Commentaar van art. 376quinquies, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking van 01.01.2010
TITEL VII: VESTIGING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN
Art. 376quinquies, WIB 92
I. WETTEKST
Nummer 376quinquies/0
Art. 376quinquies. - § 1. Ingeval een bezwaarschrift werd ingediend bij de directeur der belastingen, kan de belastingschuldige, evenals zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd, een aanvraag tot bemiddeling indienen bij de fiscale bemiddelingsdienst bedoeld bij artikel 116 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen.
§ 2. De aanvraag tot bemiddeling is onontvankelijk wanneer de belastingschuldige vooraf een vordering bij de rechtbank van eerste aanleg heeft ingesteld of wanneer reeds uitspraak werd gedaan over het bezwaar.
Wanneer de belastingschuldige een vordering bij de rechtbank van eerste aanleg heeft ingesteld of wanneer reeds uitspraak werd gedaan over het bezwaar, vóór de kennisgeving van het bemiddelingsverslag, is de fiscale bemiddelaar ontheven van zijn bevoegdheden.
II. COMMENTAAR
A. INLEIDING
Nummer 376quinquies/1
De wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV), Titel VII, Hoofdstuk 5 (BS van 8 mei 2007), en het koninklijk besluit van 9 mei 2007 tot uitvoering van Hoofdstuk 5 van Titel VII van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV) (BS 24 mei 2007), hebben een fiscale bemiddelingsdienst opgericht bij de Federale Overheidsdienst Financiën. Die wet en zijn uitvoeringsbesluit traden in werking op 1 mei 2007.
De fiscale bemiddelingsdienst is geplaatst onder de leiding van een college samengesteld uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden. Aangezien dat college pas met ingang van 1 januari 2010 is samengesteld (zie de benoemingsbesluiten van 7.12.2009, bekendgemaakt in het BS van 1.2.2010) en het college zijn personeelsleden diende aan te werven, zijn de fiscale bemiddelaars hun wettelijke bemiddelingsopdracht pas effectief gestart op 1.6.2010.
Tot dan werd, op verzoek van de voorzitter van het directiecomité van de FOD Financiën, door ambtenaren van de Administratie van fiscale zaken die daartoe specifiek waren aangewezen, de ontvangst gemeld van de reeds ingediende aanvragen tot bemiddeling en werd de ontvankelijkheid van die aanvragen nagegaan.
De opdracht en de bevoegdheden van de fiscale bemiddelingsdienst werden becommentarieerd in de circulaire nummer AFZ/2007-0576 (AFZ 1/2008) van 29.1.2008. Die circulaire is te raadplegen op Fisconetplus. De commentaar die hierna volgt is beperkt tot het artikel 376quinquies, WIB 92.
B. WERKING VAN DE FISCALE BEMIDDELINGSDIENST
Nummer 376quinquies/2
De fiscale bemiddelingsdienst is gevestigd op de Koning Albert II-laan, 33 bus 46 te 1030 Brussel (Tel.: 0257/623 60; Fax 0257/98057; fiscaal.bemiddelaars@minfin.fed.be).
Elke belanghebbende kan een aanvraag tot bemiddeling indienen. Dat kan ofwel schriftelijk, per fax of per e-mail gebeuren of zelfs mondeling tijdens de permanentie georganiseerd door de bemiddelingsdienst.
De bemiddelingsdienst zet de mondelinge aanvragen op papier.
De bemiddelingsdienst reikt aan de aanvragers tot bemiddeling een ontvangstbewijs uit binnen een termijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag.
Wanneer de bemiddeling mondeling aangevraagd wordt, wordt het ontvangstbewijs onmiddellijk uitgereikt.
Uiterlijk binnen vijftien werkdagen vanaf de aanvraag tot bemiddeling deelt de bemiddelingsdienst aan de aanvrager mee of zij de aanvraag zal behandelen of niet. De weigering tot behandeling wordt gemotiveerd.
De fiscale bemiddelingsdienst stelt de betrokken fiscale dienst eveneens in kennis van de aanvraag die zij zal behandelen.
De fiscale bemiddelaars treden op als college.
De beslissingen worden genomen door een meerderheid van het quorum van de leden van het college.
