Commentaar van art. 379, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking Com.IB 92 d.d. 01.06.2017
TITEL VII: VESTIGING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN
HOOFDSTUK VII: RECHTSMIDDELEN
Afdeling II: Bijzondere bepalingen inzake rechtsmiddelen
Art. 379, WIB 92
INHOUDSTAFEL
379/0 | |
379/1-5 |
I. WETTEKST
379/0
Art. 379 - Inzake de geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet, kan de verschijning in persoon in naam van de Staat worden gedaan door elke ambtenaar van een belastingadministratie.
II. commentaar
379/1
Met artikel 379, WIB 92, wordt uitdrukkelijk voorzien dat, in een afwijking van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, de staat kan worden vertegenwoordigd door een ambtenaar van een belastingadministratie.
Artikel 728, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat: 'Op het ogenblik van de rechtsingang en later dienen de partijen in persoon of bij advocaat te verschijnen.' In principe kan de Belgische Staat als rechtspersoon dus enkel in rechte optreden door tussenkomst van haar bevoegde organen (artikel 703, Ger. W) of van haar advocaat. Op basis van deze bepalingen van het gerechtelijk wetboek kan dus enkel de minister de Belgische Staat vertegenwoordigen.
Met de invoering van artikel 379, WIB 92, mag elke ambtenaar van een belastingadministratie, ofschoon hij geen orgaan is van de Belgische staat, in persoon verschijnen namens de staat.
In ieder geval kan voor geschillen waarbij bijzonder omvangrijke en ingewikkelde kwesties in het spel zijn, altijd een beroep worden gedaan op departementsadvocaten gespecialiseerd in fiscale zaken mits akkoord van de centrale diensten van de AAFisc (dienst geschillen OE O). De ambtenaren zullen in dat geval ook steeds betrokken worden bij de verdediging (Senaat, Handelingen 2-119, vraag om uitleg van de heer Jan Steverlynck aan de Minister van Financiën over 'de behandeling van fiscale dossiers door belastingcontroleurs voor de rechtbank' (nr. 2-483), Handelingen senaat).
379/2
De keuze voor een vertegenwoordiging van de staat door elke ambtenaar van een belastingadministratie werd verantwoord door het streven om een eenvormig beheer van de taxatie en de geschillen in te voeren en aan de taxatieambtenaren de verantwoordelijkheid toe te vertrouwen voor de geschillen die uit hun regularisaties voortvloeien door hen ermee te belasten om zelf hun dossiers voor de rechtbank van eerste aanleg te verdedigen (Parl. St., Kamer, Doc. 50-176/002, p. 3).
'(…) Uit die elementen blijkt dat de wetgever, door te bepalen dat in fiscale geschillen de staat door ambtenaren kon worden vertegenwoordigd – wat doorgaans in alle aangelegenheden wordt aanvaard voor de rechtscolleges belast met de objectieve controle van de wettigheid en de grondwettigheid -, een pertinente maatregel heeft genomen die een redelijk verband van evenredigheid met het nagestreefde doel vertoont.'(Grondwettelijk Hof, voorheen Arbitragehof, arrest nr. 34/2003 van 12.03.2003, B 3).
379/3
Een met artikel 379, WIB 92, gelijkaardige bepaling vindt men terug in het WBTW (artikel 90) en in artikel 156 van de Programmawet (I) van 29.03.2012 (BS 06.04.2012, - 3de ed., gewijzigd met artikel 88 van de wet van 18.12.2016) dat bepaalt dat: 'In procedures waarin een ontvanger van de Federale Overheidsdienst Financiën optreedt, kan de verschijning in persoon namens de Belgische Staat worden gedaan door de betrokken ontvanger of elke andere ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Financiën. Bovendien kunnen in naam van de Belgische Staat door de betrokken ontvanger of door elke andere ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Financiën de handelingen en formaliteiten inherent aan de collectieve insolventieprocedure worden uitgevoerd in collectieve insolventieprocedures waarin een ontvanger van de Federale Overheidsdienst Financiën of de Belgische Staat, Federale Overheidsdienst Financiën tussenkomt.'.
379/4
Wanneer een ambtenaar van een belastingadministratie in rechte zal verschijnen voor een rechtbank of een hof van beroep, moet vóór de inleidende zitting, de tegenpartij of zijn raadsman in kennis worden gesteld van de identiteit van de betreffende ambtenaar, met mededeling van de andere nuttige gegevens, zoals bv. het kantooradres, telefoonnummer en e-mailadres. Wat de Frans- en Duitstalige geschillen betreft, moeten de ambtenaren handelen overeenkomstig de regels zoals opgesomd in het protocol met de Ordre des barreaux francophones et germanophones (Ci.RH.863/557.192 (AOIF 34/2003) d.d. 18.12.2003). Niettegenstaande er met de Orde van Vlaamse balies geen protocol werd afgesloten, kunnen dezelfde regels in acht worden genomen.
Bij elke verschijning van een ambtenaar voor een rechter, maakt de ambtenaar zich kenbaar aan de griffiemedewerker met het vertonen van zijn aanstellingsbewijs.
379/5
Wanneer de staat wordt vertegenwoordigd door een ambtenaar en de uitslag van de procedure gunstig is, is er geen rechtsplegingsvergoeding verschuldigd door de verliezende partij. Krachtens artikel 1022, Ger. W. is de rechtsplegingsvergoeding een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij.