Artikel 4, WIB 92
Art. 4, 4°, is van toepassing met ingang van het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbare tijdperk dat aanvangt op 01.01.2017 (art. 2 en 4, W 25.12.2016 - B.S. 30.12.2016; Numac: 2016003477)
Aan de personenbelasting zijn niet onderworpen:
1° de buitenlandse diplomatieke ambtenaren en de consulaire beroepsambtenaren die in België zijn geaccrediteerd, alsmede hun inwonende gezinsleden;
2° op voorwaarde van wederkerigheid, de andere leden van buitenlandse diplomatieke zendingen en consulaire posten in België, alsmede hun inwonende gezinsleden, mits de betrokkenen de Belgische nationaliteit niet bezitten of niet duurzaam verblijf houden in België;
3° op voorwaarde van wederkerigheid, de ambtenaren, vertegenwoordigers en afgevaardigden van vreemde Staten of van staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan of van een buitenlands publiekrechtelijk lichaam mits de betrokkenen de Belgische nationaliteit niet bezitten of niet duurzaam verblijf houden in België en hun diensten niet verstrekken in het kader van enig handels- of nijverheidsbedrijf.
4° de natuurlijke personen ingeschreven in het wachtregister overeenkomstig artikel 1, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, met uitzondering van de personen die vóór hun inschrijving in het wachtregister hun zetel van fortuin reeds in België hadden gevestigd en van de echtgenoten van belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de personenbelasting voor zover die echtgenoten zich niet in één van de in artikel 126, § 2, eerste lid, 1° tot 3° vermelde gevallen bevinden.