Elk collegelid beschikt over één stem. In geval van pariteit van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Ten slotte zendt de fiscale bemiddelingsdienst het bemiddelingsverslag aan de aanvrager en aan de
betrokken fiscale dienst.
C. BEVOEGDHEID VAN DE FISCALE BEMIDDELINGSDIENST
Nummer 376quinquies/3
In de uitvoering van zijn opdracht kan de fiscale bemiddelingsdienst:
- alle inlichtingen inwinnen die hij nodig acht;
- alle betrokken personen horen;
- ter plaatse alle vaststellingen doen.
De administratie verleent haar volledige medewerking aan de fiscale bemiddelaars bij het vervullen van hun opdracht.
Indien de fiscale bemiddelaar nadere inlichtingen vraagt worden deze hem zo spoedig mogelijk en bij voorkeur langs elektronische weg verstrekt.
Indien een ambtenaar van de fiscale bemiddelingsdienst ter plaatse inzage van het dossier wenst te nemen, wordt hem de mogelijkheid geboden ofwel de documenten van het workflowdossier op een cdrom te kopiëren indien hij daarover nog niet zou beschikken, ofwel een kopie te nemen van de stukken die hij nuttig acht.
Vanaf de kennisgeving van de bemiddelingsaanvraag door de fiscale bemiddelingsdienst aan de administratie moeten alle nieuwe beslissingen of procedurestukken die van de bevoegde dienst afkomstig zijn of hem ter kennis worden gebracht en alle andere informatie die de behandeling van de bemiddelingsaanvraag kan beïnvloeden, door die dienst onmiddellijk en bij voorkeur langs elektronische weg worden verstuurd naar de fiscale bemiddelingsdienst.
D. ONTVANKELIJKHEID VAN DE BEMIDDELINGSAANVRAAG
Nummer 376quinquies/4
De fiscale bemiddelaars zijn exclusief bevoegd om te oordelen of een bemiddelingsaanvraag ontvankelijk is.
De bemiddelingsaanvraag is slechts ontvankelijk indien:
- een geldig bezwaarschrift werd ingediend;
- geen vordering in rechte werd ingediend tegen de betrokken aanslag;
- geen beslissing over het bezwaarschrift is genomen.
De fiscale bemiddelaars zijn van hun bevoegdheid ontheven:
- indien de belastingschuldige vóór de kennisgeving van het bemiddelingsverslag een vordering bij
de rechtbank van eerste aanleg heeft ingesteld;
- wanneer vóór de kennisgeving van het bemiddelingsverslag al uitspraak werd gedaan over het
bezwaar.
De behandeling van een aanvraag tot bemiddeling kan worden geweigerd:
- indien de aanvraag duidelijk ongegrond is;
- indien de aanvrager duidelijk geen stappen bij de bevoegde administratie heeft ondernomen om
de standpunten met elkaar te verzoenen.
Nummer 376quinquies/5
Artikel 376quinquies, WIB 92, bepaalt uitdrukkelijk dat er slechts een bemiddelingsaanvraag mogelijk is wanneer op rechtsgeldige wijze een bezwaarschrift werd ingediend.
Er kan dus geen bemiddelingsaanvraag worden gedaan:
- voor dossiers die zich nog in de taxatiefase bevinden;
- voor vragen tot ambtshalve ontheffing;
- vooraleer een rechtsgeldig bezwaarschrift werd ingediend.
Aangezien een vraag tot bemiddeling afhankelijk is van het bestaan van een ontvankelijk bezwaarschrift, onderzoekt de bevoegde fiscale dienst vanaf de ontvangst van het bezwaarschrift de ontvankelijkheid ervan, zowel wat de formele aspecten ervan betreft als wat de naleving van de termijnen betreft.
Wanneer een bezwaarschrift manifest onontvankelijk is zal er onmiddellijk een beslissing tot afwijzing worden genomen, behalve indien de vraag kan worden onderzocht als een vraag tot ambtshalve ontheffing.
E. GEVOLGEN VAN DE BEMIDDELINGSAANVRAAG OP DE AFHANDELING VAN HET BEZWAARDOSSIER
Nummer 376quinquies/6
De tussenkomst van de bemiddelingsdienst heeft niet de kenmerken van een administratieve instantie.
