Parlementaire vraag nr. 83 van de heer De Croo van 28.04.2008

Personenbelasting

Beroepsinkomen

Vrijgestelde vergoeding

Vergoeding voor reiskosten voor woon-werkverkeer

Fietsvergoeding

VRAAG

Dankzij de wet van 8 augustus 1997 tot wijziging van artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 om het fietsgebruik voor het woon-werkverkeer fiscaal aan te moedigen, is de fietsvergoeding vrij van inkomstenbelasting tot 0,15 euro per afgelegde kilometer. Een werknemer die de fiets, al dan niet in combinatie met een ander vervoermiddel, gebruikt voor de verplaatsing van en naar het werk, en niet voor de forfaitaire beroepskosten kiest maar wel zelf zijn of haar beroepskosten berekent, kan gebruik maken van de fiscaal aftrekbare fietsvergoeding. Hij of zij hoeft de fietsvergoeding dus niet aan te geven bij zijn belastingaangifte indien deze niet groter is dan 0,15 euro per kilometer. 1. Hoeveel belastingplichtigen kozen er in 2006 voor hun beroepskosten zelf te berekenen en maakten hierbij gebruik van deze fietsvergoeding? 2. Hoe groot was de financiële impact in 2006 van deze maatregel, gegeven dat niet alleen werknemers maar ook werkgevers fiscale voordelen hebben bij deze fietsvergoeding?

ANTWOORD

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen van 17 september 2008, op de vraag nr. 83 van de heer Herman De Croo van 28 april 2008 (N.) :

1. Wat het aanslagjaar 2006 (inkomstenjaar 2005), betreft, kan ik u meedelen dat 225 997 werknemers ervoor hebben geopteerd om hun werkelijke beroepskosten te bewijzen (situatie op 30 juni 2007), waarvan er 2 253 een fietsvergoeding ontvingen. Voor aanslagjaar 2007 (inkomstenjaar 2006) zijn er momenteel nog geen cijfers beschikbaar. De opmaak van de gecentraliseerde statistieken ter zake is immers nog niet afgerond. Normaliter zijn deze pas in de loop van de maand november 2008 beschikbaar.

2. Voor aanslagjaar 2006 (inkomstenjaar 2005) wordt het totaalbedrag aan toegekende fietsvergoeding geraamd op 24,2 miljoen euro. Voor datzelfde inkomstenjaar beloopt het totaal aantal ingediende fiches 281.10 dat een fietsvergoeding vermeldt, 141 500. Voor aanslagjaar 2007 (inkomstenjaar 2006) beloopt het totaalbedrag aan toegekende fietsvergoeding 28,5 miljoen euro terwijl het aantal fiches 281.10 dat een fietsvergoeding vermeldt op 165 000 wordt geschat.

In hoofde van de werkgever vormt de toegekende fietsvergoeding een aftrekbare beroepskost. De budgettaire kostprijs van de aftrekbaarheid van deze vergoeding hangt onder meer af van het aanslagstelsel dat op de werkgever van toepassing is (personenbelasting of vennootschapsbelasting, tarief, enzovoort).

In hoofde van de werknemer is deze vergoeding vrijgesteld tot beloop van maximum 0,15 euro per kilometer (zie artikel 38, 14o, van het WIB 1992). In de mate dat deze fietsvergoeding 0,15 euro/km niet overschrijdt, dient deze niet opgenomen in de aangifte in de personenbelasting. De werknemer die opteert voor de aftrek van zijn werkelijke beroepskosten kan voor de berekening van zijn verplaatsingskosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling tevens gebruik maken van het forfait van 0,15 euro per kilometer, omschreven in artikel 66bis van het WIB 1992. De toegekende fietsvergoeding dient dan niet in mindering gebracht van de berekende beroepskosten voor het woon-werkverkeer.

Bij afwezigheid van deze specifieke regeling, zou de toegekende fietsvergoeding sorteren onder de algemene bepaling voor vergoedingen voor verplaatsingen van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling. In dat geval, vormt de toegekende vergoeding in principe een belastbare bezoldiging, die dient opgenomen in codes 1254/2254 van de aangifte in de personenbelasting.

De belastingplichtige die opteert om gebruik te maken van het wettelijk kostenforfait kan dan genieten van de vrijstelling opgenomen in artikel 38, 9o, van het WIB 1992 (vrijstelling bepaald in codes 255/2255 van de aangifte). De werknemer die zijn verplaatsingen maakt met een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer of het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer kan dan genieten van een vrijgestelde schijf van 125 euro per jaar (te indexeren).

De belastingplichtige die zijn werkelijke beroepskosten bewijst, kan geen gebruik maken van de vrijstelling voorzien in artikel 38, 9o, van het WIB 1992 (vrijstelling via codes 1255/2255 van de aangifte). Hij kan voor zijn verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling wel opnieuw gebruik maken van het wettelijk kostenforfait van 0,15 euro per kilometer, opgenomen in artikel 66bis van het WIB 1992.

De budgettaire impact van de vrijstelling van de fietsvergoeding lijkt dus eerder beperkt.