Commentaar van art. 315bis, WIB 92

Art. 315bis, WIB 92

I. WETTEKST

315bis/0

II. VOORWERP VAN DE BEPALING

315bis/1

III. VOOR DE INVOERING VAN ARTIKEL 315BIS, WIB 92, GEVOLGDE BENADERING

315bis/2-5

IV. DRAAGWIJDTE VAN DE BEPALING

315bis/6-8

I. WETTEKST

Nummer 315bis/0

Art. 315bis. - De natuurlijke personen en rechtspersonen die een beroep doen op een computersysteem om de boeken en bescheiden waarvan de voorlegging is voorgeschreven door artikel 315, geheel of ten dele, te houden, op te stellen, toe te zenden of te bewaren, zijn eveneens verplicht, op verzoek van de administratie, ter plaatse, de dossiers met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van het gebruikte systeem, alsook de informatiedragers en alle gegevens die zij bevatten, ter inzage voor te leggen.

De op de informatiedragers geplaatste gegevens moeten in een leesbare en verstaanbare vorm ter inzage worden voorgelegd.

Wanneer de administratie hen erom verzoekt, zijn de in het eerste lid bedoelde personen verplicht op hun uitrusting en in bijzijn van de ambtenaren van de administratie, kopies te maken in de door die ambtenaren gewenste vorm van het geheel of een deel van voormelde gegevens, alsook de informaticabewerkingen te verrichten die nodig worden geacht om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen.

De bepalingen van artikel 315, derde lid, zijn van toepassing op de bewaring van de dossiers met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van het gebruikte systeem, alsook op de informatiedragers en alle gegevens die zij bevatten. In afwijking van deze bepalingen verstrijkt de bewaartermijn, ten aanzien van de gegevens met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van computer-systemen, op het einde van het vijfde jaar of boekjaar volgend op het belastbaar tijdperk waarin het in die gegevens omschreven systeem werd gebruikt.

II. VOORWERP VAN DE BEPALING

Nummer 315bis/1

Art. 315bis, WIB 92, ingevoerd door art. 53, W 6.7.1994 houdende fiscale bepalingen (V 2323 - Bull. 742), verduidelijkt bepaalde verplichtingen van de belastingplichtige indien deze gebruik maakt van een geïnformatiseerd systeem om de boeken en bescheiden nodig om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen, geheel of ten dele, te houden, op te stellen, toe te zenden of te bewaren.

III. VOOR DE INVOERING VAN ARTIKEL 315BIS, WIB 92, GEVOLGDE BENADERING

Nummer 315bis/2

Het antwoord op de parlementaire vraag nr 62 van 4.3.1992, gesteld door de Heer Volksvertegenwoordiger COVELIERS (Bull. 721, blz. 3051), waarvan de kerngedachten hierna worden weergegeven, illustreert de op dat vlak voorheen gevolgde benadering.

Nummer 315bis/3

Overeenkomstig art. 315, 1ste lid, WIB 92, is de belastingplichtige verplicht, wanneer hij daartoe door de administratie wordt verzocht, zonder verplaatsing, met het oog op het nazien ervan, alle boeken en bescheiden voor te leggen die noodzakelijk zijn om het bedrag van zijn belastbare inkomsten te bepalen.

Nummer 315bis/4

Wanneer de boekhouding geautomatiseerd is, bestaan heel wat boekhoudkundige bescheiden en extra-comptabele stukken, waarvan de voorlegging verplicht is, enkel op magnetische of optische informatiedragers.

Bovendien moet de administratie zich bij zo'n boekhouding een juist beeld kunnen vormen van :

- de opbouw van het systeem;

- de informatiestroom;

- het aantal, de aard en de inhoud van de bestanden en de programma's;

- de aard, het tijdstip en de periodiciteit van de verwerkingen;

- de door het systeem verstrekte staten;

- de ingebouwde veiligheden, enz.

Om de regelmatigheid van de geautomatiseerde boekhouding na te gaan, moet zij eveneens kunnen overgaan tot het onderzoek van de betrouwbaarheid van het gebruikte computersysteem.

Nummer 315bis/5

Uit hetgeen voorafgaat vloeit voort :

- dat de verplichting tot voorlegging zich uitstrekt tot alle informatiedragers en de gegevens die zij bevatten;

- het recht van inzage van die gegevens met behulp van het materieel van de onderneming (het gebruik van het materieel, in aanwezigheid van de met de verificatie belaste ambtenaren, wordt overgelaten aan het personeel van de onderneming);

- het recht van inzage van de analysedossiers met de bestands- en programmabeschrijvingen, van de gebruikershandleidingen en van alle andere op het systeem betrekking hebbende documentatie;

- de verplichting eveneens de informatiedragers te bewaren ook al zijn de gegevens die zij bevatten, het voorwerp geweest van een afdruk.

IV. DRAAGWIJDTE VAN DE BEPALING

Nummer 315bis/6

Art. 315bis, WIB 92, wettigt de op dat vlak voorheen gevolgde benadering (zie 315bis/2 tot 315bis/5).

Nummer 315bis/7

Art. 315bis, 3de lid, WIB 92, machtigt de administratie in het bijzonder om, onder andere, in de door de ambtenaren gewenste vorm om kopieën te verzoeken van de op informatiedragers geplaatste gegevens. Het spreekt vanzelf dat die ambtenaren het recht hebben de gevraagde kopieën bij te houden.

Nummer 315bis/8

De aandacht wordt gevestigd op het feit dat de bewaartermijn ten aanzien van de gegevens met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van computersystemen (art. 315bis, laatste lid, WIB 92) verstrijkt op het einde van het vijfde jaar of boekjaar volgend op het belastbaar tijdperk waarin het in die gegevens omschreven systeem voor het laatst werd gebruikt (Parlementaire vraag nr 1287 van 18.11.1994, gesteld door de Heer Volksvertegenwoordiger BRIL - Bull. 749, blz. 1316).