Commentaar van art. 465, WIB 92

HOOFDSTUK II - Aanvullende belastingen

Art. 465, WIB 92

I. VOORWOORD

Nummer 465/0

Voor een rationele behandeling van de stof betreffende de aanvullende belastingen op de PB (afgekort, "PB/gem." en "PB/agg.") worden de art. 465 tot 468, WIB 92, hierna samen besproken. Deze commentaar is van toepassing voor het aj. 1996.

II. WETTEKSTEN

Nummer 465/1

Art. 465. - In afwijking van artikel 464, mogen de agglomeraties en de gemeenten een aanvullende belasting vestigen op de personenbelasting.

Art. 466. - De aanvullende gemeentebelasting op de personen- belasting en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personen- belasting worden berekend op de personenbelasting vastgesteld :

- vóór verrekening van de in de artikelen 157 tot 168 en 175 tot 177 vermelde voorafbetalingen en van de voorheffingen en het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting vermeld in de artikelen 277 tot 296;

- vóór de toepassing van de in de artikelen 157 tot 168 vermelde vermeerderingen, van de in de artikelen 175 tot 177 vermelde bonificatie en van de belastingverhogingen vermeld in artikel 444.

- Art. 467. - De aanvullende belasting op de personenbelasting wordt door de gemeente of door de agglomeratie geheven ten laste van de rijksinwoners die respectievelijk belastbaar zijn in die gemeente of in de gemeenten die deel uitmaken van die agglomeratie.

- Art. 468. - De aanvullende belasting wordt voor alle belastingplichtigen van eenzelfde agglomeratie of gemeente vastgesteld op een eenvormig percentage van de rijksbelasting.

- Wanneer dat percentage een breukgedeelte omvat, moet dat breukgedeelte tot één decimaal worden beperkt; dat percentage mag niet hoger liggen dan 1 % als de belasting wordt geheven door een agglomeratie.

Op de aanvullende belasting mag geen vermindering, vrijstelling of uitzondering worden toegepast.

III. BEVOEGDE MACHT

Nummer 465/2

De beslissing een PB/gem. of een PB/agg. te heffen wordt door de gemeenteraad of door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad genomen. Art. 465, WIB 92, houdt evenwel geen verplichting in, zodat de gemeente of de bovenbedoelde executieve van de belasting kan afzien.

Nummer 465/3

De beslissing om voor een bepaald aj. een PB/gem. of een PB/agg. te vestigen, evenals het tarief ervan (zie 465/11), worden na goedkeuring door de voogdijoverheid bekendgemaakt aan de Mechanografische dienst der directe belastingen te Brussel die de betrokken diensten (Gew.dir., Hfd.crs., Leid.CTK) inlicht.

IV. BELASTINGPLICHTIGEN (ART. 467, WIB 92)

Nummer 465/4

De door de gemeente gevestigde PB/gem. en de door de (Brusselse) agglomeratie waarvan de gemeente eventueel deel uitmaakt, gevestigde PB/agg. is verschuldigd door alle inwoners van de gemeente die belastingplichtigen zijn in de PB, m.a.w. alle natuurlijke personen die hun fiscaal domicilie hebben in de gemeente op 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd en er tevens een aanslag in de PB verschuldigd zijn voor datzelfde aanslagjaar.

Nummer 465/5

Het is ter zake zonder belang dat die belastingplichtigen slechts een deel van het vorige jaar in de gemeente van aanslag hebben gewoond. Een belastingplichtige kan voor één aanslagjaar immers nooit in meer dan één gemeente de PB/gem. en de PB/agg. verschuldigd zijn. De grondslag van de aanvullende belastingen kan niet worden verminderd of verdeeld in verhouding tot de periode van het jaar waarin de belastingplichtige in één bepaalde gemeente heeft gewoond.

Nummer 465/6

Voorbeeld

Een alleenstaande belastingplichtige (werknemer) die tot 31.8.1995 te X woont, daarna naar Y verhuist en er nog woont op 1.1.1996, is voor het aj. 1996 de PB/gem. in Y verschuldigd.

Die PB/gem. wordt gevestigd op de PB in verband met zijn inkomen van geheel het jaar 1995 (en niet op 4/12 ervan). In X is hij geen belastingplichtige in de PB/gem. voor datzelfde aanslagjaar.

V. GRONDSLAG VAN DE PB/GEM. EN VAN DE PB/AGG. (ART. 466, WIB 92)

Nummer 465/7

De PB/gem. en de PB/agg. worden berekend op de hoofdsom (dit is de verminderde basisbelasting na aftrek van de verminderingen voor inkomsten van buitenlandse oorsprong) in voorkomend geval verhoogd met de PB op de afzonderlijk belaste inkomsten.

Nummer 465/8

Het bedrag dat tot grondslag dient voor de berekening van de PB/gem. en de PB/agg. is dus dat van de PB berekend :

na toepassing van :

- de bepalingen inzake de belastingvrije som (art. 131 tot 145, WIB 92);

- de vermindering voor het lange termijnsparen (art. 145/1 tot 145/16), WIB 92) ;

- de vermindering voor het bouwsparen (art. 145/17 tot 145/20, WIB 92);

- de vermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (art. 145/21 tot 145/23, WIB 92) ;

- de vermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten (art. 146 tot 154, WIB 92) ;

- de vermindering tot de helft voor inkomsten van buitenlandse oorsprong (art. 156, WIB 92);

- de vermindering van 100 % voor bij verdrag vrijgestelde inkomsten van buitenlandse oorsprong (art. 155, WIB 92);

maar voor :

- toepassing van de aanvullende crisisbijdrage (ACB) (art. 463bis, WIB 92);

- aftrek van de verrekenbare voorheffingen en bestanddelen (met inbegrip van de VA) (art. 277 tot 296, WIB 92);

- toepassing van de vermeerdering bij ontoereikende VA (art. 157 tot 168, WIB 92) ;

- toepassing van de aan de VA verbonden bonificaties (art. 175 tot 177, WIB 92) ;

- toepassing van de belastingverhoging (art. 444, WIB 92).

