Commentaar van art. 447, WIB 92
Art. 447, WIB 92
447/0 | |
II. PLICHTEN VAN DE AMBTENAREN DIE DE TEKORTKOMINGEN VASTSTELLEN | 447/1 |
447/2-3 | |
447/4-5 | |
447/6-7 |
Nummer 447/0
Art. 447. - Het in art. 446 bedoelde besluit mag slechts worden uitgevaardigd nadat de betrokken lasthebber is uitgenodigd om binnen twintig dagen te verschijnen, ten einde te worden gehoord door een ambtenaar van het Ministerie van Financiën, met een hogere graad dan degene die de feiten geconstateerd heeft, doch op zijn minst met de graad van inspecteur.
De lasthebber mag zich door een raadsman laten bijstaan.
Proces-verbaal van dit verhoor wordt opgemaakt. Na voorlezing wordt het proces-verbaal door de ambtenaar en de betrokken lasthebber ondertekend. Zij laten hun handtekening voorafgaan door de met de hand geschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd". Weigert de betrokkene te ondertekenen, dan wordt hiervan melding gemaakt in het proces-verbaal, dat de reden van de weigering nader omschrijft.
Een eensluidend verklaard afschrift van het procesverbaal wordt binnen acht dagen na zijn dagtekening aan de lasthebber ter kennis gegeven.
II. PLICHTEN VAN DE AMBTENAREN DIE DE TEKORTKOMINGEN VASTSTELLEN
Nummer 447/1
Wanneer zij van oordeel zijn dat een persoon, die regelmatig als lasthebber van belastingplichtigen optreedt, bij het uitoefenen van zijn beroep een werkelijke en permanente nalatigheid aan de dag legt of niet met de vereiste ernst handelt, moeten de ambtenaren de door hen vastgestelde feiten ter kennis brengen van de Hfd.cr. van de woonplaats van de lasthebber (of van de maatschappelijke zetel zo het om een vennootschap gaat).
Laatstbedoelde ambtenaar zendt de ingewonnen gegevens door aan zijn Insp.A, samen met zijn beschouwingen en, eventueel, zijn persoonlijke vaststellingen.
III. VERHOOR VAN DE BETROKKEN MANDATARIS
Nummer 447/2
Zo de Insp.A meent dat er voldoende feiten zijn om de bij art. 446, WIB 92, voorgeschreven maatregel te treffen, vraagt hij zijn Gew.dir. om toestemming de betrokken lasthebber (afgevaardigde bestuurder of zaakvoerder indien het een vennootschap betreft) bij ter post aangetekende brief te mogen oproepen om binnen 20 dagen voor hem te verschijnen ten einde te worden gehoord.
In die brief dient eveneens de reden van de oproeping te worden vermeld, alsmede dat de lasthebber zich door een raadsman mag laten bijstaan.
De termijn van 20 dagen mag worden verlengd zo daartoe geldige redenen bestaan.
Nummer 447/3
Een afschrift van de oproepingsbrief en het bewijs van zijn aangetekende verzending worden aan het dossier toegevoegd.
De Insp.A mag niet zelf het verhoor afnemen :
- indien sommige van de ten laste van de lasthebber gelegde feiten door hemzelf of door een collega werden vastgesteld;
- wanneer hij de feiten, of sommige ervan, in zijn vroegere hoedanigheid van Hfd.cr. heeft vastgesteld (Kamer, zitting 1961-1962, doc. 264-42, blz. 219).
In beide voornoemde gevallen moet de Adj.dir. optreden.
IV. PROCES-VERBAAL VAN HET VERHOOR
Nummer 447/4
Het proces-verbaal, bedoeld in art. 447, 3e lid, WIB 92, behoort een trouwe weergave van het verhoor te bevatten en er dient over gewaakt dat het in de door deze wetsbepaling voorgeschreven vorm wordt opgesteld. Die vorm is inderdaad van substantiële aard.
Nummer 447/5
De kennisgeving van een afschrift van het procesverbaal moet binnen de bepaalde termijn (acht dagen) bij ter post aangetekende brief geschieden.
Nummer 447/6
Nadat de bij art. 447, WIB 92 voorgeschreven formaliteiten zijn vervuld, zendt de bevoegde ambtenaar het volledig dossier van de zaak, met zijn voorstel, opnieuw aan de Gew.dir. die het samen met zijn gemotiveerd advies aan het Hoofdbestuur onderwerpt.
Nummer 447/7
Wanneer een lasthebber, waarvoor de ontzegging van het recht belastingplichtigen te vertegenwoordigen wordt voorgesteld, aangesloten is bij een beroepsvereniging die, buiten alle wettelijke verplichting, een beroepstucht aan haar leden heeft opgelegd, dient hiervan gewag te worden gemaakt, ten einde de Minister van Financiën toe te laten, overeenkomstig de verklaring afgelegd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, contact met de beroepsvereniging te nemen (Kamer, Handelingen, zitting van 15.6.1962, doc. 75, blz. 89).