Commentaar van art. 457, WIB 92
Art. 457, WIB 92
457/0 | |
457/1 | |
457/2-7 | |
457/2-4 | |
457/5-7 | |
457/8 |
Nummer 457/0
Art. 457. - § 1. Alle bepalingen van Boek I, van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85 zijn van toepassing op de in de artikelen 449 tot 453 en 456 bedoelde misdrijven.
§ 2. De wet van 5 maart 1982, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1989 en 20 juli 1991, betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten, vindt geen toepassing op de misdrijven bedoeld in de artikelen 449, 450, 452 en 456.
Nummer 457/1
Art. 457 bepaalt in welke mate de regels van het gemeen strafrecht betreffende de misdrijven en de bestraffingen in het algemeen van toepassing zijn op de strafrechtelijke inbreuken tegen het WIB 92. Het gaat om de bepalingen van het Eerste Boek van het Strafwetboek en van de W 5.3.1952, gewijzigd bij de W van 22.12.1989 en 20.7.1991, betreffende de opdeciemen.
II. EERSTE BOEK VAN HET STRAFWETBOEK
A. STELSEL VAN HET EERSTE BOEK
Nummer 457/2
Het Eerste Boek van het Strafwetboek betreft de misdrijven en de bestraffing in het algemeen. Het behandelt de volgende punten :
- Hfst. I : Misdrijven
- Hfst. II : Straffen
- Hfst. III : Andere veroordelingen die wegens misdaden, wanbedrijven of overtredingen kunnen worden uitgesproken
- Hfst. IV : Poging tot misdaad of tot wanbedrijf
- Hfst. V : Herhaling
- Hfst. VI : Samenloop van verscheidene misdrijven
- Hfst. VII : Deelneming van verscheidene personen aan een zelfde misdaad of wanbedrijf
- Hfst. VIII : Rechtvaardigings- en verschoningsgronden
- Hfst. IX : Verzachtende omstandigheden
- Hfst. X : Tenietgaan van de straffen
Nummer 457/3
De vraag of, en in welke mate, de algemene bepalingen van Boek I van het Strafwetboek van toepassing zijn op de fiscale misdrijven beoogd in het WIB 92 wordt opgelost door artikel 100 van het Strafwetboek, dat deel uitmaakt van dat Eerste Boek en dat luidt als volgt :
"Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en verordeningen, worden de bepalingen van het Eerste Boek van dit wetboek toegepast op de misdrijven die bij die wetten en verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van hoofdstuk VII en van artikel 85".
Art. 457, 1e lid, WIB 92, houdt evenwel een afwijking in van dit art. 100 waar het bepaalt dat ook titel VII en art. 85 van dit Boek I van het Strafwetboek van toepassing zijn.
Nummer 457/4
Art. 100 geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen :
- zij heeft een aanvullend karakter ingevolge het voorbehoud waarmee de tekst aanvangt : "Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en verordeningen";
- zij stelt een algemene regel in : de bepalingen van het Eerste Boek van het Strafwetboek met inbegrip van hoofdstuk VII en van art. 85 zijn van toepassing op bijzondere wetten en bepalingen.
B. STELSEL VAN ART. 457, § 1, WIB 92
Nummer 457/5
Deze bepaling bevestigt de algemene regel van art. 100 van het Strafwetboek volgens welke de bepalingen van het Eerste Boek toegepast worden op de in het WIB 92 bedoelde misdrijven.
Nummer 457/6
Hiervan wordt evenwel afgeweken door te bepalen dat Hoofdstuk VII van Boek I van het Strafwetboek, dat handelt over "de deelneming van verscheidene personen aan een zelfde misdaad of wanbedrijf" en art. 85 van dit Boek, dat betrekking heeft op "verzachtende omstandigheden", van toepassing zijn op de in de art. 449 tot 453 en 456, WIB 92, bedoelde misdrijven, d.w.z. in feite op alle misdrijven die door dit wetboek worden bestraft.
Het in aanmerking nemen van verzachtende omstandigheden is bijzonder belangrijk omdat :
- zulks de rechter toelaat de gevangenisstraffen en de geldboeten te verminderen tot onder het voorziene minimum (art. 85, 1e lid, Strafwetboek).
De rechter zal in dit verband niettemin rekening moeten houden met art. 100, 2e lid, Strafwetboek, dat hem niet toelaat de beschikkingen van het Eerste Boek van het Strafwetboek toe te passen, wanneer dit tot gevolg zou hebben de geldstraffen toe te passen, wanneer dit tot gevolg zou hebben de geldstraffen, gesteld om de inning van fiscale rechten te verzekeren, te verminderen;
- zulks de rechter veroorlooft, waar de strafbepalingen van het WIB 92 gevangenisstraffen en geldboeten voorschrijven, enkel de ene of de andere van die straffen afzonderlijk toe te passen (art. 85, 2e lid, Strafwetboek).
Nummer 457/7
Sinds de W 4.8.1986 kan de rechter tevens de krachtens de art. 449, 450 en 456 uitgesproken boeten vervangen door een bijkomende gevangenisstraf van maximaal drie maanden.
III. W 5.3.1952, GEWIJZIGD BIJ DE W 22.12.1989 EN 20.7.1991, BETREFFENDE DE OPDECIEMEN OP DE STRAFRECHTELIJKE GELDBOETEN
Nummer 457/8
W 5.3.1952, betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten, bepaalt dat het bedrag van de geldboeten uitgesproken door de Hoven en rechtbanken krachtens het Strafwetboek en de bijzondere wetten en reglementen, met opdeciemen wordt verhoogd.
Art. 457, § 2, bepaalt dat die wet niet van toepassing is op de in de art. 449, 450, 452 en 456, WIB 92 vermelde misdrijven. De wetgever heeft geoordeeld dat het bedrag van de door de wet voor die misdrijven voorgeschreven geldboeten hoog genoeg was zodat het niet meer door opdeciemen moest worden verzwaard.
De wet van 1952 is daarentegen wel van toepassing op de misdrijven, bedoeld in de andere niet in art. 457, § 2, WIB 92 opgesomde fiscale bepalingen.