VI. AFRONDEN VAN DE BEREKENINGSGRONDSLAG EN VAN DE AANVULLENDE BELASTINGEN (ART. 232, KB/WIB 92)

Nummer 465/9

Overeenkomstig art. 232, eerste lid, KB/WIB 92 (zie 469/1) wordt de berekeningsgrondslag van de PB/gem. en van de PB/agg. niet afgerond.

De PB/gem. en de PB/agg. worden in frank gevestigd; frankgedeelten worden voor een eenheid gerekend of weggelaten naargelang zij 50 centiemen of meer of minder dan 50 centiemen bedragen (art. 232, tweede lid, KB/WIB 92).

VII. VERMINDERING, VRIJSTELLING OF UITZONDERING (ART. 468, DERDE LID, WIB 92)

Nummer 465/10

Op de PB/gem. en de PB/agg. mag geen vermindering, vrijstelling of uitzondering worden toegestaan.

VIII. AANSLAGVOET (ART. 468, EERSTE EN TWEEDE LID, WIB 92)

Nummer 465/11

De aanslagvoet van de PB/gem. en de PB/agg. wordt voor alle belastingplichtigen van eenzelfde gemeente of agglomeratie eenvormig bepaald.

De gemeenten kunnen de aanslagvoet van de PB/gem. volkomen vrij bepalen, maar die aanslagvoet mag slechts één decimaal bevatten (b.v. 9,3 % maar niet 9,33 %).

De aanslagvoet van de PB/agg. (Brusselse agglomeratie) mag niet hoger zijn dan 1 % (die aanslagvoet is voor het aj. 1996 vastgesteld op 1 %).

IX. MINIMUMBEDRAG VAN EEN TERUGGAVE OF EEN BETALING INZAKE PB/GEM. EN PB/AGG.

A. ALGEMEEN

Nummer 465/12

Het eventuele overschot (teveel) van de terugbetaalbare voorheffingen en bestanddelen (zie 276/71) wordt verrekend met de aanslagen in de PB/gem. en de PB/agg. en het dan nog overblijvende deel wordt aan de belastingplichtige teruggegeven indien het totale bedrag ervan ten minste 100 F bereikt (zie art. 304, § 2, eerste lid, WIB 92).

De belasting wordt slechts ingekohierd wanneer het totale bedrag van de te vestigen PB (verhoogd met de aanvullende crisisbijdrage - zie 463bis/38), met inbegrip van de PB/gem. en de PB/agg., ten minste 100 F bedraagt (art. 304, § 1, tweede en derde lid, WIB 92).

Deze regels zijn van toepassing op de oorspronkelijke en op de aanvullende aanslagen in de PB.

B. TOEPASSING

Nummer 465/13

Voor de toepassing van de in 465/12 vermelde regels wordt als volgt gehandeld :

1° het saldo dat na samentelling van de PB (verhoogd met de aanvullende crisisbijdrage - zie 463bis/38), de PB/gem. en de PB/agg. wordt bekomen, is positief en :

- kleiner dan 100 F : saldo te verwaarlozen;

- gelijk aan of groter dan 100 F : saldo te eisen;

2° het saldo dat na samentelling van de PB (verhoogd met de aanvullende crisisbijdrage - zie 463bis/38), de PB/gem. en de PB/agg. bekomen wordt, is negatief en :

- kleiner dan 100 F : saldo te verwaarlozen;

- gelijk aan of groter dan 100 F : saldo terug te betalen.

Nummer 465/14

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de voormelde regels :

[(1) Het betreft hier het "Saldo Staat", eventueel verhoogd met de belastingverhogingen.]

[(2) Aangezien het negatieve saldo dat na de samentelling van de PB, de PB/gem. en de PB/agg. bekomen wordt, kleiner is dan 100 F en de aanvullende belastingen (PB/gem. en PB/agg.) slechts voor het werkelijk verschuldigde bedrag ingekohierd worden, moet het negatieve overschot van de PB herleid worden tot het samengetelde bedrag van de ingekohierde PB/gem. en PB/agg.]

[(3) Aangezien het positieve saldo dat na samentelling van de PB, de PB/gem. en de PB/agg. bekomen wordt, kleiner is dan 100 F, moet het in te kohieren bedrag van de PB/gem. en de PB/agg. tot het negatieve saldo van de PB beperkt worden. Deze beperking slaat in de eerste plaats op de PB/gem.]

X. VOORBEELD (AJ. 1996)

Nummer 465/15

Alleenstaande zonder gezinslasten (werknemer).

Gezamenlijk belastbaar inkomen : 860.000 F

Hoofdsom : 267.950 F

PB op de afzonderlijk belaste inkomsten : 165.000 F

Terugbetaalbare voorheffingen : 253.450 F

Aanslagvoet :

- PB/gem. : 6,5 %

- PB/agg. : 1 % * * *

Hoofdsom : 267.950 F

PB op de afzonderlijk belaste inkomsten : 165.000 F

Totaal : 432.950 F

ACB (zie 463bis/18 tot 20): 432.950 F x 3 % = 12.989 F

Totaal : 455.939 F

Verrekende voorheffingen : - 253.450 F

Saldo Staat : 192.489 F

PB/gem. : 432.950 F x 6,5 % = 28.142 F

PB/agg. : 432.950 F x 1 % = 4.330 F

Te betalen : 224.961 F