Artikel 32/1, WIB 92
Art. 32/1, § 8, eerste (vervangen) en tweede lid (vervangen), treedt in werking voor alle of bepaalde categorieën van houders van een ondernemingsnummer, evenals voor natuurlijke personen, op een datum respectievelijk te bepalen door de Koning, en ten laatste op 01.01.2028 (art. 3 en 222, W 12.05.2024 - B.S. 30.05.2024; Numac: 2024003880)
§ 1. In hoofde van ingekomen belastingplichtigen die in artikel 30, 1° of 2°, bedoelde bezoldigingen verkrijgen, wordt het ten laste nemen van bepaalde kosten door de werkgever of de vennootschap beschouwd als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever binnen de voorwaarden en binnen de grenzen voorzien in dit artikel.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "eigen kosten van de werkgever" verstaan, in het geval van een werknemer, de eigen kosten van de werkgever en, in het geval van een bedrijfsleider, de eigen kosten van de vennootschap waarbinnen een mandaat of soortgelijke functies worden uitgeoefend.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "bedrijfsleider" een natuurlijke persoon verstaan, die een mandaat of soortgelijke functies zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1°, uitoefent en belast is met het dagelijks bestuur van de onderneming of in de onderneming een functie of werkzaamheid als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 2° uitoefent, uitgezonderd een natuurlijke persoon die een dergelijk mandaat, functie of werkzaamheid uitoefent in de eigen onderneming waarvan hij oprichter of medeoprichter is of waarin hij aandelen bezit die 30 % of meer van het kapitaal van die vennootschap vertegenwoordigen.
§ 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "ingekomen belastingplichtige", verstaan:
1° de werknemer of bedrijfsleider die rechtstreeks wordt aangeworven in het buitenland door een onderneming of vestiging van een onderneming ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, teneinde er een in België belastbare bezoldigde activiteit uit te oefenen;
2° de werknemer of bedrijfsleider die door een buitenlandse onderneming die deel uitmaakt van een multinationale groep ter beschikking wordt gesteld aan één of meer ondernemingen of vestigingen van een onderneming ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, teneinde er een in België belastbare bezoldigde activiteit uit te oefenen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "multinationale groep", elke groep verstaan die twee of meer ondernemingen omvat die inwoner zijn van verschillende rechtsgebieden, of die een onderneming omvat die inwoner is van het ene rechtsgebied en in een ander rechtsgebied aan belasting onderworpen is ter zake van de werkzaamheden die met behulp van een Belgische of buitenlandse inrichting worden uitgeoefend.
§ 3. De volgende voorwaarden moeten bovendien cumulatief worden vervuld in hoofde van de in paragraaf 2 bedoelde belastingplichtige:
1° in de loop van de 60 maanden voorafgaand aan de indiensttreding in België, geen rijksinwoner zijn geweest, noch gewoond hebben binnen een afstand van 150 kilometer van de grens, noch onderworpen zijn geweest aan de belasting van niet-inwoners voor beroepsinkomsten in België;
2° van de paragraaf 2, eerste lid, 1° of 2°, bedoelde werkgever of vennootschap een in België belastbare bezoldiging ontvangen hebben van meer dan 75.000 euro per kalenderjaar voor de prestaties die de ingekomen belastingplichtige ten behoeve van de in paragraaf 2, eerste lid, 1° of 2°, bedoelde werkgever of vennootschap levert en op de resultaten van die werkgever of vennootschap worden aangerekend, met uitsluiting van de inkomsten die in aanmerking komen voor de in de artikelen 155 en 156 bedoelde vermindering voor buitenlandse inkomsten;
3° het akkoord verkrijgen van de administratie in het kader van de bij paragraaf 8 bepaalde procedure.
De in het eerste lid, 2°, bedoelde bezoldiging omvat de brutobezoldiging, vóór aftrek van sociale zekerheidsbijdragen, met uitsluiting van de opzeggingsvergoedingen, de vergoedingen tot herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen en de bij toepassing van artikel 38 vrijgestelde bezoldigingen en met uitsluiting van de in paragraaf 5 en 6 bedoelde terugbetalingen.
Voor het jaar van aankomst in België, alsook voor het jaar van vertrek uit België of het jaar waarin dit stelsel overeenkomstig paragraaf 7 een einde neemt, wordt het in het eerste lid, 2°, bedoelde bedrag pro rata berekend op basis van het aantal dagen dat de arbeidsverhouding in België dat jaar heeft bestaan en aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan.
In het geval dat de ingekomen belastingplichtige zijn werkzaamheid moet onderbreken en zijn bezoldiging niet wordt doorbetaald, wordt het in het eerste lid, 2°, bedoelde bedrag pro rata berekend op basis van het aantal dagen waarop de ingekomen belastingplichtige zijn beroepswerkzaamheid wel kon uitoefenen.