Dat heeft de volgende procedurele gevolgen:
- enerzijds de afwezigheid van enig schorsend of stuitend effect van de indiening van de bemiddelingsaanvraag
en het onderzoek ervan;
- anderzijds, de afwezigheid van een administratief of gerechtelijk beroep tegen de beslissingen
betreffende de ontvankelijkheid van de aanvraag of tegen de bemiddelingsverslagen.
De aanvraag tot bemiddeling en het onderzoek van die aanvraag hebben geen enkele schorsende of stuitende werking (art. 116, § 1, 3de lid, W 25.4.2007). Dat betekent dat de bevoegde dienst mag voortgaan met het onderzoek van het administratieve geschil, daaronder begrepen het horen van partijen.
Daarenboven bepaalt artikel 1385undecies, Ger.W. dat de belastingplichtige de mogelijkheid heeft een vordering in rechte in te stellen indien geen beslissing over het bezwaarschrift is genomen na het verstrijken van zes maanden (of negen maanden bij ambtshalve aanslag) na de datum van ontvangst van het bezwaarschrift.
Evenmin mag uit het oog worden verloren dat wanneer een vordering in rechte wordt ingesteld zonder dat een beslissing over het bezwaarschrift is genomen, de toepassing van artikel 356, WIB 92, in het gedrang wordt gebracht wanneer de aanslag door de rechtbank van eerste aanleg of het hof van beroep wordt vernietigd.
Daarom is in het protocol gesloten tussen de bemiddelingsdienst en de fiscale administraties in punt 9 bepaald dat de bevoegde dienst zich onthoudt van het effectief nemen van de beslissing en/of van het nemen van uitvoeringsmaatregelen die de bemiddeling in het gedrang kunnen brengen, tenzij de bevoegde dienst genoodzaakt is een beslissing te nemen om het verstrijken van de voormelde termijn van zes of negen maanden te vermijden, of tenzij het naleven van de termijn de rechten van de Schatkist in het gedrang zou brengen.
Het in acht nemen van een redelijke termijn alvorens te beslissen heeft tot doel de fiscale bemiddelingsdienst de mogelijkheid te geven zijn rol van bemiddeling correct uit te oefenen. In die zin is het de fiscale bemiddelingsdienst die de nodige verantwoording moet geven wanneer de voorgestelde termijn voor de bemiddeling schijnbaar overdreven is, rekening houdend met de principes van behoorlijk bestuur en de geldende procedureregels. De bevoegde dienst moet er vooral over waken dat de termijn niet te lang
wordt wat tot gevolg zou kunnen hebben dat de bemiddeling zou moeten worden stopgezet omwille van een getroffen beslissing omtrent dat geschil of omdat de burger zich reeds tot de rechter heeft gewend.
F. HET BEMIDDELINGSVERSLAG
Nummer 376quinquies/7
De opdracht van de bemiddelingsdienst is niet het interpreteren van de wet of het oordelen over de interpretatie gegeven door de administratie in haar circulaires en instructies.
Het resultaat van de bemiddeling tussen de partijen wordt door de bemiddelingsdienst in het bemiddelingsverslag opgenomen. Het bemiddelingsverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de aanvrager naar de bevoegde dienst verstuurd.
Het bemiddelingsverslag is voor geen enkele partij bindend.
De bevoegde dienst moet in de beslissing over het administratief beroep rekening houden met het bemiddelingsverslag maar die dienst is er niet door gebonden. Wanneer bepaalde grieven van het administratief geschil in het bemiddelingsverslag als gegrond worden aangemerkt maar de bevoegde dienst is genoodzaakt op grond van het eigen onderzoek die grieven te verwerpen, moet in de beslissing worden gemotiveerd waarom de beslissing afwijkt van het bemiddelingsverslag.
De bevoegde dienst neemt na ontvangst van het bemiddelingsverslag zo spoedig mogelijk de beslissing.
G. INFORMATIE VAN DE BELASTINGPLICHTIGE OVER DE MOGELIJKHEID OM EEN BEMIDDELINGSAANVRAAG IN TE DIENEN
Nummer 376quinquies/8
Bij de ontvangstmelding van zijn bezwaarschrift wordt de belastingplichtige in kennis gesteld van het feit dat hij een beroep kan doen op de fiscale bemiddelaar.