Parlementaire vraag nr. 86 van de heer Mathias De Clercq van 15.12.2009
Parlementaire vraag nr. 86 van de heer Mathias De Clercq dd. 15.12.2009
Personenbelasting
Passiefhuis
Energiebesparende uitgave
Vermindering voor energiebesparende uitgaven
Toepassingsvoorwaarden van de vermindering voor energiebesparende uitgaven
Belastingvermindering
Toekenningsvoorwaarden van de belastingvermindering
VRAAG
In het kader van de strijd tegen de opwarming van de aarde werd een fiscale incentive ingevoerd voor passiefhuizen. Wie eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouder wordt van een passiefhuis, krijgt gedurende de volgende tien jaar een belastingvermindering. Vruchtgebruikers worden echter niet vermeld in artikel 145/24, § 2 WIB 1992. Nochtans zijn er in ons erfrecht heel wat vruchtgebruikers. Concreet voorbeeld: de gezinswoning van een gehuwd echtpaar behoort tot het eigen vermogen van mevrouw. Indien mevrouw komt te overlijden, wordt mijnheer vruchtgebruiker van de woning en worden de kinderen naakte eigenaar. Gezien noch vruchtgebruiker, noch de blote eigenaar ervoor in aanmerking komen, gaat de belastingvermindering wegens passiefhuizen voor de resterende jaren in dergelijke (veel voorkomende) gevallen verloren.
1. Kan u bevestigen dat de belastingvermindering in voormeld voorbeeld verloren gaat?
2. Zo ja, overweegt u een initiatief te nemen om aan deze, volgens mij, onbillijke situatie iets te veranderen?
ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
Vraag 1; Ik neem aan dat in het door het geachte Lid gegeven voorbeeld het geval wordt beoogd waarbij de overleden echtgenote voor de door haar gedragen investeringen aan haar onroerend goed recht had op de belastingvermindering voor passiefhuizen. In dat geval kan die belastingvermindering overeenkomstig artikel 145/24, § 2, vijfde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 niet meer worden verleend vanaf het belastbaar tijdperk waarin zij niet langer eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouder is van de passiefwoning. Die toestand wordt beoordeeld op de laatste dag van het belastbaar tijdperk. Ook de langstlevende echtgenoot en kinderen kunnen geen aanspraak maken op die vermindering, gezien zij destijds niet als eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouder hebben geïnvesteerd in het passiefhuis. In een dergelijk geval gaat het recht van de belastingvermindering, in de huidige stand van de wetgeving, dus inderdaad verloren.
Vraag 2; De federale regering is niet zinnens om de wetgeving aan te passen.