Commentaar van art. 103, WIB 92

Onderafdeling III - Aftrekbare verliezen

Art. 103, WIB 92

I. WETTEKST

103/0

II. VERLIEZEN GELEDEN BIJ HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN ZONDER BEROEPSKARAKTER

103/1-3

III. VERLIEZEN GELEDEN NAAR AANLEIDING VAN EEN OVERDRACHT ONDER BEZWARENDE TITEL VAN IN BELGIE GELEGEN ONGEBOUWDE ONROERENDE GOEDEREN OF VAN ANDERE ZAKELIJKE RECHTEN DAN EEN RECHT VAN ERFPACHT OF VAN OPSTAL OF DAN EEN GELIJKAARDIG ONROEREND RECHT MET BETREKKING TOT ZULKE ONROERENDE GOEDEREN

103/4

IV. VERLIEZEN GELEDEN NAAR AANLEIDING VAN DE OVERDRACHT VAN BELANGRIJKE DEELNEMINGEN

103/5

I. WETTEKST

Nummer 103/0

Art. 103. - § 1. Verliezen die in de vijf vorige belastbare tijdperken zijn geleden bij het verrichten van handelingen als vermeld in artikel 90, 1°, worden alleen van de inkomsten uit zulke handelingen afgetrokken.

De verliezen worden achtereenvolgens afgetrokken van de inkomsten van elk volgende belastbare tijdperk.

§ 2. Het bepaalde in § 1 geldt eveneens voor verliezen die in de vijf vorige belastbare tijdperken zijn geleden naar aanleiding van verrichtingen als vermeld in artikel 90, 8°.

II. VERLIEZEN GELEDEN BIJ HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN ZONDER BEROEPSKARAKTER (ART. 90, 1°, WIB 92).

Nummer 103/1

De prestaties, verrichtingen en speculaties zonder beroepskarakter waarvan sprake in 90/2.1 tot 8.10, worden niet steeds met een winst of een baat afgesloten.

Indien het resultaat van het geheel van die verrichtingen negatief is, mag dit verlies niet op de andere inkomsten van het belastbare tijdperk worden aangerekend, doch alleen op de winst of baten die de belastingplichtige tijdens de volgende vijf belastbare tijdperken zal behalen uit prestaties, verrichtingen of speculaties als bedoeld in art. 90, 1°, WIB 92.

Nummer 103/2

Zoals voor de beroepsverliezen, zullen die verliezen achtereenvolgens worden afgetrokken van de winst of baten van elk volgende belastbare tijdperk.

Voorbeeld

Nummer 103/3

Een belastingplichtige heeft in een belastbaar tijdperk een nettoberoepsinkomen behaald van 1.500.000 F en heeft een verlies geleden van 150.000 F ingevolge een occasionele speculatie op koopwaren die onafhankelijk is van zijn beroepswerkzaamheid. De in art. 104, WIB 92, bedoelde bestedingen bedragen 65.000 F.

De betrokken belastingplichtige wordt in de PB belast op 1.500.000 F - 65.000 F = 1.435.000 F. Het verlies van 150.000 F kan eventueel slechts worden afgetrokken van de in de volgende vijf belastbare tijdperken behaalde winst of baten als bedoeld in art. 90,1°, WIB 92.

III. VERLIEZEN GELEDEN NAAR AANLEIDING VAN EEN OVERDRACHT ONDER BEZWARENDE TITEL VAN IN BELGIE GELEGEN ONGEBOUWDE ONROERENDE GOEDEREN OF VAN ANDERE ZAKELIJKE RECHTEN DAN EEN RECHT VAN ERFPACHT OF VAN OPSTAL OF DAN EEN GELIJKAARDIG ONROEREND RECHT MET BETREKKING TOT ZULKE ONROERENDE GOEDEREN (ART. 90, 8° WIB 92)

Nummer 103/4

De in 103/1 tot 3 uiteengezette richtlijnen zijn mutatis mutandis van toepassing met betrekking tot verliezen, geleden naar aanleiding van een overdracht onder bezwarende titel van in België gelegen ongebouwde onroerende goederen of van andere zakelijke rechten dan een recht van erfpacht of van opstal of dan een gelijkaardig onroerend goed met betrekking tot zulke onroerende goederen, inzonderheid met dien verstande :

1° dat de tijdens een bepaald belastbaar tijdperk geleden verliezen worden verrekend met de tijdens datzelfde tijdperk verwezenlijkte meerwaarden; art. 103, § 2, WIB 92, doelt slechts op de overdracht van het nadelige saldo van het geheel van de in art. 90, 8°, WIB 92, bedoelde verrichtingen van alle personen wier inkomsten voor de toepassing van de PB worden samengevoegd (zie commentaar op art. 126, WIB 92) ;

2° dat van de belastbare meerwaarden alleen die verliezen mogen worden afgetrokken welke naar aanleiding van soortgelijke verrichtingen zijn geleden, d.w.z. naar aanleiding van overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen ongebouwde (of ermee gelijkgestelde) onroerende goederen of van andere zakelijke rechten dan een recht van erfpacht of van opstal of van een gelijkaardig onroerend recht met betrekking tot zulke onroerende goederen, die vroeger, in de bij art. 90, 8°, WIB 92, gestelde termijnen en voorwaarden, zijn verkregen;

3° dat de regels die voor de vaststelling van het belastbare bedrag van de meerwaarden van toepassing zijn, onveranderd gelden voor de vaststelling van de aftrekbare verliezen.

IV. VERLIEZEN GELEDEN NAAR AANLEIDING VAN DE OVERDRACHT VAN BELANGRIJKE DEELNEMINGEN (ART. 90, 9°, WIB 92)

Nummer 103/5

Bij ontstentenis van enigerlei wettelijke bepaling terzake, mag het overeenkomstig art. 102, WIB 92, bepaalde belastbare bedrag (zie 97/60 tot 68) van een meerwaarde op een belangrijke deelneming als bedoeld in art. 90,9°, WIB 92 (zie 90/53 tot 65) niet worden verminderd met de verliezen die eventueel zouden zijn geleden bij de verwezenlijking van een andere deelneming, zelfs niet wanneer dit verlies tijdens hetzelfde belastbare tijdperk zou zijn geleden.

De in 103/1 tot 3 verstrekte richtlijnen zijn terzake dus niet van toepassing.