Commentaar van art. 330, WIB 92

Art. 330, WIB 92

I. WETTEKST

330/0

II. ALGEMEEN

330/1-2

I. WETTEKST

Nummer 330/0

Art. 330. - Ten opzichte van de in de artikelen 327 en 328 bedoelde diensten, besturen, vennootschappen, verenigingen, instellingen of inrichtingen, die zouden nalaten aan de verplichtingen ingevolge die artikelen te voldoen, kan de Minister van Financiën, al naar het geval, vorderen dat de inspecteur van financiën of een afgevaardigde van de Regering optreedt, een commissaris aanwijzen om de nodig geachte inlichtingen in te winnen of de erkenning met het oog op de door de Staat verleende voordelen intrekken.

II. ALGEMEEN

Nummer 330/1

Deze bepaling stelt de Minister van Financiën in staat maatregelen te treffen ten opzichte van de machten, inrichtingen of instellingen die o.m. zouden weigeren zich te onderwerpen aan de verplichtingen welke hen inzake het mededelen van inlichtingen of het kennisnemen van de fiscale toestand van belastingplichtigen worden opgelegd.

Die maatregelen bestaan :

1° in het optreden van de inspecteur van financiën, van de commissaris of de afgevaardigde van de Regering wanneer de in gebreke zijnde dienst een rijksbestuur of een openbare instelling of openbare inrichting is;

2° in het aanwijzen van een commissaris die de macht heeft om bij de in gebreke blijvende provincie- of gemeentebesturen de nodige inlichtingen in te winnen;

3° wat de privé-kredietinstellingen betreft, in het intrekken van de erkenning met het oog op het verlenen van kredieten onder waarborg van de Staat.

Nummer 330/2

Daar de maatregelen waarvan sprake door de Minister van Financiën dienen te worden genomen, moet elke uitgesproken tekortkoming die wordt vastgesteld in hoofde van de diensten, besturen, enz., beoogd in de art. 327 en 328, WIB 92, met betrekking tot de uitvoering van de verplichtingen die hen door die artikelen worden opgelegd, door middel van een omstandig verslag en langs hiërarchische weg ter kennis van het Hoofdbestuur worden gebracht.