Onverminderd de toepassing van paragraaf 4, wordt het voldoen aan de in het eerste lid, 2°, bedoelde voorwaarde beoordeeld op het moment van de indiening van de in paragraaf 8 bedoelde aanvraag.
De Koning kan het in het eerste lid, 2°, vermelde bedrag om de drie jaar en voor het eerst voor het inkomstenjaar 2024 aanpassen aan de stijging van de afgevlakte gezondheidsindex bedoeld in artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. Hiertoe wordt het in het eerste lid, 2°, vermelde bedrag vermenigvuldigd met het cijfer van de afgevlakte gezondheidsindex voor de maand september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor het nieuwe bedrag voor het eerst van toepassing zal zijn en gedeeld door het cijfer van de afgevlakte gezondheidsindex voor de maand september 2020 (107,85). Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond tot het hogere of lagere honderdtal naargelang het cijfer van de tientallen al dan niet 5 bereikt.
§ 4. Wanneer in de loop van de in paragraaf 7 bedoelde periode niet langer voldaan is aan de in paragraaf 2 of paragraaf 3, eerste lid, 2°, bedoelde voorwaarden, wordt de toepassing van dit stelsel beëindigd.
§ 5. Het ten laste nemen, bovenop de bezoldiging, door de werkgever of de vennootschap, hetzij rechtstreeks, hetzij onder de vorm van specifieke terugbetalingen, van terugkerende uitgaven die rechtstreeks voortkomen uit de ter beschikking stelling of de tewerkstelling in België, wordt aangemerkt als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever tot een bedrag van 30 % van de in paragraaf 3, tweede lid, omschreven bezoldiging.
Het in het eerste lid bedoelde bedrag dat als eigen kosten van de werkgever wordt aanvaard, is beperkt tot 90.000 euro per jaar.
De Koning kan het in het tweede lid vermelde bedrag om de drie jaar en voor het eerst voor het inkomstenjaar 2024 aanpassen aan de stijging van de afgevlakte gezondheidsindex overeenkomstig de regels vastgelegd in paragraaf 3, zesde lid.
Voor het jaar van aankomst in België, alsook voor het jaar van vertrek uit België of het jaar waarin dit stelsel overeenkomstig paragraaf 7 een einde neemt, wordt het in het tweede lid bedoelde maximumbedrag pro rata bepaald op basis van het aantal dagen dat de arbeidsverhouding in België dat jaar heeft bestaan en aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan.
Wanneer de ingekomen belastingplichtige zijn werkzaamheid moet onderbreken en zijn bezoldiging niet wordt doorbetaald, maar de in het eerste lid bedoelde kosten ingevolge een contractuele verplichting toch verder ten laste worden genomen door de werkgever of de vennootschap, wordt de bezoldiging waarop het 30 %-plafond wordt berekend, bepaald alsof de werkzaamheid niet werd onderbroken.
§ 6. Worden eveneens aangemerkt als terugbetalingen van eigen kosten van de werkgever, de kosten die door de werkgever of de vennootschap, hetzij rechtstreeks, hetzij onder de vorm van specifieke terugbetalingen, zijn gedragen in de mate dat deze kosten tot doel hebben om het volgende te dekken:
1° de kosten die voortvloeien uit de verhuis van de ingekomen belastingplichtige naar België;
2° de kosten die verband houden met de inrichting van de woning in België gedaan in de eerste zes maanden na aankomst in België;
3° het schoolgeld voor de kinderen van de ingekomen belastingplichtige of zijn partner die met hun ouders of een van hen verhuizen, wanneer ze volgens de Belgische wetgeving de leerplichtige leeftijd hebben en als dusdanig kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs volgen in België in een privéschool of een internationale school.
De in het eerste lid, 1°, bedoelde kosten omvatten enkel de kosten van één reis om een nieuwe verblijfplaats in België te zoeken, de reiskosten van de ingekomen belastingplichtige zelf, van zijn partner en de kinderen die tot zijn gezin behoren, alsook de kosten voor het demonteren, verpakken, laden, vervoeren, ontladen, uitpakken en monteren van het meubilair dat toebehoort aan de ingekomen belastingplichtige. In voorkomend geval, worden ook de hotelkosten van de ingekomen belastingplichtige, zijn partner en van de kinderen die tot zijn gezin behoren gedurende de eerste drie maanden na de indiensttreding in België beoogd.
De in het eerste lid, 2°, bedoelde kosten, omvatten enkel de kosten die zijn gemaakt voor de aankoop van materiaal dat bestemd is om in de woning in België te blijven of voor de aankoop van huishoudtoestellen volgens de geldende normen in België.
