Artikel 260, WIB 92

Vanaf het aanslagjaar 2002 worden de in dit artikel opgenomen bedragen in euro uitgedrukt (art. 1, KB 20.07.2000 - B.S. 30.08.2000; Numac: 2000003467 - err. B.S. 08.03.2001; en art. 42, 5°, KB 13.07.2001 - B.S. 11.08.2001; Numac: 2001003362 - err. B.S. 21.12.2001)

Wanneer de in artikel 257, 1°, vermelde grens van 745 euro wordt overschreden, blijft de vermindering van één vierde ingevolge die bepaling niettemin behouden voor de belastingplichtige die ze genoten heeft voor het aanslagjaar 1979, zolang:

1° de belastingplichtige zijn woning volledig blijft betrekken;

2° het overschrijden van de grens van 745 euro uitsluitend het gevolg is van de algemene perekwatie van de kadastrale inkomens van toepassing met ingang van het aanslagjaar 1980;

3° het kadastraal inkomen van de gezamenlijke onroerende goederen van de belastingplichtige niet meer bedraagt dan 992 euro.