Artikel 144/3, KB/WIB 92
Art. 144/3 is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2011 (art. 1 en 2, KB 22.12.2010 - B.S. 07.01.2011; Numac: 2010003688 - err. 13.05.2011)
Indien krachtens artikel 104 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 onderhoudsuitkeringen werden afgetrokken door een belastingplichtige voor één of meer kinderen ten laste die op 1 januari van het aanslagjaar enkel deel uitmaakten van het gezin van de andere belastingplichtige, wordt een fictieve aanslag berekend op basis van dezelfde gegevens van en volgens dezelfde regels als de ingekohierde aanslag, evenwel zonder voor het bepalen van de toeslagen op de belastingvrije som als bedoeld in artikel 132 van hetzelfde Wetboek, rekening te houden met voornoemde kinderen.
Het fiscaal voordeel voor kinderen ten laste verkregen door de belastingplichtige die de onderhoudsuitkeringen heeft betaald, is gelijk aan het verschil tussen:
1° zijn aandeel in de fictieve aanslag berekend overeenkomstig het eerste lid;
2° en zijn aandeel in de ingekohierde aanslag.