Parlementaire vraag nr. 826 van de heer Steven Matheï van 24.01.2022

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/078 d.d. 25.02.2022, blz. 168

Fiscaal voordeel tweede woning

VRAAG (van de heer Matheï)

Artikel 145/1, 3° van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 (WIB92) bepaalt dat men onder bepaalde omstandigheden kan rekenen op een belastingvermindering voor betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening die is aangegaan om een in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen woning, andere dan de eigen woning van de belastingplichtige, te bouwen, te verwerven of te verbouwen. Op de betaalde kapitaalaflossingen van een hypothecaire lening met een looptijd van ministens tien jaar voor dat extra vastgoed is een belastingvermindering van 30 % van toepassing. De som die in aanmerking komt, is begrensd op 2.350 euro per jaar (dit bedrag is lager als het gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen lager is dan 36.500,00 euro op jaarbasis). De Hoge Raad van Financiën publiceerde in juli 2021 een rapport betreffende een brede fiscale hervorming. Hieruit blijkt dat de afgelopen jaren steeds door meer belastingplichtigen gebruik wordt gemaakt van deze belastingvermindering, hetgeen resulteert in een stijgende budgettaire kost. In aanslagjaar 2020 maakten 292.551 belastingplichtigen gebruik van de maatregel met een budgettaire koste van 100.594.000,95 euro.

1. Hoeveel belastingplichtigen maakten gebuikt van deze maatregel in aanslagjaar 2021? Graag telkens een bijkomende opdeling per inkomensdeciel.

2. Hoeveel belastingplichtigen maakten gebruik van deze maatregel in aanslagjaar 2021 voor respectievelijk één, twee, drie of meerdere bijkomende woningen?

3. Wat was het totale toegekende belastingvoordeel van deze maatregel in aanslagjaar 2021?

4. Wat was het gemiddelde toegekende belastingvoordeel van deze maatregel in aanslagjaar 2021?

5. In hoeveel gevallen betreft het een onroerend goed dat niet gelegen is in België maar in een ander land van de EER, in aanslagjaar 2021?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

De FOD Financiën beschikt nog over geen representatieve statistieken in verband met het aanslagjaar 2021. De primaire inkohieringstermijn loopt voor dit aanslagjaar tot 30 juni 2022. Ik kan de gevraagde gegevens vanaf september 2022 meedelen.