De kosten die als in het eerste lid, 2°, bedoelde eigen kosten van de werkgever worden aanvaard, zijn beperkt tot het bedrag van 1.500 euro. De Koning kan dit bedrag om de drie jaar en voor het eerst voor het inkomstenjaar 2024 aanpassen aan de stijging van de afgevlakte gezondheidsindex overeenkomstig de regels vastgelegd in paragraaf 3, zesde lid.
Het komt aan de belastingplichtige toe om de werkelijkheid en het bedrag van deze kosten te bewijzen aan de hand van bewijskrachtige stukken of, indien dit niet mogelijk is, op basis van alle andere door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed.
§ 7. De paragrafen 5 en 6 zijn van toepassing gedurende de periode van de opdracht van de belastingplichtige in België, met een maximum van 5 jaar.
Indien het verblijf van belastingplichtige in België de in het eerste lid vermelde duur overschrijdt, wordt de toepassing van de paragrafen 5 en 6 verlengd met 3 jaar voor zover dat:
1° de werkgever of de vennootschap aan de in paragraaf 2 vermelde voorwaarden blijft voldoen;
en dat
2° de in paragraaf 3, eerste lid, 2°, bedoelde drempel bereikt blijft.
§ 8. Om te kunnen genieten van het in dit artikel bedoelde stelsel, moet de werkgever of de vennootschap een aanvraag verzenden naar de door de administrateur-generaal van de Algemene administratie van de fiscaliteit aangeduide dienst. De aanvraag moet op straffe van verval worden verzonden binnen een termijn van drie maanden vanaf de indiensttreding van de belastingplichtige in België. De Koning bepaalt de vorm en inhoud van het formulier dat hiertoe moet worden ingevuld.
De aanvraag voor de in paragraaf 7, tweede lid, bedoelde verlenging van het stelsel wordt op straffe van verval verzonden door de werkgever of de vennootschap naar de door de administrateur-generaal van de Algemene administratie van de fiscaliteit aangeduide dienst uiterlijk 3 maanden na het verstrijken van de eerste termijn van 5 jaar te rekenen vanaf de start van de indiensttreding van de belastingplichtige in België. De Koning bepaalt de vorm en de inhoud van het formulier dat hiertoe moet worden ingevuld.
In bijlage bij de in het eerste en tweede lid bedoelde aanvraag moet een door de betrokken werknemer of bedrijfsleider ondertekend attest worden gevoegd, dat zijn akkoord met de aanvraag voor de toepassing van het stelsel bevestigt.
De administratie spreekt zich uit binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag. De belastingplichtige en de werkgever of de vennootschap worden schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van de administratie.
In geval van een positief antwoord, is het in dit artikel beoogde stelsel van toepassing op de bezoldigingen die door de ingekomen belastingplichtige worden verkregen vanaf zijn indiensttreding in België.
§ 9. In het geval van een wijziging van werkgever of vennootschap in de loop van de in paragraaf 7 bedoelde periode, kan een nieuwe aanvraag voor de toepassing van dit stelsel worden ingediend door de nieuwe werkgever of de nieuwe vennootschap, zoals omschreven in paragraaf 8.
In dat geval kan dit stelsel opnieuw worden toegekend aan de ingekomen belastingplichtige voor zover dat:
1° de werkgever of de vennootschap aan de in paragraaf 2 vermelde voorwaarden blijft voldoen;
en dat
2° de in paragraaf 3, eerste lid, 2°, bedoelde drempel wordt bereikt;
en dat
3° overeenkomstig paragraaf 7, de totale duur van de toepassing van dit stelsel in hoofde van de belastingplichtige niet meer bedraagt dan 5 jaar, in voorkomend geval te verlengen met 3 jaar, te rekenen vanaf de eerste tewerkstelling in België.
In het in deze paragraaf bedoelde geval, moeten de in paragraaf 3, eerste lid, 2°, bedoelde voorwaarde inzake de drempel en het in paragraaf 5, tweede lid, vermelde maximumbedrag worden beoordeeld in verhouding tot de tewerkstelling van de belastingplichtige bij de respectievelijke werkgevers of de respectievelijke vennootschappen in de loop van het jaar.
§ 10. De werkgever of de vennootschap vermeldt de volgende gegevens op de in artikel 57 bedoelde fiche:
1° het bedrag van de aan de ingekomen belastingplichtige voor dat belastbaar tijdperk betaalde of toegekende bezoldiging zoals omschreven in paragraaf 3, tweede lid;
2° het bedrag aangemerkt als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever in toepassing van paragraaf 5;
3° het bedrag aangemerkt als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever in toepassing van paragraaf 6.