°, WIB 92) worden gebruikt.
Nummer 514/6
1° De vraag of aan de voorwaarden opgesomd in 514/3 tot 5 is voldaan, moet per woning worden beoordeeld (per appartement, indien het een reeks appartementen betreft die van hetzelfde flatgebouw deel uitmaken en waaraan een globaal KI werd toegekend, maar die onderscheiden wooneenheden vormen).
2° Een werkplaats, een garage of enigerlei ruimte waarin inzonderheid het materieel wordt ondergebracht dat voor de uitoefening van een handel of van een ambacht wordt gebruikt, komt niet in aanmerking behalve wanneer ze met het gedeelte dat tot woning dient eenzelfde kadastraal perceel vormt.
Nummer 514/7
De tijdelijke vrijstelling van de PB is niet van toepassing :
- op de woningen die niet volledig nieuw zijn; zo kan, bijvoorbeeld, de vrijstelling niet worden verleend voor een oude woning waaraan nadien (met bouwvergunning) een voor privé-gebruik bestemd gedeelte werd bijgebouwd, dat geen afzonderlijk KI heeft;
- op de woningen die door de eigenaar of de huurder volledig voor het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid worden gebruikt.
Terreinen zijn, in beginsel, uitgesloten van de toepassing van deze bepaling behalve wanneer op het terrein een woning is opgericht die beantwoordt aan de voorwaarden opgesomd in 514/4 en wanneer aan het terrein en de woning samen een globaal kadastraal inkomen is toegekend.
VI. AFWIJKING VAN DE VRIJSTELLING VAN DE PB
Nummer 514/8
De tijdelijke vrijstelling van de PB wordt echter niet toegepast in de mate dat zij leidt tot een beperking van de aftrekbare interest en/of van de aftrekbare erfpacht- en opstalvergoedingen en andere gelijkaardige vergoedingen; in dezelfde mate wordt het netto-inkomen van de bedoelde woningen toch in de aanslagbasis opgenomen.
In dit laatste geval moet het in principe vrijgestelde KI, voor zover het betrekking heeft op een ander niet-verhuurd onroerend goed (of gedeelte daarvan) dan de woning die in aanmerking komt voor de woningaftrek of op een onroerend goed dat verhuurd is aan een natuurlijke persoon die het noch geheel, noch gedeeltelijk voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid gebruikt, ook met 25 % worden verhoogd. Het bedrag van de verhoging tezamen met het bedrag van de - in principe - vrijgestelde inkomsten die in de aanslagbasis worden opgenomen, mag evenwel niet hoger zijn dan het totale bedrag van de overblijvende aftrekbare interest, erfpacht- en opstalvergoedingen en andere gelijkaardige vergoedingen.
VII. AANGIFTE IN DE PB VAN DE BEOOGDE INKOMSTEN
Nummer 514/9
Bij gebrek aan een andersluidende wetsbepaling moeten de inkomsten van in art. 514, WIB 92, bedoelde woningen worden vermeld in de daartoe speciaal voorziene rubrieken van de aangifte in de PB. Deze regel stelt de administratie in staat na te gaan of aan alle vrijstellingsvoorwaarden is voldaan en, vooral, om de in 514/8 uiteengezette afwijking op de voor de belastingplichtige gunstigste wijze toe te passen.
VIII. TIJDPERK WAARVOOR DE VRIJSTELLING VAN DE PB WORDT TOEGEKEND
Nummer 514/10
De door art. 514, WIB 92, ingevoerde maatregel die ertoe strekte de activiteit in de bouwsector aan te wakkeren, is van toepassing vanaf aj. 1985 tot en met aj. 1996.
Nummer 514/11
De opeenvolgende kopers van een woning kunnen gedurende de nog resterende vrijstellingsperiode (ten laatste tot en met aj. 1996) aanspraak maken op de gunstige bepalingen van art. 514, WIB 92, voor zover die woning aan de in 514/2 tot 5 opgesomde voorwaarden beantwoordt.